Alle baby's kunnen een slaapregressie krijgen: baby's die altijd al wat moeilijker slapen, maar ook baby's die voorheen altijd heel goed sliepen. Zo'n slaapregressie kan twee tot zes weken duren.
De tweede slaapregressie rond 9/12 maanden
Jouw baby beseft plots veel beter dat jij nog bestaat, ookal ziet hij je niet meer. Zo ontstaat zijn verlatingsangst en wil hij het liefst zoveel mogelijk bij jou blijven. Je zal dit meestal merken door het feit dat je baby niet wil gaan slapen voor dutjes of bij bedtijd.
Zodra je merkt dat je kindje zijn mijlpalen bereikt heeft, heeft dat meestal ook direct positief invloed op zijn of haar slaap. De slaapregressie is voorbij als je kindje weer een voorspelbaarder slaapritme overdag heeft en de nachten beter en langer worden.
De 6 maanden sprong is een hele heftige. Je baby heeft in het eerste halfjaar al ontzettend veel ontwikkeling doorgemaakt, maar vanaf de 6 maanden kan het échte denkwerk beginnen. Deze 'brein-groeispurt' kan er helaas wel voor zorgen dat je kindje ineens veel meer moeite heeft met slapen.
Baby's schreeuwen 's nachts om verschillende redenen. Deze omvatten fysieke ongemakken zoals honger, gas, tandjes krijgen of ziekte . Er zijn ook emotionele en ontwikkelingsoorzaken, zoals verlatingsangst of een slaapregressie.
Hoe laat moet een kind van 15 maanden naar bed? Dat is per kind verschillend. De meeste kinderen gaan tussen 18-20:00 uur slapen.Wanneer ze 2 x slapen kun je de bedtijd verlaten.
De lastige fase van sprong 4: verandering brengt weerstand
Wanneer sprong 4 begonnen is zul je merken dat je baby meer huilt, hangeriger en humeuriger is. Dat noemen we de lastige fase van de sprong.
Huilen bij het wakker worden kan verschillende redenen hebben, zoals honger, ongemak, vermoeidheid of gewoon behoefte aan aandacht. Ga je baby niet gelijk 'redden', maar neem de tijd om de behoeften van je baby te begrijpen.
Je kunt je baby een beetje helpen door hem in je armen wat slaperig te maken en hem neer te leggen als hij bijna in slaapt valt. Later kun je dit moment van neerleggen dan steeds iets gaan vervroegen, totdat je je baby wakker in het bedje kunt leggen en hij zelf in slaap valt.
Door ze 's ochtends en 's middags bloot te stellen aan natuurlijk, fel licht, een voorspelbare routine voor je dag op te zetten en de lichten 's nachts gedimd te houden, leren ze het verschil tussen dag en nacht. Ze leren dit over het algemeen op de leeftijd van 4 weken.
Houd er rekening mee dat het gemiddeld 2 weken duurt om je baby via deze methode zelf in slaap te laten vallen. Maar als je de technieken consequent toepast, kan je al wel na 3 tot 5 dagen enige progressie zien.
Spreek met jezelf en je partner af hoelang jullie de peuter laten huilen. Een richtlijn is minimaal 3 tot maximaal 15 minuten. Blijft jouw kind huilen, loop dan terug naar de kamer en probeer je kind op een neutrale manier rustig te krijgen.
Wanneer stoppen met het middagslaapje? De meeste peuters gaan hun middagslaapje overslaan als ze tussen 2 en 3 jaar oud zijn, maar soms hebben ze het middagdutje al niet meer nodig als ze 1,5 jaar zijn. Negen van de tien peuters van 2 jaar slaapt overdag en van de 3-jarigen doet de helft nog een middagslaapje.
Je peuter is op deze leeftijd heel energiek en hier speel je overdag best op in. Moedig de ontwikkeling van je kind aan door middel van spel en stimulerende activiteiten.Fysieke uitdagingen en buiten spelen zijn dus heel belangrijk. Dit kan helpen om hun energie te kanaliseren en hen 's nachts beter te laten slapen.
Grote overgangen: Overgangen zoals het overschakelen van borstvoeding of kunstvoeding, de overgang van fles naar beker, spenen van borstvoeding, verhuizen naar een nieuwe kamer op de crèche of spenen van de fopspeen kunnen rond de 14-15 maanden plaatsvinden. Deze veranderingen kunnen nieuwe slaapuitdagingen opleveren, omdat uw baby zich aanpast aan nieuwe verwachtingen .
Nachtmerries bij peuters
Als je peuter een nachtmerrie heeft, kan hij daar flink van schrikken. Je kindje wordt huilend wakker of is in paniek. Vaak herinnert hij zich nog wat er gebeurd is in de droom, of blijft hij zich nog een tijdje angstig voelen.
Probeer de rug van je baby stevig en ritmisch te strelen, houd hem/haar tegen je aan of leg hem/haar met het gezicht naar beneden op je schoot. Kleed je baby uit en masseer hem/haar zachtjes en stevig. Gebruik geen olie of lotion totdat je baby minstens een maand oud is. Praat er zachtjes over en zorg dat de kamer warm genoeg is.
Tijdens een slaapregressie zie je meestal een aantal veranderingen zien in het gedrag en de gewoontes van je kindje, zoals: Meer honger en frequenter eten, of juist slechter eten. Vaker wakker worden 's nachts. Moeilijker terug in slaap te krijgen na het wakker worden 's nachts.
De laatste sprong is de wereld van systemen en vindt plaats vanaf week 70. In de lastige fase van sprong 10 merk je dat je kindje alle veranderingen spannend kan vinden en vaker bij je wil zijn. Ook kan hij of zij last hebben van driftbuien en slechter slapen dan normaal.
De lastige fase van sprong 10 duurt bij de meeste dreumesen vijf weken, maar kan ook één of zes weken duren. Je herkent de lastige fase van de sprong aan dat je dreumes vaker bij je wil zijn, vaker last heeft van driftbuien, meer eenkennig is en slechter slaapt.