Vaak gebruiken baby's twee manieren om zelfstandig te zitten. Als je baby op zijn buik ligt, duwt hij zijn borst omhoog.Daarna draait hij zich op zijn zij en duwt zich rechtop met zijn armen. Er is ook een andere manier om te zitten vanuit buikligging.
Tussen de 7 en 13 maanden leren de meeste baby's om zelfstandig te kunnen zitten. De rug- en nekspieren zijn dan sterk genoeg om zijn lijfje omhoog te houden. Je baby kan zich op dat moment vanaf de buikhouding opdrukken tot zit.
Zelfstandig rechtop zitten
Het begint meestal met het oprichten van de borst, een soort mini push-up. De meeste baby's gaan vervolgens op een van de volgende manieren zitten: Vanuit buikligging richt hij zijn borst op. Hij draait zich op zijn zij en drukt zich met zijn armen omhoog tot hij op zijn billen zit.
De meeste baby's leren zelfstandig zitten tussen de 6 en 8 maanden, wat een enorme mijlpaal is. Veel ouders kunnen hier dan ook haast niet op wachten, waardoor ze hun baby al veel te vroeg in de zitpositie willen zetten, op schoot of op de bank bijvoorbeeld.
De eerste maanden
Na vijf of zes maanden lukt het baby's soms om even rechtop te zitten. Maar je moet je baby nog altijd blijven ondersteunen.
De meeste baby's zijn gemiddeld tussen de 7 en 10 maanden als ze gaan kruipen. Maar er zijn ook baby's die pas later gaan kruipen (of gaan billenschuiven) of de hele kruipfase overslaan en meteen gaan lopen. Ook hier geldt: maak je niet gelijk zorgen als het bij jouw baby anders gaat.
De meeste baby's beginnen trouwens pas met kruipen als ze zelfstandig kunnen zitten. Vanaf dat moment zijn de spieren sterk genoeg om voldoende rompbalans op te bouwen en dus om te kruipen. Toch kan niet iedere baby zitten voor hij kan kruipen.
Je baby is alweer zeven maanden oud en gaat steeds beter communiceren. Ook herkent hij nu zijn eigen naam! Niet alleen zijn geheugen en spraak is flink aan het ontwikkelen, ook weet hij wel raad met zijn handjes: hij zwaait nu naar iedereen!
Naar achteren tijgeren op de buik: dit leren baby's gemiddeld tussen de 7 en 8 maanden. Naar voren tijgeren op de buik:baby's leren gemiddeld tussen de 8 en 9,5 maanden om naar voren te tijgeren op hun buik door zich met de armen voort te trekken en met de benen af te zetten.
Van rug naar buik en van buik naar rug. Vaak beginnen ze met het rollen, van de rug naar de zij. Gemiddeld rollen de meeste baby's volledig om tussen 5,5 maand en 9 maanden. Natuurlijk zijn er ook kindjes die veel sneller zijn of juist langzamer.
Als de bovenste helft van de rug recht wordt dan kan een kindje leren om te gaan zitten. Dit is doorgaans rond de 8-9 maanden. Dit is vaak 1 of 2 maanden nadat ze voor het eerst gingen tijgeren of kruipen.
De eerste keren tummy time kan het zijn dat je baby het helemaal niks vindt om op zij buikje te liggen. Je begint daarom het beste met korte buikmomentjes over verspreid over de dag: zo'n 3 tot 5 minuten per keer, zo'n 2 tot 3 keer per dag. Push je baby vooral niet, vooral tijdens de eerste paar keren.
Je baby kan gedurende één minuut los zitten (zonder steun van de armen). Hij kan zitten met een rechte rug en gestrekte benen en heeft hierbij een actieve balans. Hij trappelt graag met zijn benen als je hem overeind houdt door hem onder je armen te dragen. Wees voorzichtig, het is te vroeg om hem te laten lopen.
Daarnaast zitten de baby's te lang, waardoor de ontwikkeling van hun buik- en rugspieren vertraagt. Onderzoekers van de vakgroep Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie (UGent) stelden al in 2010 vast dat de motorische ontwikkeling bij Vlaamse baby's trager verloopt dan elders.
Gebruik de Maxi-Cosi niet als stoeltje thuis of als je op visite bent. Een baby is pas te groot voor het autostoeltje als de bovenkant van zijn hoofd boven de rugleuning uitkomt, hij meer dan 13 kilo weegt of groter is dan 83 cm (dat is circa 15 maanden oud).
Mijlpalen in de hersenontwikkeling op 6 maanden
De hersenen van je kindje groeien! Hij is nieuwsgierig: hij kijkt naar nabije voorwerpen en probeert voorwerpen buiten zijn bereik te grijpen. Hij neemt dingen van de ene in de andere hand en brengt zijn handjes naar zijn mond.
Als je baby gaat billenschuiven, is dat in principe niet erg. Het is een normale variant in zijn ontwikkeling, een alternatief voor kruipen. Billenschuiven kan wel wat gevolgen hebben voor de ontwikkeling van je kind.
Wanneer zal je kleintje zich voor het eerst omrollen? Het kan zijn dat je baby zich met 3 maanden kan omrollen van rug naar buik, maar pas met 6 maanden terug kan rollen. Alles binnen die tijdsperiode valt binnen de normale motorische ontwikkeling.
Duimpje in een gespannen vuistje: betekent dat je baby zich hevig inspant. Als de nageltjes in de handpalm worden gedrukt is je baby boos of wil zich afsluiten voor nog meer indrukken. Los knuistje: met de vingers los om de duim betekent rust (meestal bij slaap).
Na de geboorte herkent ze de geur van haar belangrijkste verzorger al binnen een paar dagen – haar favoriete geur. Op zicht Het duurt minstens een paar weken en soms wel twee maanden voor een baby haar belangrijkste verzorger op het zicht herkent.
Wees niet verbaasd als je baby niet ongestoord slaapt 's nachts, en allerlei bewegingen maakt met de armen en benen. Geen zorgen. Deze schokkerige bewegingen maken deel uit van de normale ontwikkeling van je baby.
De meeste baby's kunnen aan de hand lopen tussen de 8 en 15 maanden. Maar de verschillen tussen kinderen zijn groot. Je kind loopt eerst een tijdje langs de rand van de box, de tafel of de bank. Daarna gaat je kind echt loslopen.
Elk kind ontwikkelt op zijn eigen tempo. Sommige kinderen zeggen hun eerste woordje als ze 10 maanden zijn, terwijl anderen pas met 20 maanden een duidelijk woord uitbrengen. Aan woordjes gaat trouwens een brabbelfase vooraf. Je hoort dan vooral een opeenvolging van dezelfde lettergrepen.
Tussen de 7 en 8 maanden gaan de meeste baby's tijgeren, al ontwikkelt elk kind zich natuurlijk op zijn eigen tempo. Hierbij ligt je baby op zijn buik, zet hij zich met de voetjes af en trekt hij zich met zijn armen vooruit.
Kruipen, een belangrijke fase
Hij stimuleert ook de verbinding tussen de twee hersenhelften en dat is cruciaal voor zijn ontwikkeling. Bovendien krijgt hij al kruipend meer bewegingsvrijheid, oefent hij op ruimtelijk inzicht en verbetert hij zijn oog-handcoördinatie.