Bij sarcoïdose in de longen raakt het longweefsel langzaam vol met littekens, waardoor de longen na verloop van tijd blijvend beschadigd raken. Op longfoto's ziet deze ernstige vorm eruit als een patroon van streepjes en vlekjes, meestal in het midden van de longen.
Bij een vlekje op de long is vaak aanvankelijk niet met zekerheid te zeggen of dit goedaardig of kwaadaardig is. Er zijn dan aanvullende onderzoekingen nodig, zoals een CT scan of een PET scan. Hiermee kun je zien of er beschadiging is opgetreden, en of er uitzaaiingen zijn.
Een vlekje op de longen wijst op een afwijking; deze kan goedaardig of kwaadaardig zijn. Om te kunnen vaststellen wat de oorzaak is van de afwijking, is verder onderzoek nodig. Deze folder geeft u informatie over de longen en de verschillende onderzoeken.
De bevindingen op de röntgenfoto zijn heel wisselend. Meest voorkomend is een verdichting in het longweefsel, die te zien is als een witte bol. Soms is een atelectase de enige afwijking, soms is er een verbreding van het weefsel zichtbaar achter het borstbeen of zit er vocht tussen de longvliezen.
Hoe snel groeit longkanker? De tijdspanne tussen de blootstelling aan kankerverwekkende stoffen en het ontstaan van kankercellen bedraagt vele jaren (soms meer dan 20 jaar).
De klachten die uitzaaiingen in de longen geven zijn vaak beperkt en onopvallend, denk aan hoesten en kortademigheid, of het ophoesten van bloed. Hierdoor kan het enige tijd duren voordat de uitzaaiingen worden ontdekt.
Een longtumor of longgezwel kan goedaardig zijn of kwaadaardig. Enkel wanneer het gaat om een kwaadaardig gezwel, spreken we van longkanker. De enige manier om met zekerheid te kunnen zeggen of een longtumor goed- of kwaadaardig is, bestaat erin (een stukje van) de tumor onder de microscoop te bekijken.
Mensen bij wie een vlekje op de long wordt geconstateerd, krijgen minder vaak kanker dan tot nu toe werd aangenomen. Vervolgonderzoek is daarom in maar twintig procent van de gevallen nodig. De grootte en de groei van het vlekje zijn bepalend.
Onderzoeken bij bottumoren
Op een röntgenfoto of MRI scan is de tumor vaak te zien. MRI (Magnetische Resonantie Imaging) is een techniek om afbeeldingen van het lichaam te maken met een zeer sterke magneet en radiogolven om een goed 3D-beeld van de afwijking te krijgen.
Onderzoek longontsteking
Op een longfoto is in het begin soms weinig tot niets te zien, echter na enkele dagen zal hier een ontsteking te zien zijn. Indien men het opgehoeste slijm microbiologisch onderzoekt (sputumkweek) kan hier soms de verwekker gevonden worden.
Ook de vormen van de tumoren verschillen. Een goedaardige tumor kenmerkt zich vaak door een ronde vorm. Een kwaadaardige tumor daarentegen groeit meer als een aardappel die begint uit te lopen. Deze 'sprieten' groeien door de wanden van omliggend weefsel en organen heen.
Van longkanker zonder uitzaaiingen kunt u genezen. U kunt verschillende behandelingen krijgen: chemotherapie, een operatie en bestraling. Een operatie is mogelijk als: de kanker niet is doorgegroeid buiten de long.
Een PET-CT-scan, is een onderzoek waarmee we met een radioactieve stof kunnen kijken hoe weefsels of organen werken. De afkorting 'PET' staat voor 'positron emissie tomografie'. De afkorting 'CT' staat voor 'computer tomografie'. Een PET-CT-scan doen we om te zien of iemand een bepaalde aandoening heeft.
Doodgaan aan sarcoïdose, kan dat? Ja, het kan, maar het komt niet veel voor. In 2007 verscheen een artikel in het Hartbulletin van o.a. cardioloog dr. Benno Rensing en longarts dr.
Idiopathische longfibrose is een chronische ziekte. De gemiddelde levensverwachting na de diagnose is volgens studies 3 tot 5 jaar. Het verloop van de ziekte kan sterk variëren van persoon tot persoon.
Bij longfibrose vormen zich littekens (fibrose) in de longen. Dit littekenweefsel gaat niet meer weg. Vaak verdwijnt steeds meer gezond longweefsel. Het gevolg is dat de longen minder goed zuurstof kunnen opnemen; ademen wordt moeilijker.
Lange tijd hoesten is vaak de eerste klacht bij longkanker. Andere klachten die u kunt krijgen: bloed ophoesten, moe zijn, geen zin in eten en afvallen als u dat niet wilt. Longkanker komt vaak door lang en veel roken. Soms ontstaat het bij mensen die nooit gerookt hebben.
Vanuit de lymfe of het bloed kunnen uitzaaiingen ontstaan, zoals in de lever, de longen, de botten of de hersenen. De plaats waar uitgezaaide kankercellen terechtkomen, is niet precies te voorspellen. Wel is bekend naar welke organen of weefsels bepaalde tumoren meestal uitzaaien.
Je krijgt een PET-scan als de arts op de longfoto of CT-scan een longafwijking heeft gezien . Of als er om andere redenen een vermoeden van longkanker is. Longkanker kan zich verspreiden naar de andere long, naar de lymfeklieren en/of in andere organen. Op een PET-scan is goed te zien of de kanker zich heeft verspreid.
Jaarlijks overlijden meer dan 10.000 mensen in Nederland aan longkanker. De helft van de gevallen wordt pas ontdekt als er uitzaaiingen op afstand zijn. Door late diagnose is een operatie niet meer mogelijk en is de kans op overleving klein. De 5-jaarsoverleving van deze patiënten in stadium 4 is slechts drie procent.
Een CT-scanner geeft via röntgenstraling informatie over de structuur van weefsels. Een PET-scan brengt juist de stofwisseling van weefsels in beeld. Met de PET/CT-scan kan zowel de aard als de plaats van de afwijking nauwkeurig worden vastgesteld.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
Een MRI-scanner is een apparaat dat met een magnetisch veld, radiogolven en een computer gedetailleerd foto's van de binnenkant van uw lichaam maakt. De scan maakt lengte- en dwarsdoorsnedes van uw lichaam. Hij laat een eventuele tumor of uitzaaiing zien.
Na de diagnose longkanker (alle stadia en varianten bij elkaar opgeteld) leeft gemiddeld 15% van de patiënten na vijf jaar nog.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.