Hindoeïsme is een godsdienst die met name in India wijd verbreid is. In de hindoeïstische traditie werden marteling en mishandeling al in de 3e eeuw v.C. verboden. Oude hindoeïstische teksten zijn ook gekant tegen de doodstraf. Krijgsgevangenen moeten humaan worden behandeld en zo snel mogelijk vrijgelaten.
Ook het hindoeïsme kent verschillende richtingen. Hindoes eten nooit rundvlees en meestal geen varkensvlees, maar in sommige gezinnen komt wel kip en eend op tafel. De priesters, de pandits, zijn wel strikt vegetarisch.
De traditionele waarden die het hindoeïsme in India heeft opgebouwd (zoals respect, eerbied voor god en het doen van je plicht), worden in een vorm gegoten van levenswijze en rituelen. Het gaat vooral om reïncarnatie en de karma-leer.
Hindoes offeren aan hun god of goden in de tempel. Ze leggen bij het beeld van hun god fruit, bloemen, geld of wierook. Vaste regels voor bidden of tempelbezoek zijn er niet. Je gaat wanneer je wilt en offert wat je wilt.
Hindoes eten geen rundvlees omdat de koe een heilig dier is. Daarom zijn er zelfs speciale tempels voor dit dier waar gelovigen offers brengen aan beelden van koeien. Een van de redenen dat koeien heilig zijn, is omdat hindoes geloven dat de oermoeder wel eens de vorm van een koe aanneemt.
Hindoes bidden en offeren in gebouwen die ze mandir of tempel noemen. De voorschriften voor de bouw en de indeling staan vast en zijn beschreven in de Vaastu Shastra een oud-Indiaas geschrift uit 1000-1500 voor Christus. Hier houden ze ook erediensten of vieren ze hun feesten ter ere van goden en godinnen.
In het Indiase denken is de god Brahma de schepper, Vishnu de onderhouder en Shiva de vernietiger van de schepping. In sommige gedaanten is Shiva een 'algod' die alle functies vervult. Kenmerkend voor Shiva is zijn lange haar, vaak hoog opgebonden, met daarin een maansikkel en een doodskop.
' Mensen in India vormen zich een beeld van Jezus Christus dat aansluit bij hun eigen cultuur. Voor hindoes krijgt Jezus een plaats tussen de leraren en goden van de eigen religie.
HET HINDOEÏSME: Ze geloven dat elke mens een ziel heeft (het Atman). Na de dood keert het Atman terug op aarde en wordt het herboren in een nieuw lichaam. De dood wordt niet gezien als het einde van het leven maar als een nieuw begin.
Hindoes hebben respect voor alles wat leeft. Veel hindoes zijn vegetariër, omdat ze geen dieren willen doden om te eten, maar ook omdat ze hun geest zuiver (sattvisch) willen houden.
Het hindoeïsme komt uit India en is de oudste godsdienst op aarde. De hindoes vereren veel goden en godinnen. Ze denken dat alle goden eigenlijk verschillende vormen van één goddelijke oerkracht zijn. De heilige boeken zijn de Veda's.
Animisme is het allereerste geloof ter wereld. Niemand heeft het uitgevonden. Het ontstond doordat wereldwijd mensen verklaringen zochten voor de dingen die gebeurden. Zij bedachten dat alles op aarde het werk was van bepaalde krachten.
Er zijn eigenlijk maar een paar feesten die alle hindoes vieren. De belangrijkste zijn Holi en Divali. Allebei de feesten hebben te maken met de stand van de maan en de zon. Het holifeest (of: phagunafeest) duurt tien dagen en wordt gevierd als het in de maand Phaguna (maart/april) volle maan is.
Veel hindoes eten met hun vingers en gebruiken daarvoor alleen hun rechterhand. Ze drinken water, zoete thee of een verkoelende yoghurtdrank die lassi heet en die zoet of zout bereid kan worden. De traditionele hindoeïstische geneeskunde wordt Ayurveda genoemd.
Welk geloof eet geen kip? Antwoord: De meeste Boeddhisten zijn vegetarisch omdat ze tegen het doden van dieren zijn. Het eten van vlees wordt als oneervol beschouwd. Sommige Boeddhisten geloven dat Boeddha tijdens zijn leven op aarde de gedaante van een dier aan nam.
Veel vrouwen in India hebben een stip op hun voorhoofd. De tikka staat symbool voor bescherming en zou het boze oog afwenden. Er zijn vele kleuren, vormen en symbolen. De stip of streep waarmee Indiërs hun voorhoofd versieren, dat is een tikka of kumkum - typisch Indiaas.
Eerbetoon aan Brahm. Op de dag van de crematie scheert een zoon of -als een zoon ontbreekt- een andere man uit de familielijn van de man, zijn hoofdhaar af, omdat hij bij de uitvaartplechtigheden als offeraar gaat optreden. Andere mannen in de familie scheren zich dan voor het eerst na het overlijden weer.
Enkele belangrijke hindoeïstische symbolen zijn de swastika (als symbool voor voorspoed en geluk), de lotusbloem (symbool van de beschermgod Vishnoe) en het symbool omkar (dat duidt op bewustzijn, overgave en mantra).
Traditionele kledij
Authentieke kledingstukken zijn: sari, salwar kameez, kurta (Panjabi), baxan, dhoti, longhi en ghagra choli. Sadhoes (mannen die zich speciaal aan het hindoeïsme wijden) hebben vaak alleen maar een lendendoek om en soms zijn ze naakt. Vaak wonen ze alleen of op straat.
Krishna is de God van de Liefde en de Kracht. Hij is zo belangrijk omdat hij de mensen leert hoe je een goed leven leidt. Het belangrijkste verhaal over Krishna is de Bagavad Gita. Daarin wordt beschreven hoe Krishna, Arjuna te hulp komt.
Hindoes geloven dat je met een stille geest je werkelijke zelf of atman kunt ervaren. Niet alleen zou je daarmee het bestaan kunnen begrijpen, je wordt er ook gewoon gelukzalig van. Boeddhisten oefenen door te mediteren niet alleen inzicht, maar ook onthechting.
Momenteel wonen er tussen de 120.000 à 160.000 Hindoestanen in Nederland, waarvan het grootste deel, zo'n 50.000, in Den Haag en omgeving.
Krishna is de achtste nederdaling van Vishnu. Maar Krishna wordt ook als zelfstandige god geëerd. Hij kan Vishnu's attributen dragen: het rad of de schelphoorn. Vishnu heeft een blauwe huidskleur in de gestalte van Krishna én in die van Rama – een andere nederdaling van Vishnu.
Hindoes komen samen in tempels om te bidden, te mediteren en eten en bloemen aan godenbeelden te offeren. De priester of pandit leidt de diensten in de tempel. Hindoes geloven dat de samenleving bestaat uit bepaalde groepen: kasten. Iedereen moet binnen zijn kaste blijven.
Shiva heeft een vrouw die Parvati heet. Zij wordt in verschillende gedaanten aanbeden: als zachte Moedergodin, als bloeddorstige godin Kali en als Durga, de godin van de strijd. Net als veel andere goden is Parvati dus een mengeling van goed en kwaad, vriendelijk en wreed, leven en dood.