Unimodale verdelingEen unimodale kansverdeling is een kansverdeling die maar één modus heeft. De bijbehorende kansfunctie in geval van een discrete verdeling of de kansdichtheid bij een continue verdeling heeft maar een globaal maximum.
Modus: de waarde die het vaakst voorkomt. Mediaan: de middelste waarde als je de dataset van kleinste naar grootste waarde rangschikt. Gemiddelde: de som van alle waarden, gedeeld door het totale aantal waarden.
De modus is het getal met de grootste frequentie. In de rij: 1, 5, 9, 5, 3, 5, 11, 5, 5, heeft het getal 5 de hoogste frequentie (= komt het vaakst voor). Hier is 5 dus de modus. Als er 2 of meer getallen dezelfde grootste frequentie hebben, dan is er geen modus.
De modus is het getal of verschijnsel dat het meest voorkomt. Netjes gezegd: De modus is de waarde of klasse met de hoogste frequentie. Het is datgene wat het meest voorkomt.
Als er een even aantal getallen is: 10, 11, 12, 13, 15, 20, 23, 35 - de twee in het midden (13 en 15) worden opgeteld (13+15=28) en dan gedeeld door 2 (28/2= 14), dat betekent dat de mediaan in dit geval 14 is.
Als er twee middelste getallen zijn, dan bereken je het midden tussen deze getallen.
Het gemiddelde van 2, 3, 3, 5, 7 en 10 is bijvoorbeeld 30 gedeeld door 6, wat 5 is. Mediaan dat is het middelste getal van een groep getallen; Dat wil zeggen dat de helft van de getallen waarden heeft die groter zijn dan de mediaan en de helft van de getallen waarden die kleiner zijn dan de mediaan.
Het gemiddelde verkrijg je als je alle getallen optelt en dan deelt door het aantal getallen. De mediaan krijg je door het middelste getal te nemen. En dat vind je door het aantal dat je hebt plus 1 te doen en te delen door 2.
Een dataset kan geen modus, één modus of meer dan één modus hebben: geen enkele modus: alle waarden zijn anders. unimodaal: één modus. bimodaal: twee modi.
Een dataset kan geen modus, één modus of meer dan één modus hebben: geen enkele modus: alle waarden zijn anders. unimodaal: één modus.
Je vermenigvuldigt alle klassenmidden met de absolute frequentie en dit alles ga je dan optellen en delen door het aantal. De mediaan is gelijk aan het middelste cijfer. Bij een oneven aantal is dat makkelijk. Bij een even aantal tel je de 2 middelste cijfers op en deel je door 2.
de modus (de modale waarde) is de waarneming die het vaakst voorkomt en dus de grootste frequentie heeft. Er is geen modus als twee waarnemingen het meest voorkomen.
Het meervoud van modus is 'modi'. Eén modus, twee modi.
De waarneming die het meest voorkomt in een reeks is de modus. In andere woorden, de waarneming met de hoogste frequentie. Bij een verdeling in klassen is de klasse waar de meeste waarnemingen in zitten de modale klasse. Als er twee waarnemingen allebei de hoogste frequentie hebben, dan heb je geen modus.
Een boxplot, ook wel bekend als een doosdiagram, is een grafische weergave van de verdeling van een dataset. Het toont statistische informatie, zoals de mediaan, kwartielen en eventuele uitbijters. Een boxplot geeft een plaatje als samenvatting van statistische beschrijvende kenmerken van je dataset.
De mediaan (symbool Md of ~x ) is de observatie in het midden van de rangorde van observaties 10.
De standaarddeviatie of standaardafwijking geeft de mate van spreiding aan in bepaalde data. Het geeft aan hoezeer de geobserveerde waardes afwijken van het gemiddelde.
Bij een oneven aantal staat één waarde in het midden, maar bij een even aantal waarden moet je het gemiddelde van de twee middelste waarden berekenen om de mediaan te vinden.
Het gemiddelde geeft aan wat een karakteristieke waarde is voor deze variabele in de onderzochte populatie en is de optelsom van de waarden van de afzonderlijke waarnemingen gedeeld door het aantal waarnemingen. De mediaan is de middelste waarde in de reeks.
De mediaan wordt bijvoorbeeld vaak gebruikt als centrummaat voor de variabele “inkomen”, die over het algemeen niet normaal verdeeld is. Aangezien je voor de mediaan slechts één of twee waarden in het midden gebruikt, wordt deze maat niet beïnvloed door extreme uitbijters of niet-symmetrische verdelingen.
Wat is de mediaan van 1, 6, 4, 3, 2, 8, 7, 6, 12 en 3? Eerst op volgorde zetten: 1, 2, 3, 3, 4, 6, 6, 7, 8, 12. Er zijn 10 waarnemingen, dus het middelste waarnemingsgetal is het 10 + 12 = 5,5e getal. Je hebt daarom het gemiddelde van het vijfde en zesde waarnemingsgetal nodig.