De bank heeft je namelijk iets gegeven, omdat ze jouw centen mochten gebruiken in dat jaar. Dit heet rente. Omgekeerd is het ook zo dat als je geld bij de bank leent, je na een jaar meer centen moet teruggeven dan dat je geleend hebt.Dat bijkomende bedrag noemen we interest.
Rente en interest zijn synoniemen. De betekenis is 'procentuele periodieke vergoeding voor het lenen van geld'.
Rente, interest of intrest, is de vergoeding die wordt ontvangen voor het uitlenen van geld en die betaald wordt door degene die het geld leent.
Rente is een vergoeding voor het tijdelijk uitlenen van geld. Wie geld spaart bij een bank, krijgt rente. Wie bij een bank leent - bijvoorbeeld voor de aankoop van een woning - moet rente betalen. Banken bepalen de hoogte van de rente op basis van kosten, risico en een winstopslag.
Stel je voor dat je € 1.000 hebt en dat je hier 2% rente op krijgt. Aan het eind van het jaar krijg je dan 1.000 × 0,02 = € 20 aan rente. Dit is het bedrag dat wordt bijgeschreven op je rekening. Dit rentepercentage is de nominale rente.
Stel, je hebt 10.000 euro spaargeld. Als je dat nu op een spaarrekening zet, krijg je daar maximaal ongeveer 2 procent spaarrente voor. Na 10 jaar levert je dat bijna 2.190 euro op. Je kunt er ook voor kiezen om je spaargeld door verschillende deposito's te laten rollen.
Aan het eind van elke dag berekenen we hoeveel rente je die dag moet betalen. Dit wordt als volgt berekend: het nominale rentepercentage dat geldt voor jouw betaalrekening, gedeeld door 365 (dagen in het jaar), vermenigvuldigd met het negatieve saldo. In een schrikkeljaar wordt het door 366 dagen gedeeld.
Wat is interest? Je hoort het waarschijnlijk best vaak, het woord 'interest'. Dit is niets anders dan rente en wordt gezien als een vergoeding die je betaalt voor het ontvangen van een bepaald bedrag, ook wel 'vermogen' genoemd. Interest wordt vaak gemeten in een percentage.
In 2024 betaalt u 2,56% of 2,95% rente. Dit is het percentage per jaar. Dit rentepercentage kunt u omrekenen naar het percentage per maand.
Interestkosten; dit zijn de rentekosten die betaalt moeten worden aan de verschaffers van het vreemd vermogen. Oftewel de rentekosten over leningen die je bent aangegaan. Belastingen; veelal wordt hier gedoeld op alle kosten die voortvloeien uit de fiscale wet- en regelgeving.
Als uw geld op een spaarrekening blijft staan, dan ontvangt u een opbrengst: de rente. Die bestaat uit een basisrente en een getrouwheidspremie.
Hoeveel geld je leent, beïnvloedt de rente. Hoe hoger het leenbedrag, hoe lager het rentepercentage. Maar een lagere rente wil niet zeggen dat je uiteindelijk ook minder rentekosten betaalt. 4% rente over € 20.000 is namelijk meer dan 5% over € 10.000.
De hoogste spaarrente die u in Nederland kunt krijgen is 3,50% op de spaarrekening van Banca Progetto (via Raisin). De Italiaanse bank Banca Progetto is opgericht in 1994. Banca Progetto is tegenwoordig een onderdeel van een grote Amerikaanse investeringsmaatschappij (Oaktree Capital Management).
Na een jaar krijg je dan 100 euro spaarrente (1% van 10.000 euro) erbij. Je start het tweede spaarjaar dus met 10.100 euro. Als je nu verder het hele jaar niets opneemt of bijstort, krijg je aan het einde van het jaar 101 euro spaarrente (1% van 10.101 euro). Je hebt dus zonder iets te doen 1 euro verdient.
Om de rente of interest te berekenen, gebruik je de formule: Kapitaal X procent X tijd. Dit alles deel je door 100 en dan krijg je je interest of je rente.
Wettelijke rente is de rente die een schuldeiser volgens de wet kan eisen als u een betalingsachterstand heeft. De wettelijke rente is sinds 1 januari 2024 7% (voor niet-handelstransacties) of 12,5% (voor handelstransacties).
Afhankelijk van de looptijd en de inlagen bieden de tien hoogst renderende termijnrekeningen in ons land gemiddeld een netto rente van 2,1 procent. Voor de top tien van de spaarboekjes bedraagt die gemiddelde rente vandaag 1,5 procent.
Volgens de cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) heeft het gemiddelde Nederlandse huishouden €40.000 tot €45.000 spaargeld. Dit is echter niet gelijkmatig verdeeld: slechts 25% van de Nederlandse gezinnen heeft meer dan €39.000 spaargeld.
Hoeveel spaart het gemiddelde Nederlandse huishouden? Een gemiddeld Nederlands huishouden had aan het begin van 2023 ongeveer € 50.000 aan spaargeld. Dit klinkt als een flinke som. Toch had 20% van de huishoudens in 2012 nog helemaal geen buffer en 20% een te kleine buffer voor hun salaris en leefomstandigheden.