Volgens Aristoteles is een deugd altijd een midden tussen uitersten. Vriendschap is dan het perfecte midden tussen egoïsme en altruïsme. Als je enkel van een ander houdt om wat die persoon of de relatie jou oplevert, kun je niet van vriendschap spreken.
Volgens Aristoteles is de mens van nature een politiek dier dat alleen in gemeenschap met anderen gelukkig kan worden. Vriendschap is in die zin voor Aristoteles zelfs belangrijker dan rechtvaardigheid, want onder vrienden is rechtvaardigheid niet meer nodig.
Vriendschap kan dan samenvattend gedefinieerd worden als: een duurzame verhouding van wederkerige welwillendheid tussen mensen die elkaar vertrouwen en voldoende gelijk geïnteresseerd zijn om elkaar graag te zien en regelmatig samen dingen te ondernemen, en die van elkaar weten dat ze zo over hun verhouding denken.
Filosofie is voor Aristoteles het streven naar de ware kennis van alles wat noodzakelijk en onveranderlijk is. De weg daartoe is de studie van het concrete en het individuele. In tegenstelling tot Plato leert Aristoteles dat het bereiken van inzicht in het wezen der dingen niet buiten de zintuiglijke waarneming om kan.
Vriendschap is een nauwe relatie of verhouding tussen twee of meerdere mensen. Hierbij speelt het geslacht geen rol en daarnaast seksualiteit vaak ook niet. Het belangrijkste waarop een goede vriendschap gebouwd is, is vertrouwen en onvoorwaardelijkheid.
Vrienden zijn mensen op wie je kunt vertrouwen, die je altijd steunen en naar je luisteren. Echte vriendschap is waardevol en bijzonder. Waarschijnlijk heb je veel vrienden die je graag mag en ziet, maar als je er nog eens even over nadenkt weet jij misschien ook wel dat niet al die 'vrienden' echte vrienden zijn.
Volgens Aristoteles zijn er vier centrale deugden, deze worden ook wel de kardinale deugden genoemd. Dit zijn: verstandigheid, rechtvaardigheid, gematigdheid en moed.
Volgens Aristoteles is het menselijk geluk het hoogste goed waarnaar ieder mens streeft en waarop iedere politieke gemeenschap gericht is – het goede leven.
“Aristoteles was de eerste filosoof die subjectief geluk onderzocht.En dan niet het geluksgevoel op de korte termijn, zoals plezier, maar geluk op langere termijn. Hij wilde weten hoe je innerlijke rust kunt krijgen die echt uit jezelf komt en niet afhankelijk is van externe factoren.
Tegenwoordig spreken we vaak gewoon over “het is platonisch” en beschrijft dit een relatie twee personen die geen seks hebben met elkaar. Maar het hoeft niet zo te zijn dat er totaal geen fysiek contact is of helemaal geen seksuele spanning is in een platonische relatie.
Vriendschap is een vorm van liefde
Je kunt houden van iemand die niet van jou houdt maar je kunt nooit bevriend zijn met iemand die jou niet als vriend ziet. Dat betekent dat jullie je bewust zijn van jullie wederkerigheid. Je wilt dat je vriend(in) gelukkig is en dat het hem of haar goed gaat.
Vriendschap is gebaseerd op een gevoel van nabijheid en behoefte om te delen. Ze verhogen ons zelfvertrouwen en helpen tegen stress. Personen die vriendschappen waarderen voelen zich gelukkiger en gezonder. Investeren in vriendschappen is daarom altijd belangrijk.
Een gezonde vriendschap kenmerkt zich doordat de basis van vertrouwen en respect aanwezig is. Je weet dat de ander je steunt bij de leuke en pijnlijke momenten in het leven. De vriendschap geeft je energie en maakt je blij. Je kan je kwetsbaarheid tonen en er is regelmatig contact (het liefst ook face to face).
genieten van elkaars gezelschap; vertrouwen in elkaar; positieve wederkerigheid: een gelijkwaardig geven en nemen tussen de twee vrienden; de mogelijkheid om jezelf te zijn, je eigen gevoelens te uiten en fouten en vergissingen te durven maken zonder bang te zijn dat je daarvoor wordt veroordeeld.
Vriendschap is een zeer waardevol onderdeel van je leven; vrijer dan een liefdesrelatie, maar niet vrijblijvend. Langdurige vriendschap vraagt, net als de liefde, enig onderhoud.
Aristoteles maakt onderscheid tussen verschillende soorten zielen: vegetatieve (planten), sensitieve (dieren) en intellectuele (mensen). Overkoepelend is het idee van de ziel als een soort organiserend principe dat ervoor zorgt dat een organisme groeit en naar iets streeft.
Aristoteles wordt beschouwd als de meest universele denker van de oudheid. Hij schreef honderden werken over uiteenlopende onderwerpen. Zo schreef hij niet alleen over biologie, maar ook over de basisprincipes van de natuurwetenschap, politiek, ethiek, logica, wiskunde en kunst.
Aristoteles was de uitvinder van de studie van de logica, of de wetenschap van het redeneren. In de logica was hij degene die het "syllogisme" bedacht. Een voorbeeld van een syllogisme is: Elke Nederlander is een mens.
Een praxis is echter een handeling waarvan het doel in het handelen zelf ligt. Zo is het spelen van een spel leuk en is dat spelen het doel. Het plezier dat het spel oplevert verdwijnt zodra het spelen stopt. De deugdethiek van Aristoteles vat het leven op als de omvattende praxis waarbij geluk het hoogste doel is.
Waar het om draait in een vriendschap is respect en vertrouwen. Je moet er vanuit kunnen gaan dat je jezelf mag zijn bij de ander en hem of haar alles toe kunt vertrouwen. Zodra daar een scheurtje in ontstaat, gaat het doorgaans bergafwaarts met de vriendschap.
Een slechte vriendschap is een relatie waarin jij je ongelukkig, ongezien, ongewaardeerd of zelfs misbruikt voelt. En dat kan verschillende vormen aannemen: van constante kritiek, het negeren van jouw behoeften, manipulatief gedrag of zelfs ontrouw.
Vriendschap is evenredig participeren en delen, genieten van elkaars gezelschap en elkaar helpen in nood. Echte vrienden geloven dat ze in elkaars belang handelen. Ze aanvaarden de ander, respecteren, begrijpen en vertrouwen elkaar. Ze kunnen zichzelf zijn en hoeven zich niet anders te gedragen.
Een vriendschap opbouwen doe je met geven en nemen. Deel eens iets persoonlijks of iets leuks uit je leven. Je hoeft niet meteen al je zorgen op tafel te leggen, dat kan wachten. Laat merken dat je het contact waardeert: 'Ik vind het leuk om je te spreken'.