De juiste benamingen zijn: grootmoeder, overgrootmoeder, betovergrootmoeder.
Er bestaan veel synoniemen voor het woord grootmoeder. Gebruikelijk zijn de termen oma en opoe. Beide zijn afkomstig uit de kindertaal. Het zijn kinderlijke vervormingen van respectievelijk de woorden grootmama en grootmoeder.
de overgrootmoeder zelfst. naamw. (v.) Verbuigingen: overgrootmoedersVerbuigingen: overgrootmoedertje de moeder van de grootvader of de grootmoeder Voorbeeld: `Mijn overgrootmoeder is twee dagen geleden overleden.
[familie] een vader van een grootouder.
De gemeenschappelijke voorouder zelf kan als eerste generatie beschouwd worden, zijn kinderen zijn generatie twee, zijn kleinkinderen generatie drie, zijn achterkleinkinderen generatie vier, enzovoorts. Bij de meeste mensen is tijdens de geboorte wel een of meerdere grootouders in leven.
"Overgrootoma is geen Nederlands, het is overgrootmoeder." Ik wil het uitleggen, maar het lukt niet. "Het staat mooi in het rijtje", zegt hij. "Onze geliefde moeder, schoonmoeder, oma, overgrootoma." Ik kijk mijn moeder aan.
Reacties van plusoma's en plusopa's: zo ervaren ze de stiefkleinkinderen. Stiefkleinkinderen, pluskleinkinderen, nieuwe kleinkinderen: hoe je ze ook noemt, ze maken plots deel uit van je leven. Zo ervaren de grootouders dat.
Grootmoeders: De top-5 aanspreektitels is: Grammy, Granny/Gran, Nana, Mimi en Bubbe. Voor de glamoureuze oma's is er 'glam ma', naar het voorbeeld van Goldie Hawn die zich nog te jong voelde voor iets anders.
Oma, bompa, meme, vake …
Overgrootouders moet je koesteren
"Met vier generaties op de foto!" Dat is een trotse uitroep van overgrootouders bij de geboorte van een achterkleinkind.
Een kleinkind is de sekseneutrale benaming voor een kind van een kind. Het is dus in afstamming de derde generatie, gerekend vanaf de grootouders van het kind. Een mannelijk kleinkind wordt kleinzoon genoemd, een vrouwelijk een kleindochter.
overgrootouders van uw partner; achterkleinkinderen van uw partner; neven en nichten van uw partner (kinderen van broers of zussen); ooms en tantes van uw partner (broers of zussen van de ouders).
Bompa, in Vlaanderen een veelgebruikt synoniem voor het woord opa, oude man.
[familie] het kind van iemands kleinkind.
beppe, bonmama, grootje, grootma, grootmama, grootmoe, moemoe, oma, omoe, opoe. als synoniem van een ander trefwoord: grootje (zn) : grootma, grootmoeder, oma, opoe.
De peter en meter zijn degenen die het kind voor God voorstellen, zij vergezellen hem of haar om gedoopt te worden. Dit begrip van begeleiding, van getuigenis, is niet louter religieus; het kan ook in een seculiere context worden toegepast. Vroeger was de peetvader de verantwoordelijke voor de opvoeding van het kind.
Ook 'vake' en 'moeke' worden vaak gebruikt als namen voor grootouders. Zowat een op de tien laat zich zo noemen. Andere klassiekers zijn bomma en bompa, en vava en moemoe. Sommige van die namen zijn duidelijk regiogebonden: in Oost- en West-Vlaanderen vind je bijvoorbeeld nauwelijks vava's of bomma's.
Bonus grootouders in opkomst
Helaas hebben ze niet allemaal een opa of oma met wie ze een band kunnen opbouwen. Gelukkig bestaat er nu zoiets als surrogaat grootouder-schap. Dat houdt in dat een gezin aan een oudere wordt gekoppeld die vervolgens de taak van opa of oma op zich neemt.
Maar bij de woorden 'oma' en 'opa' (in het Vlaams 'bomma' en 'bompa') is dat een heel ander verhaal.
Regelmatig oproepjes, daarom www.bonusoma.nl
Zij zoeken deze nieuwe grootouder(s) omdat de natuurlijke grootouders overleden zijn of de kleinkinderen niet meer kunnen zien. Omdat grootouders een belangrijke rol spelen in het leven van kinderen, willen ze toch graag een opa of oma in het leven van hun kind.
Eerstegraads familieleden: partner, ouders (ook adoptie- en stiefouders), schoonouders, kinderen (ook adoptie- en stiefkinderen), schoondochters- en schoonzonen. Tweedegraads familieleden: broers, zussen, kleinkinderen, opa's, oma's, schoonzussen, zwagers, stiefzussen, stiefbroers.
Derde graad
ooms en tantes (broers of zussen van de ouders).
Familieleden in de derde graad
Neven en nichten (kinderen van broer of zus), ooms*, tantes*, overgrootouders* en achterkleinkinderen.