Het zorgt dat stoffen die van nature in de hersenen voorkomen minder werken, vooral dopamine. Hierdoor worden psychosen en onrust minder. Artsen schrijven het voor bij psychose, schizofrenie, manie, onrust, dementie, tics, dwangstoornissen, misselijkheid en braken.
Indicaties. De belangrijkste indicaties van antipsychotica (neuroleptica) is uiteraard het behandelen van desintegratie in de vorm van acute dan wel chronische psychosen. Daarnaast kunnen zij deel uitmaken van de behandeling van ernstige depressies, zeker wanneer deze gepaard gaan met psychotische verschijnselen.
Dat antipsychotica vaak bijwerkingen hebben is algemeen bekend, maar dat het ook kan leiden tot het ontstaan van diabetes type 2, obesitas en verstoringen van de vetstofwisseling is relatief onderbelicht. Deze klachten samen worden ook wel het metabool syndroom genoemd.
Bij de behandeling van een psychose, manie, depressie of trauma wordt soms medicatie voorgeschreven. Welke soorten medicatie zijn er eigenlijk? Antipsychotica dempen psychotische verschijnselen en antidepressiva kunnen depressieve klachten verminderen.
Wat doen antipsychotica? Een antipsychoticum heeft geen genezende werking; het neemt de oorzaak van de psychose niet weg en lost achterliggende problemen niet op. De medicatie zorgt er wel voor dat angst en agitatie worden gedempt.
Aanbeveling. Bij instelling op een antipsychoticum dient de behandelend psychiater rekening te houden met verschillen tussen antipsychotica in het risico op ontregeling van metabole waarden. Dit weegt het zwaarst bij clozapine en olanzapine en weegt ook zwaar, maar minder, bij quetiapine en risperidon.
Het is echter vooralsnog onduidelijk of het gebruik van antipsychotica op lange termijn de levensverwachting van mensen met een psychotische stoornis negatief beïnvloedt en of er tussen de verschillende antipsychotica op dat vlak onderlinge verschillen bestaan.
Meestal schrijft een psychiater of een huisarts je psychofarmaca voor; zo noemen we medicijnen tegen psychische problemen. Onder supervisie mogen ook een arts-assistent of verpleegkundig specialist dit doen. Zij stemmen de medicatie die zij voorschrijven altijd op elkaar af.
Antipsychotica kunnen worden ingedeeld in klassieke (1e generatie) en atypische antipsychotica (nieuwe).
Een psychose zonder medicatie kan binnen een week weg zijn of een jaar of langer aanhouden. Er is geen precies antwoord op te geven, behalve dat je ook zonder medicatie uit de psychose kan komen. Het is over het algemeen niet zinvol om iemand te proberen overtuigen dat anderen zijn ideeën niet hebben.
Een aantal richtlijnen adviseert bij een eerste psychose minimaal twee jaar antipsychotica voor te schrijven (Bosveld-van Haandel et al., 2001; Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ, 2005). Na meerdere episoden moet behandeling levenslang gegeven worden.
Leeftijdsgroepen. Van de ruim 350.000 patiënten die in 2019 een antipsychoticum gebruikten, zijn de meesten (143.000, 40%) tussen de 41 en 64 jaar.
Antipsychotica inzetten bij mensen met een ASS heeft twee mogelijke doelen. Effectieve reductie van prikkelbaarheid en appelerend probleemgedrag. Effectieve reductie van de ASS-kernsymptomen.
Het is aangetoond dat amisulpride, clozapine, olanzapine en sulpiride een gunstig effect hebben op de depressieve symptomen, in vergelijking met de andere antipsychotica.
Met specialistische medicatie wordt bedoeld: medicatie die de huisarts in de dagelijkse praktijk in de regel niet voorschrijft en waarvoor naar de tweede lijn of bijvoorbeeld de gespecialiseerde ggz wordt verwezen, zoals antipsychotica, anti-epileptica, middelen bij inflammatoire darmziekten of orale oncolytica.
Een psychose ontstaat vaak in de adolescentie of vroege volwassenheid en kan samenhangen met verschillende psychiatrische ziektebeelden. Zo zijn er psychosen door drugsgebruik, psychosen bij een manisch-depressieve aandoening, psychosen bij schizofrenie en kortdurende psychotische stoornissen.
Symptomen. Een psychose begint vaak met niet-specifieke klachten. Iemand verandert bijvoorbeeld in zijn gedrag, lijkt niet langer geïnteresseerd in sociale contacten en wordt minder actief. Vervolgens wordt hij bijvoorbeeld achterdochtig, hoort stemmen, hallucineert en kan niet meer helder denken.
Vaak heb je daarvoor al last van gedragsveranderingen, dit wordt ook wel een voorfase genoemd. Deze voorfase, die enkele maanden kan duren, kan overgaan in een psychose. Maar dat hoeft niet altijd, het kan ook overgaan, spontaan of met hulp van buitenaf.
De psychiater stelt u een aantal algemene vragen. De psychiater kan u daarnaast vragen naar uw medicijngebruik en of u therapie volgt om uw symptomen te verminderen. Ook mag de psychiater vragen naar uw alcohol- en drugsgebruik. En of u nog andere aandoeningen heeft, zoals een angststoornis of een depressie.
Een psychiater is eigenlijk een dokter voor de ziel. Hij of zij is bevoegd om medicatie voor te schrijven aan patiënten met bepaalde psychiatrische stoornissen. Een psycholoog mag dit niet. Bij een psychiater kun je terecht met de meer ernstigere psychische problemen.
Bijwerkingen anti-psychotica
De meest voorkomende bijwerkingen van antipsychotica zijn:vlakker worden van gevoelens en emoties. bewegingsstoornissen (je beweegt strammer)niet stil kunnen zitten, rusteloosheid.
“Dat heeft te maken met de plasticiteit van het brein. Hoe jonger je bent, hoe meer zich dat nog kan aanpassen. Daarnaast levert iedere psychose hersenschade op. Dus hoe beter je die kunt voorkomen, hoe minder schade.”
Zowel klassieke als atypische antipsychotica hebben bijwerkingen: bewegingsstoornissen (extrapiramidale symptomen zoals acute dystonie, acathisie en parkinsonisme, en vooral bij langdurig gebruik tardieve dyskinesie en tardieve dystonie), metabole stoornissen, seksuele-functiestoornissen en cardiale bijwerkingen.