Ook water heeft een dichtheid, maar die is niet gelijk aan de bal of het bakje. De bal klei heeft een grotere dichtheid dan water en daarom zinkt de bal naar de bodem. Het bakje van klei en lucht heeft een kleinere dichtheid dan water en blijft daarom drijven op het water.
Een voorwerp drijft in een vloeistof als de dichtheid van de vloeistof groter is dan de dichtheid van het voorwerp. Als de dichtheid van het voorwerp groter is dan die van de vloeistof, dan zal het voorwerp zinken. Als de dichtheden precies gelijk zijn, zal het voorwerp zweven.
Een liter olie is lichter dan een liter water, maar een liter stroop is zwaarder. Je kunt ook zeggen dat olie een kleinere dichtheid heeft dan water en stroop een grotere dichtheid. En daarom blijft de olie op het water drijven en zakt de stroop erdoorheen.
Het materiaal van een voorwerp bepaalt of het voorwerp drijft of zinkt. Je kunt zeggen: massieve voorwerpen van hetzelfde materiaal blijven (altijd) drijven, dan wel gaan (altijd) zinken. Het gewicht van het materiaal bepaalt of het voorwerp drijft of zinkt.
Voor een kubieke centimeter hout of kurk geldt dat het lichter is dan een kubieke centimeter water of olie. De dichtheden van hout en kurk zijn dus kleiner dan de dichtheden van water en olie. Daarom blijven voorwerpen van hout of kurk drijven op zowel water als olie.
Zo zullen er vormen worden gemaakt die in zout water wel drijven en in zoet water niet. Of iets blijft drijven of zinkt in water hangt af van hoe zwaar het is, maar ook van hoe zwaar het water is. Als iets lichter is dan water dan drijft het, als iets zwaarder is dan water zinkt het.
Een ijzeren bol zinkt, maar een boot van ijzer blijft drijven! Wanneer het voorwerp een holle vorm heeft, bevat het veel lucht (lucht is veel lichter dan water), hierdoor is het soortelijk gewicht kleiner en blijft het voorwerp drijven.
Puimsteen is een steensoort die ontstaat als een vulkaan onder water uitbarst en er lava in het water komt. De steensoort is licht en er zitten allemaal kleine gaatjes met lucht in. Daardoor drijven de stenen naar de oppervlakte.
Je blijft drijven als je effectieve dichtheid kleiner is dan die van water, ofwel kleiner dan 998 gram per liter. Voor het gemak kan je zeggen 1 kg/L Waarom effectieve dichtheid? Elk weefsel wat je hebt, heeft een verschillende dichtheid. Botter zijn zwaarder en inderdaad, vet is lichter.
De soortelijke massa van de mens kan actief worden beïnvloed door het volume te vergroten en de massa nagenoeg gelijk te laten. Dit gebeurd door in te ademen. Door inademing zetten de longen uit en stijgt dus het volume zonder dat de massa noemenswaardig wijzigt.
Olie en water mengen niet, dat komt omdat olie niet van water houdt, dit noemt men in de wetenschap hydrofoob ('hydro' betekent water en 'foob' komt van het Griekse woord bang). De olie is ook nog eens lichter dan water, daarom drijft het op water, net zoals een kurk zou doen.
De atomen die oliemoleculen vormen zijn lichter dan die van watermoleculen. Olie is dus lichter dan water en drijft daarom naar boven.
Cruiseschepen zijn ook heel zwaar, maar blijven toch drijven omdat deze schepen vol met lucht zitten. Als er ergens lucht in zit, blijft het drijven. Het drijfvermogen noemen we de Wet van Archimedes.
Als het voorwerp zwaarder is dan het water dat aan de kant geduwd wordt, zal het voorwerp zinken. Als de dichtheid van een voorwerp kleiner is dan die van de omringende stof, zal dit voorwerp drijven. Kurk heeft een dichtheid van 0,25 g/cm³. Dit is veel kleiner dan de dichtheid van water met 1,0 g/cm³.
Als je een paperclip in het water laat vallen, wordt dit laagje gebroken en zinkt-ie naar de bodem. Maar door hem eerst rustig op iets zachts te liggen, blijven de moleculen aan elkaar vastzitten. Zo blijft de paperclip drijven!
Als er veel zout in water zit, bevat het water heel wat extra deeltjes en dus heel wat extra watermannetjes. Dit zorgt ervoor dat het water sterker wordt en jouw lichaam beter omhoog kan duwen! De 'Dode Zee' is de zoutste zee ter wereld.
Wat vooral erg goed helpt, is het oefenen van het drijven. Kinderen leren drijven als een zeester door op de rug de armen en benen te spreiden, de buik naar boven te duwen, naar het plafond kijken en de oren onder water te houden. Op de buik doen ze dit juist andersom met het gezicht onder water.
Als je diep onder water bent en naar boven wil komen, gebruik dan je armen om jezelf omhoog te stuwen. Houd ze recht boven je hoofd en beweeg ze snel langs je lichaam naar beneden. Hierdoor zal je omhoog komen. Doe dit net zo lang tot je boven water komt.
Wanneer je boven water wilt blijven, helpt (diep) inademen enorm. Tijdens het uitademen zak je weer een beetje. Het is daarom handig om het 'boven blijven' te ondersteunen met (stuw)bewegingen van armen en benen die er voor zorgen dat je 'omhoog' komt.
Wist je dat een peer zinkt en een appel blijft drijven? Dit komt omdat een appel voor 25% uit lucht bestaat en daarmee lichter is dan water en een peer niet.
Een baksteen is veel zwaarder. Hij verplaatst ook wel water, maar de hoeveelheid water die verplaatst wordt, weegt veel minder dan de steen weegt. De steen zinkt dus.
De tegenkracht van het water noemen we de opwaartse kracht. Als die opwaartse kracht sterk genoeg is blijft het voorwerp drijven, en als de opwaartse kracht van te klein is zinkt het voorwerp.
Als een voorwerp een grotere dichtheid heeft dan de omringende vloeistof, dan zal het voorwerp zinken. Als het een lagere dichtheid heeft, dan blijft het drijven. Piepschuim heeft bijvoorbeeld een lagere dichtheid dan water en blijft dus drijven (zie de onderstaande afbeelding).
Als een voorwerp een grotere dichtheid heeft, dan zinkt het in water. Als het een lagere dichtheid heeft, dan blijft het drijven. Dit voorwerp heeft dus een dichtheid van 2500 kg/m3. Deze dichtheid is groter dan die van water en dit voorwerp zal dus zinken.
De dichtheid van water kan wel veranderen, namelijk door zout aan het water toe te voegen. 64 gram zout per liter water geeft een dichtheid van 1.064 kg/l. Er zit 300 liter in het bad, dus om de proefpersoon te doen drijven, moet je 19.200 gram = 19,2 kg (64 x 300) zout aan het bad toevoegen.