De acht planeten die we in ons zonnestelsel kennen, zijn
De planeten
Om dat te onthouden kan je het ezelsbruggetje 'Maak Van Acht Meter Japanse Stof Uw Nieuwe Pyjama' gebruiken. Want dit zijn de acht planeten van dicht bij tot ver van de zon: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus en (dwergplaneet) Pluto.
Neptunus is vanaf de zon gezien de achtste en verst van de zon verwijderde planeet van het zonnestelsel.
Het is de op vier na grootste planeet in het zonnestelsel. Zo'n hemellichaam krijg je niet zomaar vernietigd. Over nog eens 4,6 miljard jaar, wanneer de zon het einde van zijn leven nadert en begint op te zwellen tot een rode reuzenster, zal de aarde er nog steeds zijn.
Het Center for Near-Earth Object Studies (CNEOS) van NASA stelde: "In het onwaarschijnlijke geval dat 2024 YR4 op een inslagtraject ligt, zou de inslag plaatsvinden ergens langs een risicocorridor die zich uitstrekt over de oostelijke Stille Oceaan, noordelijk Zuid-Amerika, de Atlantische Oceaan, Afrika, de Arabische Zee en Zuid-Azië ."
Uiteindelijk zal de mens uitsterven. Volgens de meest optimistische schatting zal onze soort misschien nog een miljard jaar voortleven, maar haar einde vinden wanneer de uitdijende zon de planeet verhit tot een Venusachtige toestand. Een miljard jaar is wel een lange tijd.
Astronomen en (asto-)biologen gaan er dan ook vanuit dat de aarde niet de enige 'levende planeet' in het heelal is. Hoe zeldzaam buitenaards leven precies is, is echter onbekend. Op andere planeten (of manen) in ons eigen zonnestelsel zijn tot op heden nog nooit sporen van buitenaardse organismen aangetroffen.
Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus bestaan uit gas.Daardoor zijn ze ongeschikt voor leven zoals wij dat kennen, en trouwens ook om op te landen. Van de planeten in ons zonnestelsel is Mars dus de beste optie.
Wetenschappers hebben diep onder de oppervlakte van de planeet Mars water gevonden. Dat werd eerder ook beweerd, maar volgens wetenschappers is er nu voor het eerst duidelijk bewijs voor de aanwezigheid van vloeibaar water op de planeet. Het water zit op een diepte van zo'n 10 tot 20 kilometer.
De binnenkern van de aarde is een massieve bal van ijzer en nikkel. De druk in die kern is zó groot dat 'ie - ondanks de enorme hitte - niet smelt. In de buitenkern is de druk minder groot, daar is de massa wél gesmolten. Om de aardkern heen zit een dikke laag gesteente die ook heel heet is.
De Maan verwijdert zich inderdaad langzaam van de Aarde. Dit komt door de getijdenkrachten, die ook eb en vloed veroorzaken. Het enige gevolg hiervan is echter dat de maand steeds langer duurt. Je hoeft je dus geen zorgen te maken, en je weet nu meteen waarom je er zo weinig over leest.
Het binnenste deel van de kern groeit nog steeds omdat materiaal in het buitenste deel stolt. Tijdens dit stollingsproces komt er warmte vrij wat voor convectie in de buitenkern zorgt.
Het einde van de zon
Dat gebeurt over ongeveer 5 miljard jaar, als de zon is opgebrand. Een ster die geen waterstof en helium meer heeft om aan fusie-energie te komen zal in intensiteit afnemen maar heel erg opzwellen. De zon zal naar schatting zo groot opgeblazen worden dat de aarde erdoor wordt verzwolgen.
In augustus 2006, tijdens de driejaarlijkse algemene vergadering, besloot de Internationale Astronomische Unie dat Pluto niet langer als planeet door het leven kan gaan. Pluto, Eris, enkele andere grote ijsdwergen en de grootste planetoïde, Ceres, zijn nu officieel geclassificeerd als dwergplaneet.
De Aarde ontstond volgens de meest aanvaarde theorie door accretie van de zonnenevel. Het exacte moment waarop deze accretie plaatsvond is moeilijk te bepalen, omdat in de verschillende modellen voor accretie de lengte van het proces verschilt: van enkele miljoenen jaren tot 100 miljoen jaar.
Deze twee moleculen schijnen in de vier massieve planeten de rol over te nemen van waterdamp op de aarde. Van zuurstof heeft men geen spoor gevonden, tenzij in Uranus en dan nog in een uiterst geringe hoeveelheid.
Wetenschappers denken dat de omstandigheden in dit gebied ooit geschikt waren voor levensvormen. Maar voorlopig zijn wetenschappers nog niet zo ver dat ze met zekerheid kunnen aankondigen dat er op onze vermiljoenrode buurplaneet ooit leven heeft bestaan.
Landen op een andere planeet in ons zonnestelsel is praktisch onmogelijk. Mercurius is de enige die ook maar enigszins mogelijk is , en dan alleen bij de dag/nacht-terminator, anders wordt het te snel te heet.
Zou de aarde echt de enige planeet in het heelal kunnen zijn waarop leven tot ontwikkeling is gekomen? Volgens de meeste astronomen en biologen is dat zeer onwaarschijnlijk. Maar keiharde bewijzen voor het bestaan van buitenaardse levensvormen ontbreken tot dusver.
In het zonnestelsel vallen alleen de Aarde en Mars in de bewoonbare zone; Venus en Mercurius staan te dicht bij de Zon, de andere planeten te ver ervandaan.
Nee, het heelal is onbegrensd en waarschijnlijk zelfs oneindig uitgestrekt. Langer antwoord: De nieuwste sterrenkundige waarnemingen doen vermoeden dat het heelal oneindig uitgestrekt is. Dat betekent dat het zeker geen rand heeft.
Fossiele stromatolieten vormen de oudste bewijzen voor leven op aarde die we tot nu gevonden hebben. Tot hiertoe waren de oudste exemplaren, die algemeen aanvaard worden als bewijs voor leven op aarde, afkomstig uit de Dresser-formatie uit Pilbara in Australië, en die zijn 3,48 miljard jaar oud.
Bij 4 graden opwarming is de verwachting dat veel oogsten volledig ineen zullen klappen. Droogtes, overstromingen, mislukte oogsten en stromen vluchtelingen als gevolg van onbewoonbaar geworden land zullen de druk verhogen in gebieden die kwetsbaar zijn voor massamigraties, onrust en gewapende conflicten.
Bijna een miljoen jaar geleden was de bevolking van een van onze voorouders zo klein, dat de mensheid op een haar na uitgestorven was. Meer dan 100.000 jaar lang leefden er maar zo'n 1300 individuen op de aarde. Dat blijkt uit een nieuwe studie van onderzoekers uit China, de VS en Italië.