Rauwe producten moeten gescheiden blijven van bereide producten. Dat is vooral belangrijk bij vlees en vis. Rauwe producten zet je onderin de koelkast, boven de groentelades, daar is het het koudst. Doe je eten in afgesloten bakjes of trommels om het te beschermen tegen uitdrogen, bacteriën en andere stoffen.
Vlees bewaart het best als je koelkast op 4 °C staat. Het schap onderaan de koelkast, boven de groentelades, is het meest fris. Leg daar je vlees(waren). Plaats nooit rauwe producten boven bereide producten.
Groenten en fruit bewaar je in de groentelade. Leg fruit en groenten als het kan in een aparte lade. De deur is het warmste deel van de koelkast, dus zaken die niet te koud bewaard moeten worden, zoals drank (géén melk), boter, sauspotjes en knijptubes, en niet geopende potten, zet je hier.
Bewaar vruchtgroenten, zoals paprika, niet in de koelkast want dan treedt er koudebederf op. Dat houdt in dat de cellen onder de vier graden kapot gaan, waardoor paprika's hun vocht verliezen en eerder gaan rotten. Paprika kun je het beste op een koele plek bewaren (ca. 12-15 °C).
Komkommers drogen uit in de koelkast. De schil beschadigt waardoor ze sneller bederven. Bewaar ze daarom op een koele plaats in de keuken, de kelder of de berging. Laat de komkommer in zijn folie zitten.
De meeste koelkasten hebben de mogelijkheid om zelf de temperatuur in te stellen. Ideaal is is 4 graden Celsius. Maar dan nog verschilt het iets per zone. De koudste plek is onderin, het plankje bovenin en de vakken in de deur zijn relatief de warmste plekken.
Zone 1 is het minst koud. Daar kan het zo'n 3°C tot 4°C warmer zijn dan de ingestelde temperatuur. Dit is de juiste plaats voor producten in pot, dranken, gebak, kaas, boter en eieren. Zone 2 is het koudste deel van de koelkast en de beste plek voor de bederfelijkste waren of producten die bacteriegevoelig zijn.
De meeste groenten kun je in de koelkast bewaren, net als het meeste fruit. Kiwi's, peren en appels, kun je bijvoorbeeld prima in de koelkast bewaren. Net als asperges, broccoli en bloemkool. Maar voor veel producten is het niet nodig om ze in de koelkast te bewaren.
Groenten bevatten veel vocht en zijn daarom gevoelig voor uitdroging. De groentelade zorgt ervoor dat de luchtvochtigheid hoger is dan in de rest van de koelkast, bewaar de groente dus bij voorkeur in de lade en in de originele verpakking.
zuivel: bovenaan, de minst koude plaats. vlees, charcuterie, verpakte salades: net boven de groentelade (de koelste plaats) eieren en boter: in de deur (iets minder koud) groenten en fruit*: in de groentelade (iets vochtiger)
Boter bederft niet door bacteriën, maar door zogeheten vetoxidatie. Het vet reageert op het zuurstof in de lucht, een proces dat je niet kunt tegenhouden. Het is dus belangrijk om boter goed afgesloten te bewaren. Geopende boter kan maximaal een week buiten de koeling bewaard worden, mits op een droge en koele plek.
Je kunt dan ook het beste sauzen, boter, sappen en geopende frisdrank in de deur zetten. Op de bovenste plank van de koelkast is het, ten opzichte van de lagere planken, iets warmer. Hier kun je producten bewaren zoals kaas, yoghurt, vleeswaren en open potjes.
7Verwijder karton
Zoals bijvoorbeeld de kartonnen verpakking rond yoghurtpotjes, want deze kunnen een soort van buffer vormen, waardoor de yoghurtpotjes zelf niet voldoende kunnen afkoelen. Karton kan trouwens ook besmettelijke micro-organismen overdragen op de etenswaren in de koelkast.
Meeste fruit in de koelkast bewaren
Het meeste fruit blijft het langst goed in de koelkast: zoals appels en peren (2-4 weken), perziken en nectarines (3-7 dagen), kiwi (1-3 weken), druiven (7 dagen) en aardbeien, aalbessen, bramen, bosbessen, cranberries, frambozen, kersen en kruisbessen (1-3 dagen).
“Hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur” is een veelgehoorde uitleg. Heeft de draaiknop bijvoorbeeld 7 standen, dan wordt de koelkast het koudst wanneer je de thermostaat instelt op stand 7.
De gemiddelde koelkast wordt bij stand 2 ongeveer 7 graden. Bij stand vijf zal het rond het vriespunt uitkomen. Dit is bij een buiten temperatuur tot ongeveer 20 graden.
Een constante temperatuur van tussen de 10 en 15 graden is voor de meeste bieren ideaal. Voor het drinken kunnen de bieren in de koelkast worden gezet om ze naar de juiste drinktemperatuur te krijgen. Als u bieren kort bewaart, zet ze dan rechtop neer. In de koelkast is het beste om ze altijd rechtop te zetten.
“Hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur” is een veelgehoorde uitleg. Heeft de draaiknop bijvoorbeeld 7 standen, dan wordt de koelkast het koudst wanneer je de thermostaat instelt op stand 7.
De koudste plek is net boven de lades, namelijk in het midden achterin. Daar kun je het beste zuivel en vlees of vis bewaren. Houdbare producten zitten vaak in een potje en plaats je in de deur.
Eieren in de koelkast: langer vers
De koude temperatuur remt ook de groei van bacteriën. Ziekmakers zoals salmonella krijgen zo minder kans. Eieren bewaar je daarom het beste in de koelkast op 4 °C. Als je ze in het doosje bewaart, drogen ze niet uit en blijven ze langer goed.
Koel bewaren maar geen koelkast
Maar let op: leg de banaan zeker niet in een koelkast, want bananen kunnen niet tegen de kou. Dan worden ze meteen zwart. Op kantoor is het ongeveer 22°, en in een kelder ongeveer 14°: dit zou ideaal zijn om ze wat langer te bewaren.
In de koelkast: Ja, wie bananen op de goede manier wil bewaren, kan ze rustig in de koelkast leggen. Dat moeten dan wel rijpe vruchten zijn omdat ze in zo'n koele omgeving niet meer verder rijpen.