Slecht slapen wordt in verband gebracht met aandoeningen als een burn-out, depressie, dementie en overige hersenschade, overgewicht en hartklachten. Toch behoorlijk ernstige gezondheidsproblemen, die amper onderdoen voor de gevolgen van roken. “De impact van slaaptekort kan dus enorm zijn.
U voelt zich moe, kunt zich minder concentreren of bent wat prikkelbaar. Maar als het slaapgebrek langer aanhoudt, bouwt u een slaapschuld op. Dat resulteert in een chronisch slaaptekort. Dat is moeilijk te herstellen, maar moet wel ernstig genomen worden.
De onderzoekers besluiten dat zowel slaapstoornissen als te veel slapen, maar niet veel te weinig slapen, ontstekingsreacties in het lichaam kunnen doen toenemen. Deze ontstekingen kunnen op termijn, wanneer ze lang aanslepen, het risico op hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, overgewicht en diabetes verhogen.
De extra uren die je creëert door 's nachts hooguit 3 à 4 uur te slapen zijn extra waardevol. Het is namelijk geen lastige opgave om deze tijd nuttig te besteden. Omdat je veel vroeger dan normaal bent opgestaan en haast als enige wakker bent, kun je volledig ongestoord je gang gaan.
Volwassenen hebben voldoende aan 6 tot 8 uur slaap per nacht. Bij ouderen verdwijnt meestal de behoefte aan lange slaap: hun slaappatroon verandert. 's Nachts slapen ze korter, terwijl ze overdag indutten. Het lijkt alsof oudere mensen meer slapen dan volwassenen, maar aan de totale slaapduur verandert weinig.
Lichamelijke gevolgen
De gevolgen van een nacht niet slapen op het lichamelijke niveau zijn erg afhankelijk van je bezigheden gedurende de nacht. Als je veel gestaan of gedanst hebt dan zul je vermoeidheid voelen in je benen en rug. Zitten kan spanningen veroorzaken in de rug, schouders en nek.
Hoeveel keer zo'n slaapcyclus zich herhaalt, bepaalt of je een kort- of langslaper bent. Mensen die weinig slaap nodig hebben, bereiken 's nachts zo'n vier keer het stadium van een diepe slaap. Zij hebben doorgaans genoeg aan 4 tot 6 uur slaap per nacht.
Slaapgebrek blijkt het functioneren van onze hersenen heel sterk te beïnvloeden. Het levert problemen op met het geheugen, het concentratievermogen, de spraak, de reactiesnelheid en de besluitvaardigheid. Het tast ook het gevoel voor tijd en ruimte aan.
Na een paar dagen zonder slaap kunnen de hersenen allerlei gekke hallucinaties gaan vormen. Dit is een gevaarlijk effect van te lang wakker blijven. Onderzoek toont aan dat de eerste hallucinaties beginnen na 72 uur wakker blijven. Hallucinaties worden ervaren in verschillende vormen, hieronder volgen een paar.
Slaapregressie 4 maanden: omrollen. Slaapregressie 8 maanden: zitten en kruipen. Slaapregressie 12 maanden: beginnen met lopen. Slaapregressie 18 maanden: zelfstandig lopen.
Overdag slapen kan helpen om vermoeidheid kwijt te raken wanneer je niet voldoende nachtrust hebt gehad. En slapen overdag is ook goed voor de creativiteit en concentratie. Daarnaast is een beetje extra slapen soms ook erg lekker. Bij slapen overdag moet je wel oppassen dat je niet vermoeid en suf wakker wordt.
In een stresssituatie geeft het brein een seintje aan de hersenen om adrenaline en cortisol aan te maken waardoor de hartslag, bloeddruk en de ademhaling omhoog gaan. Hierdoor ben je alert, kun je je beter focussen én werkt het geheugen uitstekend. Wanneer het stressmoment voorbij is zakken de stresshormonen weer.
De meeste mensen hebben gemiddeld tussen de 7 en 8 uur nodig. Dit kan wisselen per persoon. Sommige mensen hebben genoeg aan 6 uur en anderen hebben 9 uur slaap nodig. Wanneer u `s avonds naar bed gaat daalt uw alertheid en komt u via de lichte slaap in de diepe slaap.
Volgens de hoogleraar zijn de uren tussen acht en tien in de avond het beste moment. 'Wanneer je twee uur slaapt zit je op het juiste moment van het circadiane ritme. In de eerste periode van dat ritme kom je in een diepe slaap terecht, en daarin breek je adenosine het snelst af.
Vandaar dat deze mensen toekunnen met minder slaap. Maar bij de meesten van ons heeft het brein zo'n 7 tot 8 uur slaap nodig om 'groot onderhoud' te plegen en informatie (zoals) herinneringen te verwerken. En gedurende de slaap voert het lichaam ook de nodige herstelwerkzaamheden uit.
Slaaphygiëne. De perfecte nachtrust ziet er volgens wetenschappers als volgt uit: een duur van circa acht uur, een korte inslaaptijd, 20% diepe slaap, 20% REM-slaap en minder dan 5% wakker gedurende de nacht. Het is ook mogelijk om korter te slapen en evengoed die percentages van diepe- en REM-slaap te halen.
Uit nieuw wetenschappelijk onderzoek onder 38.000 volwassenen blijkt dat volwassenen die dagelijks vijf uur of minder slapen een grotere kans lopen op een vroegtijdige dood dan mensen die iedere nacht minstens zes à zeven uur slapen. Wat er zo schadelijk is aan korte nachten, maakt het onderzoek niet duidelijk.
Kun je überhaupt bijslapen? Ja, maar een wijdverbreid misverstand is dat je de volgende nacht dan maar wat 'extra' moet slapen. Of dat je een en ander wel oplost met wat cafeïne of wat extra daglicht. Dit werkt slechts als een pleister op de wond.
Doe jezelf een plezier en ga vanavond echt vroeg onder de wol, want dit is wat er gebeurt als je maar 6 uur slaapt: Je reageert langzamerUit onderzoek blijkt dat iemand die 6 uur geslapen heeft, hetzelfde cognitieve vermogen heeft als iemand die 48 uur lang is opgebleven.
Conclusie: er is geen manier om je lichaam te trainen met minder slaap toe te kunnen. Als je hebt bepaald hoeveel nachtrust je nodig hebt, probeer je daar dan aan te houden.
De meeste deskundigen raden een slaaptijd tussen 7 en 9 uur per nacht aan. Sommige mensen voelen zich na 7 uur al uitgeslapen, andere hebben wat meer nodig. Langer dan 9 uur slapen per nacht wordt door de wetenschap en slaapexperts beschouwd als te veel voor een volwassene.
Mensen die korte nachten hebben in de week hebben er alle baat bij om in het weekend wat langer te blijven liggen. Recent Zweeds onderzoek bewijst dat bijslapen wel degelijk een gunstig effect heeft en zelfs gezondheidsrisico's, verbonden aan een slaaptekort, verkleint.
Gezonde leefstijl gecombineerd met goed slapen verlaagt het risico tot 65%, terwijl het overlijdensrisico door hart- en vaataandoeningen zelfs 83% lager is.