Patiënten kunnen aanvallen hebben die sterk op epileptische aanvallen lijken, maar dat niet zijn. Zulke aanvallen laten dan geen elektrische ontladingen in de hersenen zien.
Focale aanvallen ontstaan vanuit een plek in één hersenhelft (en kunnen zich daarna ook verspreiden naar de andere hersenhelft). Gegeneraliseerde aanvallen ontstaan direct of zeer snel vanuit beide hersenhelften.
PNEA lijken op epileptische aanvallen, maar zijn het niet. Ze ontstaan door psychische factoren, zoals onbewuste emoties. Een andere afkorting voor deze aanval is PNES (Psychogenic Non-Epileptic Seizure).
Psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA) zijn het gevolg van emotionele reacties. Zulke aanvallen worden daarom ook wel 'emotionele spanningsaanvallen' genoemd. Hoewel ze op epileptische aanvallen lijken, gaan PNEA niet gepaard met epileptische storingen in de hersenen.
Bij sommige mensen heeft stress geen invloed op hun epilepsie of hun aanvallen, maar voor anderen is stress een uitlokkende factor. Wanneer iemand zéér ernstige en langdurige stress heeft, of ernstige stress heeft op zeer jonge leeftijd, dan zou dit kunnen leiden tot epilepsie.
PNEA zijn aanvallen die lijken op epilepsie maar worden veroorzaakt door psychische spanningen. Of een aanval epileptisch is of niet, kan een neuroloog zien aan de verschijnselen tijdens de aanval. De neuroloog werkt hiervoor met een video-monitor in combinatie met een EEG.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
Veel epilepsiepatiënten kunnen factoren benoemen die volgens hen epilepsieaanvallen uitlokken. Stress, vermoeidheid en flikkerend licht zijn de belangrijkste. Naast de bekende voorspellers 'beginleeftijd' en 'type epilepsie' zijn ook 'aura's' en 'prodromen' geassocieerd met uitgelokte aanvallen.
Psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA), ook bekend als psychogene pseudo-epileptische aanvallen (PPEA), zijn aanvallen die lijken op epileptische aanvallen, maar zonder de karakteristieke elektrische ontladingen die wel bij epilepsie horen.
Er is lang niet altijd een afwijking in het EEG te zien. Dat komt omdat een EEG-onderzoek een momentopname is. Op het moment van de meting is in de hersenen vaak geen epileptische activiteit te zien. Daarom moet de EEG-meting soms een paar keer worden herhaald.
Vooral een MRI-scan wordt bij epilepsie vaak gemaakt. Een MRI maakt met magnetische velden en radiogolven afbeeldingen van je hersenen. Lees meer over de MRI-scan. Een functionele MRI (fMRI) brengt in beeld waar er in de hersenen hersenactiviteit is.
De één is bewusteloos, valt en gaat schokken. De ander voelt vreemde tintelingen of hoort vreemde geluiden. Of iemand staart een korte periode voor zich uit en reageert niet. Epileptische aanvallen kunnen er dus heel verschillend uitzien.
Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
Wat is een conversiestoornis? Bij een conversiestoornis zorgen uw hersenen ervoor dat sommige delen van het lichaam tijdelijk niet goed werken. U kunt verschillende klachten krijgen. U kunt bijvoorbeeld uw armen of benen niet meer bewegen, u verliest uw bewustzijn, of u krijgt problemen met praten, zien of horen.
Bijvoorbeeld als je in bad gaat of gaat zwemmen. Zorg dat er dan in ieder geval iemand in de buurt is. Vermijden van gevaarlijke situaties; zoals vissen aan de waterrand, hoog klimmen in een klimrek, alleen fietsen naar school. Alledaagse situaties kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen met epilepsie.
De aanvallen verdwijnen vanzelf naarmate kinderen ouder worden. Rolandische epilepsie stopt altijd. Bij 20 procent van de kinderen die absence epilepsie heeft, gaat dit later over in een andere vorm van epilepsie.”
De meeste epileptische aanvallen komen spontaan op. Sommige mensen voelen ze echter wel aankomen. Iemand krijgt dan een paar minuten van tevoren een kleine focale aanval, ook wel aura genoemd. Zo'n aura gaat samen met specifieke klachten, die per persoon verschillen.
Als je jarenlang veel aanvallen hebt, kan het geheugen minder goed gaan werken. Dat risico is groter bij mensen met epilepsie die aanvallen hebben door een hersenbeschadiging. De kans op geheugenstoornissen is groter als de aanvallen ontstaan vanuit de temporaalkwab ook wel slaapkwab genoemd.
Veel alcohol drinken wordt sterk afgeraden. De combinatie van alcohol en bijvoorbeeld weinig slaap en onregelmatiger leven, kan bij sommige mensen met epilepsie aanvallen veroorzaken. Plotseling stoppen met alcohol bij mensen die altijd veel alcohol drinken, kan er sneller een epleptiche aanval ontstaan.
Een conversiestoornis is te behandelen. Soms gaan de klachten ook vanzelf over. Mogelijk duurt het enkele dagen voordat je van je klachten af bent, maar het kan ook enkele weken of maanden duren. De kans is wel aanwezig dat je een terugval krijgt.
We onderscheiden epileptische aanvallen tussen focale en gegeneraliseerde aanvallen. Bij een focale aanval is er epeliptische activiteit aanwezig in een gedeelte van de hersenen. De rest van de hersenen functioneren op dat moment normaal.