Een lui oog wordt behandeld door het goede oog met een pleister af te plakken. Het luie oog wordt hierdoor gestimuleerd om beter te kijken. Sommige kinderen dragen de pleister een kwartier per dag, andere de hele dag.
Behandeling van scheelzien
Dit gebeurt door het oog af te plakken. Hoe eerder hiermee begonnen wordt, hoe beter de gezichtsscherpte ontwikkeld kan worden. Verder kan scheelzien in sommige gevallen geheel of gedeeltelijk behandeld worden met een bril. Ook kunnen oefeningen voor de oogspieren verbetering geven.
Scheelzien kan minder worden of weggaan door een bril of een operatie. Het is belangrijk om scheelzien vroeg te ontdekken en te behandelen. Dat kan voorkomen dat uw kind een lui oog krijgt.
Een oogoperatie of scheelziensoperatie zal geen effect meer hebben op de het luie oog. Hooguit om cosmetische redenen kan een operatie zinvol zijn. Ontstaat scheelzien na het achtste levensjaar, ook op volwassen leeftijd, dan is het vermogen van de hersenen om het afwijkende beeld te onderdrukken verloren gegaan.
Na een leeftijd van 8 à 10 jaar is een lui oog niet meer te genezen, zegt de wetenschap. Maar onderzoekers hebben nu een mogelijke therapie ontdekt, die ervoor kan zorgen dat het gezichtsvermogen van volwassenen met een lui oog toch sterk kan verbeteren. Een kind met een pleister op zijn oog.
Wat is een lui oog trainen (oog afplakken)?
Om het luie oog te trainen plakt u op het goede oog van uw kind een oogpleister. Hierdoor kan uw kind alleen met het luie oog kijken. Het goede oog is bedekt en kan niet meehelpen. Het luie oog moet zo harder werken en gaat daardoor beter zien.
Scheelzien is een afwijking aan de stand van de ogen, waarbij de ogen niet meer op hetzelfde punt gericht zijn. Het ontstaat meestal op kinderleeftijd, maar het kan ook bij volwassenen optreden. Als een of meerdere oogspieren minder goed werken, gaat het oog scheef staan. Er is dan sprake van scheelzien.
Joosse: “Waarschijnlijk zien mensen met een schele oogstand eerst heel even dubbel, maar kunnen de hersenen dat niet goed verwerken. Een aantal hersencellen zal er dan mee stoppen, omdat ze alleen maar storen. Zo verdwijnt het dubbelzien.”
Door de extra inspanning die geleverd moet worden kan de oogsamenwerking soms in de war raken. Ook bijziendheid kan scheelheid veroorzaken. Een andere oorzaak zijn te korte, te lange of niet goed functionerende oogspieren. Daarnaast speelt erfelijkheid vaak een rol in het ontstaan van scheelzien.
Als u plotseling met één oog niet kunt zien, mag u tijdelijk niet rijden. Uw hersenen hebben tijd nodig om te wennen aan kijken met één oog. Dit geldt ook als u één oog moet afdekken omdat u dubbelziet. Na minimaal 3 maanden mag u weer rijden.
Oorzaken van scheelzien kunnen een hoge mate van verziendheid, een hoge mate van bijziendheid, te lange oogspieren of erfelijkheid zijn.
Onderzoeken wijzen uit dat mensen met een lui oog meer kans hebben op slechtziendheid aan beide ogen. De risico's van de behandeling van het luie oog zijn: het ontstaan van een lui oog van het andere oog en het ontstaan of toenemen van scheelzien en dubbelzien.
Amblyopie is een slecht gezichtsvermogen van één oog, ontstaan doordat dit oog zich in de vroege kinderjaren niet normaal heeft kunnen ontwikkelen. In het Nederlands spreekt men van een 'lui oog'. Amblyopie komt bij ongeveer 4% van de bevolking voor.
Het is mogelijk dat de afwijking al langere tijd bestaat en dat er sprake is van een lui oog. Iemand die scheel kijkt, ziet geen diepte. Hierdoor kan het moeite hebben met afstanden en dieptes inschatten. De meeste mensen leren vanzelf hoe ze hiermee moeten omgaan.
Ogen laseren en leeftijd.
Een vraag die vaak terugkomt, is hoe oud men idealiter is bij een ooglaserbehandeling met de LASIK-techniek of andere technologieën. Samengevat moet de patiënt minstens 18 jaar zijn.
Scheelzien (strabismus) is een afwijking van de stand van de ogen, waarbij de ogen niet op hetzelfde punt gericht zijn. De aandoening ontstaat meestal op kinderleeftijd, maar kan ook bij volwassenen optreden. Scheelzien komt voor bij 2-5% van de kinderen.
Symptomen lui oog
Verminderd zicht, meestal aan één oog; Soms moeilijk diepte kunnen zien; Soms loensen of scheel kijken.
Enkele oorzaken van scheelzien kunnen zijn: een brilsterkte, een verminderde gezichtsscherpte of een oogspierverlamming. Zo'n verlamming kan bij de geboorte al aanwezig zijn of pas op latere leeftijd ontstaan. De gevolgen van scheelzien zijn afhankelijk van de leeftijd waarop het scheelzien ontstaat.
Als deze ontwikkeling wordt verstoord, kan scheelzien optreden. De oorzaken van scheelzien bij kinderen zijn niet altijd duidelijk, maar waarschijnlijk spelen erfelijke en omgevingsfactoren een rol: Erfelijke aanleg. Oogheelkundige afwijkingen.
Wat is scheelzien? Als een kind naar iets kijkt, draaien beide ogen er meestal tegelijk naartoe. Bij een kind dat scheel kijkt, kijken beide ogen niet precies dezelfde kant op. Een ander woord voor scheelzien is loensen.
Het luie oog is het oog waar uw kind niet mee kijkt. Het luie oog werkt wel, maar de hersenen van uw kind kiezen ervoor om alleen met het goede oog te kijken. Als uw kind het luie oog lang niet gebruikt, wordt het steeds moeilijker om met het luie oog nog goed te zien.