Je kunt bijvoorbeeld meegeven: stukjes appel, banaan, druiven, stukjes peer, aardbeien, blauwe bessen, snoeptomaatjes, stukjes komkommer, reepjes paprika. Eigenlijk van alles aan fruit en makkelijk eetbare groenten.
Kies geen snel bederfbaar beleg zoals américain of rosbief. Ook lekker zijn hummus of een pasta op basis van groenten. Gebruik ook groenten tussen de boterhammen zoals geraspte wortelen, slablaadjes, komkommer, tomatenschijfjes. Ze brengen kleur in de brooddoos en dragen bij aan de dagelijkse hoeveelheid groenten.
Groente en fruit op brood
De dagelijkse aanbevolen hoeveelheid groenten en fruit verschilt per leeftijd. Om aan die hoeveelheid te komen, kun je je peuter of kleuter ook groente en fruit op zijn brood geven. Denk bijvoorbeeld aan plakjes tomaat, komkommer, paprika of avocado op zijn boterham met kipfilet.
Gezond met brood. Je kind eet ongeveer 2 tot 3 boterhammen per dag, meestal verdeeld over het ontbijt en de lunch (zie de dagmenu's). Brood heeft je kind nodig om bijvoorbeeld genoeg koolhydraten, eiwitten, vezels, jodium, B-vitamines en ijzer binnen te krijgen.
Kies voor een paar schijfjes mozzarella, een sneetje gerookte zalm of platte kaas met radijzen. Leg ook eens een tomaatje of een schijfje komkommer op de boterham. Betrek je kind bij het samenstellen van de inhoud van de brooddoos. Laat het bijvoorbeeld kiezen tussen ham of kaas, een appel of een kiwi.
Ondanks de varianten zonder suiker, zoals veel soorten pindakaas, zijn deze belegsoorten niet gezonder. Ze bevatten veel (verzadigde) vetten. In sommige diëten worden appelstroop en vruchtenhagel gezien als 'gezonder' broodbeleg.
kinderen van 4 tot 8 jaar hebben 3 à 4 sneetjes brood per dag nodig. Voor kinderen van 9 tot 13 jaar tel je daar een sneetje bij op. Smeer er wat halvarine op. Dat bevat vitamine A, D en E en onverzadigd vet.
Magere kaas is relatief gezond als broodbeleg
Kaas is niet supergezond, maar bevat wel hoogwaardige wei-eiwitten en melkeiwitten. Kaas is dus alleen gezond als je het met mate eet. Neem bij voorkeur magere (20+ & 30+) kaas, want die bevat relatief weinig verzadigd vet.
Als je een kind hebt dat naar de basisschool gaat, is er op school ieder dag een eetmoment in de ochtend, het 10-uurtje. Als je dat eetmoment weet in te vullen met een gezonde snack leg je al een hele mooie basis voor een gezond eetpatroon van de rest van de dag.
Je kunt het natuurlijk wel besprenkelen met citroensap. Heel fruit zoals een banaan, appel, mandarijn of pruim. Let daarbij wel op of je kind het zelfstandig kan eten, de juf heeft bijvoorbeeld geen tijd om een mandarijn te pellen voor de hele klas.
Een banaan is niet geschikt om in stukjes gesneden mee te geven. Deze stukjes zullen snel verkleuren en worden pappig. Als je niet een hele banaan mee wil geven, kun je deze wel met schil eromheen doormidden snijden en dan een halve banaan meegeven. Doordat je de schil eromheen laat, blijft de banaan wel goed.
Ja, als jouw kind een continurooster heeft of overblijft dan moet jij een lunch meegeven naar school. Dit moet dan wel lekker blijven en niet dat het om half 1 droog, vies of niet meer eetbaar is. Hieronder een aantal tips die ik je wil meegeven daarvoor: Koop een goed sluitende en stevige broodtrommel.
Idealiter eet een volwassen vrouw zo'n 4 à 5 boterhammen per dag, voor mannen is dat 6 à 8 sneetjes. Jouw kinderen kunnen dagelijks best zo'n 2 à 3 boterhammen eten.
Conclusie: Brinta is in principe een gezond product, met name omdat het volkoren is en daardoor veel vezels bevat. Het is wel een koolhydraatrijk product. Wanneer je het aantal koolhydraten wilt beperken of wilt afvallen kun je het beter niet eten.
Toch is pindakaas gezond
Maar omdat pindakaas voor ruim de helft uit vet bestaat, is het behoorlijk calorierijk: ongeveer 630 kilocalorieën per 100 gram, veel meer dan bijvoorbeeld volvette kaas (ongeveer 390 kcal) of boterhamworst (309 kcal). Toch is het een gezonde vervanger van zulk hartig beleg.
De leerlingen laten de leraar een boterham met chocoladekorrels smeren. Ze geven hierbij precieze instructies. Ze moeten hierbij bewust nadenken over alle stappen die de robot daarvoor moeten nemen. Door na te denken over de stappen die ze moeten nemen, leren ze in eenvoudige algoritmes denken.