En wat is timing precies? Maatsoort: de verdeling van de puls in licht en zwaar, de organisatie van de tel zou je kunnen zeggen. (De maatsoort staat dus los van het tempo!) Ritme: de lengte van de noten binnen de maatsoort en het tempo.
Wat betreft de timing heb je een drietal mogelijkheden. Namelijk on the beat zingen, dit betekent dat je op de tel zingt zoals in de Popmuziek. Dan heb je ahead, dit betekent dat je voor de tel zingt en laid back, dit betekent dat je na de tel de zang oppakt.
Onder het tempo (van Italiaans tijd, meervoud: tempi) wordt in de muziek de snelheid verstaan waarmee een muziekstuk gespeeld wordt. Ter aanduiding van het tempo worden Italiaanse termen gebruikt, zoals allegro, vivace, presto en dergelijke, waarmee globaal het tempo bepaald is.
In muziek wordt ritme genoteerd door noten met een verschillende lengte er anders uit te laten zien. In een vierkwartsmaat duurt een open bolletje vier tellen ('hele noot'), een open bolletje met een stok twee tellen ('halve noot') en een gesloten bolletje met een stok één tel ('kwartnoot').
Ritmiek in de muziek
Ritme in de muziek is een regelmatige opvolging en herhaling van noten, slagen, accenten, klanken of melodieën. Het kan ook een herhaling van een aantal muzieknoten of maten zijn, bv zoals hieronder. Zonder ritmiek in de muziek zou er geen melodie zijn.
En op iedere leeftijd kun je je ritmegevoel nog verder ontwikkelen. Het schijnt wel dat je tussen de 2 en de 5 jaar (zeg maar voor de lagere school) het snelste ritmes oppakt. Dat gebeurt dan vaak door bijvoorbeeld meeklappen, klapspelletjes, liedjes zingen, rijmpjes, en door dansen of bewegen op muziek.
Een hele noot duurt in een ⅜ maat 8 tellen. Staat er een punt achter, dan komt de helft erbij. De helft van 8 is 4, dus duurt hij in totaal 12 tellen.
Als er door variatie in toonhoogten en toonduur binnen een bepaald ritme een muzikale lijn bestaat die 'aanvoelt als een eenheid', kun je spreken van een melodie.
Bij de regelmatige twaalf achtsten maat komen er telkens 12 tellen in iedere maat. De achtste noot is teleenheid. De accenten worden weergegeven door het ">" tekentje. Deze twaalf achtsten maat is samengesteld en bestaat uit 4 groepjes van 3.
Het ritme is de afwisseling van korte en lange noten binnen de maat. De maat kan je meetellen en vorm de basis onder je muziek. Je kunt het zien als een soort beat die het nummer ondersteunt. Het tempo en de maat zijn dus iets anders dan het ritme.
We gebruiken de eerste 7 letters van het alfabet om de muzieknoten een naam te geven: A, B, C, D, E, F en G. Als je die op een piano speelt, gebruik je de witte toetsen, en die noemen we de stamtonen. In het rijtje A B C D E F G klinkt A het laagst, en G het hoogst.
Een 6/8-maat daarentegen is een even maatsoort, samengesteld uit twee drietelsmaten, dus met hoofdaccent op de eerste achtste tel en een nevenaccent op de vierde tel. Een 2/4-maat met twee triolen is ritmisch geheel gelijk aan een 6/8, zodat men een 6/8-maat, zeker bij hoge tempi, in tweeën telt.
Iedere noot heeft een bepaalde hoeveelheid Hertz. Bijvoorbeeld als je een A4 zingt ( de 4de A op de piano vanaf links geteld) dan trillen je stembanden 440 keer per seconden. Als je zingt en het lukt je om je stembanden dat aantal keer te laten trillen dan zing je die noot dus zuiver.
De makkelijkste manier om dit te vinden, is bij jezelf nagaan welke nummers je het liefst meezingt/meeblèrt. Zitten deze nummers ongeveer op dezelfde toonhoogte? Dan zal dit geen toeval zijn. De kans is groot dat je deze nummers meezingt omdat je het idee hebt dat je stem het beste klinkt in dit bereik.
Als jij echt toondoof bent is het moeilijk om goed te leren zingen. Omdat je simpelweg de tonen niet hoort. Veel mensen denken dat ze toondoof zijn maar dit is vrij zeldzaam. Oefening baart kunst, de meeste mensen kunnen prima zuiver leren zingen.
Een motief is een klein stukje muziek van een paar tonen. Als het motief een klein melodietje is, noem je het een melodisch motief. Als het motief een ritme is, noem je het een ritmisch motief.
deun, deuntje, loopje, melodie, melodietje, tune. wijs (zn) : deun, lied, melodie, tune, wijsje.
Je eigen band en orkest in je broekzak
Een van de meest ondergewaardeerde apps van Apple is misschien wel Garageband. Je kunt de app gratis downloaden en het is ontzettend eenvoudig om muziek te maken, op te nemen en vervolgens te delen, waar je ook bent. De app geeft je toegang tot verschillende instrumenten.
Een halve noot staat tot een kwartnoot als 2:1 in tijdsduur. Er passen dus twee kwartnoten in één halve noot. Er passen dus ook vier kwartnoten in een hele noot. Een kwartnoot staat tot een achtste noot als 2:1 in tijdsduur.
De langste notenduur die in onze tijd in het algemeen gebruikt wordt is de hele noot. Vaak wordt daar een waarde van vier tellen aan toegekend als de teleenheid de kwartnoot is. In vroeger eeuwen hebben nog langere notenwaarden dan de hele noot bestaan. Een oude naam voor de hele noot is de semibrevis.
Iemand die al over een beetje kennis van de piano en muzikaliteit beschikt, kan in vier maanden piano leren spelen. Een beginner kan hetzelfde in zes maanden doen. In deze vier of zes maanden ontdekt de beginnend muzikant alleen de basis van het instrument.
Samen duren die 2 noten dus precies 1 tel. Kijk en luister maar eens naar het volgende voorbeeld. Zoals gewoonlijk begint de metronoom met 4 tellen.
ritme, ritmiek, tempo.
In die lijnen zie je verticale lijnen die de muziek in maten verdelen. Een maat is de ruimte tussen twee verticale lijnen. Om het aantal in een maat te vinden, tel je de noten met een kwart noot als basis tel. Schrijf het aantal tellen dat elke noot krijgt boven de maat, en tel ze dan bij elkaar op voor de maat.