Albert Einsteins relativiteitstheorie toont aan dat licht een constante snelheid heeft en daarom ons begrip van tijd beïnvloedt. Tijd is relatief, en het feit dat we tijd anders waarnemen wordt tijddilatatie genoemd. Dit is een illustratie van het voorbeeld van tijddilatatie binnen de speciale relativiteitstheorie.
Albert Einstein stelde in zijn speciale relativiteitstheorie dat het niet mogelijk is over ruimte en tijd als twee afzonderlijke entiteiten te spreken, maar dat er slechts één entiteit bestaat, namelijk de ruimtetijd, die alle gebeurtenissen in het verleden, heden en toekomst in ons heelal bevat.
De vierde dimensie
Voortvloeiend uit de speciale relativiteitstheorie van Einstein is het begrip ruimtetijd ontstaan, waarin de vier dimensies van ons universum in één model zijn beschreven.
De speciale relativiteitstheorie werd in 1905 ontwikkeld door Albert Einstein. Deze theorie gaat uit van de volgende twee postulaten: De wetten van de natuurkunde, inclusief die van de elektrodynamica, zijn dezelfde voor waarnemers in inertiaalstelsels die eenparig ten opzichte van elkaar bewegen.
Wat is ruimte, wat is tijd? Het klinkt als een eenvoudige vraag: de ruimte tussen twee objecten komt overeen met de afstand (die je kunt meten met een lineaal), en de tijd tussen twee gebeurtenissen meet je met een klok.
Er bestaan modellen waarmee tijdreizen mogelijk zouden zijn, maar volledig ontwikkeld zijn deze niet. Er bestaat bovendien geen experimenteel bewijs dat deze modellen juist zouden zijn, terwijl een experimenteel bewijs de enige manier is in de natuurkunde om de juistheid van een theorie vast te stellen.
De uitvinding van de mechanische klok wordt toegeschreven aan de Fransman Gerbert (later paus Silvester II), die leefde rond de 10e eeuw. Tot aan de Nieuwe Tijd was een klok de meest ingewikkelde machine die men kon maken.
Een belangrijk effect wat door de speciale relativiteitstheorie voorspeld wordt is dat de tijd langzamer verstrijkt voor een bewegende waarnemer dan voor een stilstaande waarnemer. Dit effect wordt tijddilatatie of tijdrek genoemd.
Tijd en ruimte zijn onlosmakelijk verbonden. In Einsteins Algemene Relativiteitstheorie spreekt men dan ook van ruimtetijd, die gelijk is aan de innerlijke structuur van het heelal. Die structuur wordt 'verstoord' door zwaartekracht: ruimtetijd buigt door waar er zich massa bevindt.
Einstein had allerlei ideeën over tijd en ruimte. Zijn bekendste theorie is de relativiteitstheorie. Relativiteit betekent dat iets maar net is hoe je het bekijkt. Een voorbeeld: een vliegtuig vliegt wel met een snelheid van zo'n 1000 kilometer per uur, maar als je erin zit lijkt het helemaal niet zo snel te gaan.
Je bent veel minder gericht op wat er NIET is, je bent gericht op wat er WEL is. Wanneer je meer aanwezig bent, zul je ook merken dat je veel meer vanuit je hart naar dingen of andere mensen gaat kijken, veel meer met mededogen. Je realiseert je dat bepaalde negatieve zaken of mensen een hele lage vibratie uitzenden.
De vijfde dimensie is dan ook bewustzijn. In de vijfde dimensie ben je geheel bewust van het feit dat je bewustzijn bent en je lichaam tijdelijk als voertuig dient om deze derde dimensie te kunnen ervaren. Je kan in deze dimensie reizen in tijd en ruimte.Je bent je volledig bewust van je multidimensionale zijn.
De M-theorie beschrijft 11 dimensies: 1 voor tijd, 3 voor de ons bekende ruimtedimensies en 7 extra ruimtedimensies. Men denkt dat deze 7 dimensies zeer klein zijn en wij ze niet kunnen waarnemen (zie tekening). De 11e dimensie staat een snaar toe om te rekken als iets als een membraan.
Tijd is een natuurkundige grootheid. Tijd in klassieke zin is het verschijnsel dat gebeurtenissen geordend kunnen worden; dat van een gebeurtenis gezegd kan worden dat deze na of voor een andere gebeurtenis plaatsvindt.
Volgens Einstein en zijn relativiteitstheorie kan niets sneller gaan dan de lichtsnelheid. Iets wat sindsdien keer op keer door experimenten is bevestigd.
En mochten we ooit sneller dan het licht kunnen reizen, dan zou dat betekenen dat we terug in de tijd zouden gaan. Bovendien krimpen we naarmate we dichter tegen de lichtsnelheid aanleunen. Met 200.000 kilometer per seconde zouden we voor onze waarnemers maar half zo groot zijn.
De oerknal wordt beschouwd als het begin van het heelal waarin wij leven. Veel vragen rond de oerknal zijn echter nog onopgehelderd. Zo is onbekend of de tijd pas bij de oerknal ontstond, of dat er vóór de oerknal misschien ook tijd was.
Het waarneembare heelal
Echter omdat het heelal al die tijd bezig is met uitzetten, is de diameter veel groter en die wordt geschat op 93 miljard lichtjaar. Het aantal sterrenstelsels in het waarneembaar heelal bedraagt naar schatting 2.000 miljard.
Een wormgat is een soort kosmische shortcut. Als een worm van de ene kant van een appel naar de andere kant wil, kan hij eromheen kruipen. Maar hij kan zich ook een weg door de appel heen knagen. Zo creëert hij een afsnijroute – vandaar de term wormgat.
De tijddilatatie in verband met beweging is een fractie gelijk aan de helft van het kwadraat van de snelheid als fractie van de lichtsnelheid, dus bij 1 m/s is dit 5,56 as/s. .
Een verschoven of gedraaid assenstelsel representeert hetzelfde inertiaalstelsel. Een met constante snelheid verschuivend assenstelsel representeert een ander inertiaalstelsel. Een met variabele snelheid verschuivend of een draaiend assenstelsel representeert geen inertiaalstelsel.
De oudste zonnewijzers waren obelisken (3500 voor Christus) en schaduw klokken (1500 voor Christus). Deze werden vervaardigd door Egyptische en Babylonische astronomen. Met behulp van de schaduw van de zon stelden zij de tijdstippen van de dag vast. Elke dag werd ingedeeld in twaalf delen, de uren.
Omdat de aarde rond is, wordt hij maar voor de helft beschenen door de zon. Het verschil tussen de belichte zijde en de schaduwzijde van de aardbol bepaalt van nature het onderscheid tussen dag en nacht. De draaiing van de aarde zorgt voor het verstrijken van de tijd.
De Egyptenaren hebben de 24 uur voor één etmaal bedacht, oorspronkelijk, zo rond 1300 vChr. In Egypte geldt per etmaal een verhouding van (ongeveer) 10 uur daglicht, 10 uur donker en 2 maal 2 uur schemer, samen 24. Ze hadden ook voor twaalf 'uren' kunnen kiezen, maar misschien was dat te onnauwkeurig voor ze.
Het witte gat is het tegenovergestelde van het zwarte gat: het stoot materie af. Dus terwijl je een zwart gat ingezogen wordt, zal een wit gat je wegslingeren. Het betekent heel concreet dat er na een reis door een wormgat geen weg terug is door datzelfde wormgat. Je kunt het witte gat namelijk onmogelijk binnengaan.