Vanuit de ruimte bekeken zijn de contouren van de in duisternis gehulde continenten goed zichtbaar. Een hulpmiddel hierbij is het licht, dat vanuit een grote stad opstijgt. Dan moet je wel denken aan de wereldsteden; er is veel wattage voor nodig om op grote hoogte zichtbaar te zijn.
De ruimte is overal om de aarde heen. Het is de zon, planeten, manen en alle sterren samen. Een raket kan de ruimte in, maar heeft daar sterke motoren en veel brandstof voor nodig. Aan boord van een raket zijn computers en camera's om metingen te doen en foto's te maken.
De Maan staat ogenschijnlijk als een los element aan de hemel. Je ziet geen toevoer van licht — weet u hoe dat komt? Het feit dat we de lichtstralen van de Zon naar de Maan niet zien komt doordat dat licht door de lege ruimte reist, en in die lege ruimte zit niets dat het zonlicht weerkaatst.
Vanaf de maan zie je in ieder geval helemaal niets. Althans, je ziet de aarde prachtig, maar geen enkel menselijk bouwwerk dat erop staat. De astronaut Alan Bean wandelde eind 1969 over de maan en zag de aarde als een voornamelijk witte bol, afgewisseld met wat blauw en geel. En af en toe zie je wat groene vegetatie.
Kort antwoord: Omdat de rotatietijd van de maan gelijk is aan zijn omlooptijd rond de aarde.
De achterkant van de maan wordt door astronomen gedefinieerd als het stuk van de maan dat nooit zichtbaar is vanaf de aarde. De achterkant dient niet te worden verward met de donkere kant van de maan (het halfrond dat niet door de zon wordt beschenen op een bepaald tijdstip).
Sterren bewegen natuurlijk niet alleen naar ons toe of van ons af, maar ook zijwaarts. Die beweging is dus te 'zien' aan de hemel (door iedere paar jaar nauwkeurige positiemetingen te doen met telescopen) en deze beweging wordt de eigenbeweging van de sterren genoemd.
VY Canis Majoris (VY CMa) is een type M superreus of hyperreus in het sterrenbeeld Grote Hond (Canis Major). Het is een van de grootste sterren die in het heelal zijn ontdekt. De straal van de rode ster is ongeveer 1420±120 maal zo groot als die van onze zon, waardoor onze zon er enkele miljarden malen in zou passen.
Vrijwel tot aan de zogeheten waarnemingshorizon, op 13,8 miljard lichtjaar afstand. Langer antwoord: Hoe groter een telescoop is, hoe meer licht hij opvangt en hoe verder hij in het heelal kan kijken. Met het blote oog kun je niet verder kijken dan 2,5 miljoen lichtjaar - de afstand tot het Andromedastelsel.
Yuri Gagarin was de eerste mens in de ruimte! Elk jaar op 12 april wordt wereldwijd door spaceorganisaties 'Yuri Night' gevierd. Als Russisch kosmonaut verliet hij op 12 april 1961 als allereerste mens de dampkring in ruimteschip Vostok 1.
De oerknal wordt beschouwd als het begin van het heelal waarin wij leven. Veel vragen rond de oerknal zijn echter nog onopgehelderd. Zo is onbekend of de tijd pas bij de oerknal ontstond, of dat er vóór de oerknal misschien ook tijd was.
In het luchtledige plant geluid zich niet voort, zodat de radio de enige manier is om met elkaar te kunnen praten. Extra voordeel is dat de radio ook op grotere afstanden werkt. De ruimtevaarder kan dus vanuit zijn ruimtepak praten met een collega die ver weg is.
Venus is de helderste planeet aan onze sterrenhemel. Doordat de planeet binnen de aardbaan om de Zon draait, staat Venus vanaf de Aarde gezien nooit al te ver van de Zon aan de hemel, al kan zij —in tegenstelling tot Mercurius— nog rond middernacht worden waargenomen wanneer zij op grote hoekafstand van de Zon staat.
Waar begint de ruimte? De ruimte begint boven de aardatmosfeer. Naarmate je hoger komt, wordt de lucht dunner en ijler. Op een hoogte van om en nabij 160 kilometer boven het aardoppervlak is de lucht zo ijl, dat er vrijwel geen lucht meer is.
Het heelal dijt uit, waardoor de fotonen in de kosmische achtergrondstraling 45 miljard lichtjaar reisden om er te komen. Hierdoor heeft het zichtbare universum een doorsnee van circa 90 miljard lichtjaar. Toch is het heelal minimaal 250 keer groter, zo blijkt uit een nieuwe wiskundige berekening.
De gigant heeft de bijnaam Hyperion gekregen, naar een Titaan uit de Griekse mythologie. Hyperion is het grootste object dat we tot nu toe in het vroege heelal hebben waargenomen.
Sterren zijn normaal veel warmer. Zo is de temperatuur op onze zon ongeveer 6000 graden Celsius. De heetste ster in het heelal is ongeveer 40.000 graden.
Als een lichtstraal door die trillende lucht gaat, wordt het licht ietwat gebroken. Het resultaat is een fonkelende ster. Het licht van een ster die laag boven de horizon staat, moet een langere weg door de dampkring afleggen. Daarom zullen die sterren meer flikkeren.
Meteoor of “vallende ster”
Een meteoor, in de volksmond ook wel vallende ster genoemd, is een lichtflitsje aan de hemel. Zo'n lichtflitsje duurt in de regel tussen een fractie van een seconde en een paar seconden. Meteoren kunnen nagloeiende sporen achterlaten.
Het knipperen doet iedere ster die laag aan de horizon staat. Dat komt door de rotzooi in de dampkring van de aarde. Hoe lager een ster staat (optisch), hoe langer de weg van zijn licht door de dampkring, hoe meer rotzooi dat licht moet passeren en hoe meer verstrooiing van dat licht.
Op de maan is het altijd heel erg koud
De maan heeft geen atmosfeer en daarmee ook geen bescherming tegen de straling van de zon. In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
De 'donkere kant' is het deel van de maan dat niet rechtstreeks wordt beschenen door de zon en alleen het veel zwakkere licht ontvangt dat door de aarde wordt gereflecteerd. Tijdens de periode van de nieuwe maan is dat licht het sterkst waarneembaar.