Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 4 richt zich tot kinderen die door een motorische en/of meervoudige beperking het gewoon onderwijs tijdelijk of permanent niet kunnen volgen. Wij vertrekken vanuit de individuele mogelijkheden van elke leerling en proberen diens potentieel maximaal te ontplooien.
Buitengewoon basisonderwijs type 5 richt zich tot kinderen die om medische redenen (tijdelijk) in een ziekenhuis of preventorium verblijven.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 3 is aangepast aan de opvoedings- en onderwijsbehoeften van kinderen met ernstige sociale, emotionele en/of gedragsproblemen, ook in combinatie met een autisme spectrumstoornis.
In opleidingsvorm 4 (OV4) wordt het programma van het gewone secundair onderwijs gegeven, met aangepaste doelstellingen en ondersteuning voor onze leerlingen. We richten ons specifiek tot jongeren met een autismespectrumstoornis (ASS) en bijkomende problematieken.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 6 richt zich tot kinderen met een visuele beperking.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 7 richt zich tot kinderen met Spraak- en Taalontwikkelingsstoornissen (STOS) en een auditieve beperking.
Type 3: kinderen met ernstige emotionele of gedragsproblemen. Type 4: kinderen met een fysieke handicap. Type 5: kinderen die zijn opgenomen in een ziekenhuis of preventorium. Type 6: kinderen met een visuele handicap.
OV4 omvat 3 graden, 4 onderwijsvormen en een groot aantal studierichtingen. Het kan georganiseerd worden voor type 3, 4, 5, 6, 7 en 9. OV4 Type 5 is ziekenhuisonderwijs; hier zijn alle 'gewone' secundaire richtingen mogelijk. Maar niet overal kan je voor alle richtingen terecht.
Met autisme naar het buitengewoon onderwijs
In het buitengewoon onderwijs wordt type 9 ingericht voor leerlingen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben, maar niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
type 8: voor kinderen met ernstige leerstoornis, dus normaal begaafde leerlingen met een normaal gehoor- en gezichtsvermogen met stoornissen in de taalontwikkeling of het leren spreken en/of bij het leren lezen, schrijven en rekenen die dermate ernstig zijn dat bijzondere hulp in het gewoon onderwijs niet kan volstaan.
Type 2: verstandelijke beperking
Leerling heeft een IQ lager dan 60 en er zijn belangrijke beperkingen binnen het sociaal aanpassingsgedrag. Deze problemen moeten zich voor de leeftijd van 18 jaar uiten.
Wat kan je behalen - Wat na "BuBaO type 2" ? Wanneer de onderwijsinspectie het gevolgde onderwijs als gelijkwaardig* beschouwt met de leerdoelen van het gewoon lager onderwijs, kan een getuigschrift basisonderwijs worden behaald. Dit is volledig gelijkwaardig aan een getuigschrift behaald in het gewoon basisonderwijs.
Het buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 2 richt zich tot kinderen met een matige of ernstige mentale beperking. Bij De Leerexpert kunnen deze leerlingen een volledig leertraject volgen op dezelfde locatie, van kleuter tot schoolverlater.
Als je slaagt krijg je een getuigschrift alternerend beroepsopleiding, indien niet geslaagd dan ontvang je een attest. Je kunt ook nog een opleiding volgen bij de VDAB, Syntra of in het Volwassenonderwijs.
BuLO staat voor Buitengewoon Lager onderwijs. Dit is buitengewoon onderwijs voor kinderen van 6 tot 13 jaar. BuSO staat voor Buitengewoon Secundair Onderwijs. Dit is buitengewoon onderwijs voor jongeren van 13 tot 21 jaar.
Speciaal basisonderwijs (SBO)
Het speciaal basisonderwijs is voor kinderen die het niet redden op een gewone school. Het gaat vaak om kinderen met leerproblemen of gedragsproblemen, zoals ADHD, dyslexie, autisme of kinderen die moeite hebben met leren.
Wat na de lagere school? De stap naar het secundair onderwijs gebeurt altijd samen met het CLB, de ouders en de school. Wanneer je kind de leerdoelen van het gewoon lager onderwijs heeft bereikt, stapt het over naar het gewoon secundair onderwijs.
Je kan tijdens of na het schooljaar overstappen van een school voor gewoon onderwijs naar een school voor buitengewoon onderwijs. Daarvoor heb je een verslag voor een individueel aangepast curriculum in het gewoon onderwijs of voor toegang tot het buitengewoon onderwijs nodig.
Type basisaanbod: voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften voor wie het gemeenschappelijk curriculum met redelijke aanpassingen niet haalbaar is in een school voor gewoon onderwijs. Dit type vervangt vanaf september 2015 geleidelijk de types 1 en 8.
Wat na het buitengewoon lager onderwijs? Sommige kinderen uit het buitengewoon lager onderwijs sluiten opnieuw aan bij het gewoon onderwijs. Vaak is dat het beroepssecundair of technisch secundair onderwijs. Andere leerlingen gaan naar het buitengewoon secundair onderwijs.
Het decreet zet de poort open naar een meer inclusief onderwijs, het doel is meer leerlingen in het reguliere onderwijs te houden en minder leerlingen te laten doorstromen naar het buitengewoon onderwijs en anderzijds meer leerlingen uit het buitengewoon onderwijs te verwelkomen in het reguliere onderwijs.
Het ondersteuningsteam type 7 biedt ondersteuning in het basis- en secundair onderwijs voor kinderen en jongeren met een spraak-taalontwikkelingsstoornis en voor dove en slechthorende kinderen en jongeren.
Het zorgcontinuüm beschrijft hoe een school het zorgbeleid kan uitbouwen in 4 fasen. Dit continuüm vertrekt vanuit de zorg voor alle leerlingen en evolueert geleidelijk naar zorg voor leerlingen met heel specifieke onderwijsbehoeften.
Een leerstoornis is een probleem dat zich voordoet tijdens de prille kinderjaren in het leren van vaardigheden, zoals lezen, schrijven, rekenen, spreken, taal en zelfs bewegingen (motorische vaardigheden).