Zoals reeds aangehaald, kan je bladgewassen als voor- of nateelt zetten op andere percelen. Hoofdgewassen waar geen voor- of nateelt mogelijk is, zijn: winterwortel, witloof, knolselder, pastinaak, schorseneer, rode biet en late aardappelen. Aardbeien worden in het najaar gepland, dit kan na een aardappelteelt.
Dat pootaardappeltje maakt spruiten, vormt een nieuwe plant en er groeien in de grond nieuwe aardappelen aan, soms wel 8 of 10 stuks. Die nieuwe aardappelen moet je dan weer uit de grond halen, dat heet aardappelen rooien.
Wanneer je de uitgelopen aardappel met aarde bedekt en water geeft, groeit hij vanzelf naar het licht. De aardappelplant krijgt een stam en kleine witte bloemetjes met een geel hartje. Let op: de bladeren, vruchtjes en de stam van de plant zijn oneetbaar en zeer giftig.
Hoofdgewassen waar geen voor- of nateelt mogelijk is, zijn: winterwortel, witloof, knolselder, pastinaak, schorseneer, rode biet en late aardappelen. Aardbeien worden in het najaar gepland, dit kan na een aardappelteelt.
Het zijn goede buren voor aardappelen, aardbeien, bietjes en tomaten.
Aardappelen worden vaak in richels of heuvels geplant omdat dit zorgt voor een goed gedraineerde, goed beluchte omgeving voor een sterke gewasgroei. In koudere bodems verhogen de richels de bodemtemperatuur waardoor sneller kieming en vroege groei mogelijk zijn.
Wil je grotere aardappels telen, dan oogst je pas als de plant geel wordt en afsterft: in juli of augustus. Aardappels oogsten: altijd leuk! Pas op dat je bij het oogsten de aardappels niet beschadigt want dan kan je ze niet meer bewaren.
Hoeveel pootaardappelen je nodig hebt, hangt af van hoeveel plaats je vrij hebt in de moestuin en hoeveel kilogram je wenst te oogsten. Gemiddeld mag je rekenen op ongeveer 4 kg oogst per vierkante meter geplante pootaardappelen.
Kun je in augustus nog aardappelen planten? Ja, maar ze zullen kleiner zijn dan gewoonlijk. Aardappelen moeten vroeg in het voorjaar worden geplant, zodat ze tijdens de zomermaanden snel zullen groeien. Aardappelen hebben veel zon en warm weer nodig om goed te produceren.
Afrikaantjes zijn dé beste buurplanten voor in je moestuin. Ze verjagen aaltjes in de mix, weren schadelijke insecten - zoals luizen - en trekken massa's bijen en vlinders aan.
Vaak gebeurt dat in het voorjaar en afhankelijk van het aardappelras is bepaald hoe lang deze onder de grond blijven. Vroege rassen hebben een groeiperiode van 90 – 100 dagen, waar dat bij late aardappelen minimaal 150 dagen is. Hoe langer een aardappel onder de grond blijft, hoe beter deze beschermd is.
Als u zelf aardappelen wilt planten, dan poot u ze bij voorkeur tussen juni en oktober. De bodem dient voldoende bemest en los te zijn. Een vaste structuur is voor de late aardappelsoorten echter geen probleem.
Waar halverwege de vorige eeuw nog vele handen hielpen bij het looftrekken van aardappels om het blad te doen afsterven, wordt loof tegenwoordig vooral doodgespoten. Met metingen kan de hoeveelheid gif beter worden afgestemd op de fase waarin de plant zich bevindt.
Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
Oogsten. Vroege aardappelen kun je al oogsten als de knollen groot genoeg zijn, terwijl het loof nog niet is afgestorven. Aardappelen om te bewaren, oogst je pas als het loof is afgestorven. De aardappel is dan afgerijpt en is daardoor langer houdbaar.
Pootaardappels. Aardappels teel je uit speciaal gekweekte aardappelknollen: de zogenaamde pootaardappels. De pootaardappels worden in het voorjaar geplant en na twee tot drie weken komen de stengels boven de grond. De plant ontwikkelt ook ondergrondse stengels, zogenaamde stolonen, waaraan zich de nieuwe knollen vormen ...
Zelf stelt de aardappel weinig eisen; ze doet het zowel in volle zon als de halfschaduw goed. De meest voorkomende en ook interessantste soort: heeft voldoende ogen per knol en een goede verhouding tussen de reserves in de knol en het aantal knollen per kilo.
kalk strooien op aardappelland wordt afgeraden, aardappelen vertonen dan eerder schurftplekken op de schil. Dit is overigens niet gevaarlijk voor de consumptie.
Laat ze niet langer dan één dag drogen, anders worden ze groen. De laatste aardappelen worden in de eerste helft van oktober gerooid. Bewaren tot nieuwjaar lukt vrij goed. Wel in het begin regelmatig controleren op de aanwezigheid van rotte knollen, want die steken de rest ook aan.
De aardappelplant
Uit de pootaardappel groeit namelijk een nieuwe plant en zo ontstaan er nieuwe aardappelen. In juni staat het veld vol met planten en gaan ze bloeien. Ze krijgen dan witte of paarse bloemetjes. In de zomer, na het bloeien, krijgen de planten besjes.
Paprika zaaien doe je naast Afrikaantjes, basilicum of bieslook. Pompoen doet het goed naast sla, radijsjes en zonnebloemen. Wortels staan graag naast uien. Sla kun je zaaien naast kool, prei, tomaat en dille.
De beste tijd om knoflook te planten is vanaf september tot half november of na de eerste nachtvorst. Rond deze tijd heb je vast wel wat ruimte in je bakken. Veel groentes zijn al geoogst en er is niet veel meer wat je kunt zaaien en planten.