rode bloedcellen, die voor zuurstoftransport zorgen; witte bloedcellen, die verantwoordelijk zijn voor de afweer tegen infecties; bloedplaatjes (trombocyten), verantwoordelijk voor de bloedstolling.
In het beenmerg zitten verschillende soorten stamcellen. Een soort stamcellen zijn de bloedvormende stamcellen, die verschillende typen bloedcellen maken: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
Door de in het beenmerg ingebrachte naald worden met een spuit losse beenmergcellen opgezogen (dit ziet eruit als bloed), dit heet een beenmergpunctie. Het beenmergaspiraat kan gebruikt worden voor diverse onderzoeken: Morfologisch onderzoek, hierbij wordt gekeken naar de vorm en structuur van de beenmergcellen.
De symptomen van beenmergfalen hangen af van welke cellen uitvallen. Een laag aantal rode bloedcellen veroorzaakt vermoeidheid, bleek zien, kortademigheid en duizeligheid. Door een tekort aan witte bloedcellen is de afweer verminderd en kunnen er vaak en ernstige infecties optreden met koorts.
De meerderheid van de rode bloedcellen, bloedplaatjes en witte bloedcellen wordt aangemaakt in het rode beenmerg. Een kleiner deel van deze cellen wordt aangemaakt in het gele beenmerg.
Er zijn veel redenen om beenmerg te willen onderzoeken: Een tekort of juist teveel aan bloedcellen zou kunnen betekenen dat er op het niveau van de aanmaak iets mis is. Veel goedaardige en kwaadaardige bloedziekten starten in het beenmerg.
Beenmergaandoeningen, ook wel myeloproliferatieve aandoeningen (MPD of MPN), zijn ziekten waarbij het beenmerg teveel rode bloedcellen, witte bloedcellen en/of bloedplaatjes aanmaakt. Het zijn chronische aandoeningen die langzaam verergeren naarmate het aantal bloedcellen toeneemt.
Bij een milde aplastische anemie is vaak geen behandeling nodig. U blijft wel onder controle. Om complicaties te voorkomen en symptomen te verlichten, kan (zeer) ernstige aplastische anemie worden behandeld met bloedtransfusies of medicijnen. Genezen kan alleen met een stamceltransplantatie.
Bij het Multipel Myeloom groeien en delen de kwaadaardige kankercellen zich op meerdere plekken in het beenmerg. De meest voorkomende klacht die hierdoor ontstaat, is pijn aan de botten. Vooral die botten waarin veel beenmerg zit zoals de wervels, bekken, heupen en het borstbeen.
De eerste symptomen (verschijnselen) van acute leukemie zijn vooral vermoeidheid en bloedarmoede. Ook kunt u vaker infecties hebben, blauwe plekken en slijmvliesbloedingen in mond en neus. Daarnaast ontstaan soms klachten als botpijnen, gezwollen tandvlees en klachten als gevolg van vergrote lymfklieren en milt.
De diagnose wordt gesteld door onderzoek van uw bloed. Meestal onderzoeken we ook het beenmerg. Vaak is er geen sprake van leukemie, maar van bloedarmoede, te weinig bloedplaatjes of te veel of te weinig witte bloedcellen. Acute myeloide leukemie en acute lymfatische leukemie zijn agressieve vormen van leukemie.
De arts prikt in de bekkenkam. Daarna gaat de arts met de holle naald via de huid naar het bot. Dit voelt u wel, echt pijn doet het niet. Alleen als de arts het beenmerg uit het bot zuigt, voelt u kort een scherpe pijn.
Er wordt vaak gevraagd waarom een beenmergpunctie niet onder narcose wordt gedaan. Dat is omdat aan narcose, hoe licht die ook is, altijd risico's verbonden zijn. De punctie gaat snel en duurt, inclusief de plaatselijke verdoving, vaak niet langer dan 15 minuten.
Klachten kunnen zijn: Vaak last hebben van infecties: door een tekort aan gezonde witte bloedcellen en antistoffen. Bloedarmoede met vermoeidheid, bleekheid of kortademigheid: door tekort aan rode bloedcellen. Spontane bloedingen in neus en tandvlees en onverklaarbare blauwe plekken: door een tekort aan bloedplaatjes.
Leukopoëse. De ontwikkeling van de witte bloedcel heet leukopoëse. Vanuit de myeloblast (dat is een voorloper van de witte bloedcel) kunnen zich neutrofiele, eosinofiele en basofiele granulocyten vormen. Deze witte bloedcellen komen in de bloedbaan terecht.
Beenmergpunctie onder een “roesje”
Het slaapmiddel kan als bijwerking tijdelijk geheugenverlies geven, hierdoor kunt u zich delen van het onderzoek achteraf niet meer herinneren.
De ziekte van Kahler wordt veroorzaakt door plasmacellen die ongecontroleerd beginnen te groeien in het beenmerg. Hoe het komt dat deze plasmacellen kwaadaardig worden, is vooralsnog onduidelijk. Blootstelling aan straling en oplossingsmiddelen worden als mogelijke oorzaak gezien.
Een MRI-scanner is een apparaat dat met een magnetisch veld, radiogolven en een computer gedetailleerd foto's van de binnenkant van uw lichaam maakt. De scan maakt lengte- en dwarsdoorsnedes van uw lichaam. Hij laat een eventuele tumor of uitzaaiing zien.
De meest courante alarmsignalen
abnormaal bloedverlies (vaginaal buiten de maandstonden of na de menopauze; bloed in de urine, de ontlasting of fluimen; spontaan opduikende blauwe plekken...) knobbeltje of zwelling, eender waar op het lichaam (teelbal, borst, onder de huid...)
Leukemie is de naam voor meerdere soorten beenmergkanker.
Als het aantal witte bloedcellen blijft toenemen kan het bloed stroperig worden waardoor het niet goed kan stromen in de kleinere bloedvaatjes. Klachten als benauwdheid, wazig zien, verwardheid of sufheid kunnen hiervan het gevolg zijn.
Bij acute leukemie zorgt een tekort aan rode bloedcellen en bloedplaatjes voor bloedarmoede, bloedingen en onverklaarbare blauwe plekken. Door een tekort aan normale witte bloedcellen bent u vatbaarder voor infecties die daardoor ook vaker terugkomen en waarvan u langzamer geneest.
Hematologie is het medisch specialisme dat zich bezighoudt met diagnostiek en behandeling van ziektebeelden die ontstaan door erfelijke of verworven aandoeningen van het bloed, de bloedvormende organen (zoals het beenmerg), het afweersysteem (zoals lymfeklieren) en de bloedstolling.
Voor het stellen van de diagnose MDS is altijd bloed- en vaak ook beenmergonderzoek nodig. Anamnese De arts vraagt naar klachten van vermoeidheid, koorts, afvallen, nachtzweten, bloedarmoede, een verhoogde bloedingsneiging en infecties.
De ziekte komt ongeveer even vaak voor bij mannen als vrouwen. De gemiddelde prognose van overleving varieert van 2 jaar tot meer dan 10 jaar, afhankelijk van de risico-inschatting. De gemiddelde levensverwachting is de laatste 20 jaar bijna verdubbeld en bedraagt nu ongeveer 7 à 8 jaar.