Brooddeeg is een mengsel van tarwemeel of tarwebloem, wat water of melk, gist of zuurdesem en zout. Zowel gist als zuurdesem zorgen ervoor dat het deeg gaat rijzen en er een luchtig brood ontstaat. Om een elastisch deeg te krijgen, moeten de ingrediënten gedurende 10 tot 15 minuten stevig gekneed worden.
'Water is de simpelste en de beste broodverbeteraar,' zei mijn meester op de bakkersschool. Vuistregel voor watertoevoeging: 70-80% bij volkorenmeel, 65-75% bij gebuild meel, 60-70% bij bloem. Andere vuistregel: het ene meel neemt meer water op dan het andere meel.
150% betekent voor 100% van de bloem in het voordeeg, 150% water gebruiken. Dus voor 1kg bloem, 1.5kg water. In ons voorbeeld hebben we 150gr bloem gebruikt, dus 225gr water. Alles boven de 100% betekent “meer water dan bloem gebruiken” – zoals een heel loperig pannenkoeken beslag.
Dus in totaal 500 gram bloem en 325 gram water in de kom. Zout blijft gelijk met 1,8% is 9 gram.
Bij meer water wordt de korst krokanter en het kruim malser. Ook de hardheid van het water is van belang. Zo vertraagt heel hard water (>10 dH) de gisting en kan het brood niet goed rijzen. Bij heel zacht water (<6,5 dH) rijst het deeg dan weer goed, maar wordt het wel plakkerig en is het eindresultaat minder kruimig.
En wat brood betreft? De basis ingrediënten van brood zijn bloem of meel, water, gist en zout. Komt geen melk of lactose aan te pas dus en je kunt met zowel een koemelkallergie als een lactose-intolerantie gewoon brood eten.
Vetten maken het brood en het kruim zacht(er). Hoe meer vet een brooddeeg bevat, hoe meer je dit merkt in het uiteindelijke resultaat. Vet maakt een brood malser. Vetten 'smeren' de glutenstrengen.
ingrediënten. Voor een brood van ongeveer 1 kg heeft men nodig: 800 gr bloem of meel. wat minder dan 1/2 liter lauw water of melk.
Voor het bakken van brood is eigenlijk alleen maar tarwe en spelt goed geschikt. Dat komt omdat tarwe en spelt beschikken over glutenvormende eiwitten dat brood zijn elasticiteit en volume geeft. Rogge heeft ook wel gluten maar heel veel minder en is daar is geen luchtig brood van te bakken.
De hoofdingrediënten zijn bloem, meel of volkorenmeel, water, een rijsmiddel (gist of desem) en bakkerszout. Hieraan kunnen natuurlijk extra ingrediënten worden toegevoegd, zoals zaden, vruchten en/of noten. Hierdoor kan de bakker er lekker op los experimenteren en zo zijn eigen, unieke brood ontwikkelen.
In het algemeen is een zakje droge gist van 7 gram voldoende voor 500 gram bloem. Maar lees altijd het recept om te weten hoeveel je precies nodig hebt.
Let er bij recepten dus op of wel de juiste hoeveelheid zout gebruikt is. Dat is relatief makkelijk te controleren: deel het gewicht van het meel of bloem (of een combinatie daarvan) door 100 en vermenigvuldig deze met 1,5 (feitelijk reken je dan 1,5% uit van het meelgewicht).
Hoe meer vocht op een brooddeeg, hoe malser het brood. Een lekker brood bevat zeker tussen de 55% en 60% vocht van het gewicht in bloem. Voor foccacia durf ik zelfs naar de 70% te gaan.
Bij het maken van desembrood voegen bakkers echter geen gist toe, maar een moederdeeg. Dit is een mengeling van meel of bloem waarin de aanwezige melkzuurbacteriën en natuurlijke gisten tot leven komen. Hoe langer je dit laat rusten, hoe meer smaak.
In veel ambachtelijke bakkers bedrijven begint de bakker op doordeweekse dagen rond twee uur 's nachts. Hoe groter de bakkerij, hoe eerder hij begint. Voor de zaterdag begint hij vaak al op vrijdagavond. De bakker is meestal in het wit gekleed.
Daarom zijn de schappen leeg
“Je moet daarvoor naar de bron kijken. Het meeste meel en bloem komt namelijk uit Polen. En in deze tijd is het nu erg lastig om te leveren aan het buitenland door de restricties aan de grens. Ook hebben de Polen zelf het meel nu nodig, zij willen ook graag bakken.
Omdat de kiemen en zemelen de meeste voedingsstoffen bevatten, is bloem een stuk minder voedzaam dan meel. Bloem heeft door het gebrek aan kiemen en zemelen ook een fijnere structuur dan meel. Wat er voor de term meel of bloem staat zegt iets over waarvan het gemaakt is. Tarwemeel is dus gemaakt van tarwe.
Wit en volkorenbrood zijn even zwaar. De vezels die vrijkomen bij het bereiden van meel voor witbrood zijn nauwelijks geld waard (een zak met alleen maar vezels zijn voor een paar cent te koop).
Een zelfgebakken brood is (meestal) goedkoper dan een brood van de warme bakker. In de prijs van een zelfgebakken brood zitten namelijk geen kosten voor de arbeidstijd of de verkooptijd, zoals dat het geval is bij de warme bakker.
Rijzen is voor heel wat hobby-bakkers een groot probleem. Je kan dit proces wat versnellen door je degen in de oven te laten rijzen. - plaats je degen in de oven. Door de oven te openen zal de temperatuur zakken tot 40°C.
Er is niet een vast percentage water (of vocht in het algemeen) voor brooddeeg. Je kunt hetzelfde brood bakken met 60% vocht, maar ook met bijvoorbeeld 65% of 70%. Hoe meer vocht, hoe luchtiger het brood kan worden en hoe langer het vers blijft. Meer vocht in brooddeeg is ook minder belastend voor je machine.
Soorten vocht
Wanneer je een deeg voor een brood gaat maken zal je meestal water gebruiken. Maar je kan ook melk gebruiken, dat maakt het brood luxer, smaakvoller en blijft iets langer vers. Het is wat minder gebruikelijk maar je kan ook appelsap, bier, karnemelk of kwark gebruiken.
Brood kan men perfect zonder vetstof maken. Vet zorgt voor de soepelheid van het deeg en de vershoudbaarheid. Brood zonder vet zal dus iets droger zijn. Als alternatief voor boter kan men Vitelma sla olie gebruiken.
Boter kan brood een rijkere smaak geven. Aan het bakproces draagt boter weinig bij. Margarine werkt enigszins als broodverbeteraar. Boter en margarine houden het brood iets langer vers en mals, tevens zorgen zij voor een groter volume.