< Frans oncle. Tijdens de achttiende eeuw werd het Franse woord “tante” met open armen ontvangen in heel het Nederlandse taalgebied en verving vlug de oude benaming “meu”. De 'nonkel' bleef in Vlaanderen hangen.
Een tante is de zus van iemands vader of moeder. Ook de echtgenote van een oom of tante wordt meestal een (aangetrouwde) tante genoemd. Een tante is een derdegraads bloedverwantschap. Degene van wie iemand een tante is wordt een neef (man) of nicht (vrouw) genoemd.
Het woord nonkel wordt in België veelvuldig gebruikt in de betekenis 'broer of zwager van iemands vader of moeder', 'oom'. Zeker in informele en gesproken taal is het woord heel gebruikelijk, vooral als aanspreekvorm in combinatie met een voornaam (bijvoorbeeld nonkel Jan).
Sara: Hey, oe est? (Hallo, hoe gaat het?)
tante van je vader of moeder
`
Een oom is de broer van iemands vader of moeder. De echtgenoot van een oom of tante wordt een aangetrouwde oom genoemd. Degene van wie iemand een oom is wordt een neef (man) of nicht (vrouw) genoemd.
[familie] een tante van een ouder.
Eerstegraads familieleden: partner, ouders (ook adoptie- en stiefouders), schoonouders, kinderen (ook adoptie- en stiefkinderen), schoondochters- en schoonzonen. Tweedegraads familieleden: broers, zussen, kleinkinderen, opa's, oma's, schoonzussen, zwagers, stiefzussen, stiefbroers.
In de spreektaal worden de kinderen van je achterneven en achternichten je achterachterneven en achterachternichten genoemd.
de achternicht zelfst. naamw. (v.) Verbuigingen: achternichtenVerbuigingen: achternichtje de dochter van een neef, nicht, oudoom of oudtante Voorbeeld: `Anna is mijn achternicht.
Het kind van een neef of nicht is een achterneef/achternicht. Hier is opnieuw onderscheid tussen een kozijnskind van een kozijn en een achterneef/achternicht van een oom- of tantezeg(st)er.
Het beste antwoord
De meeste mensen noemen het neef of nicht. Maar de officiële term is tantezegger of oomzegger.
1) Tantoe is straattaal wat – hoogstwaarschijnlijk – uit het Surinaams komt. De betekenis van tantoe is: 'heel erg'.
tante → tante, tatie.
de zoon van een neef, nicht, oudoom of oudtante.
de dochter van een neef, nicht, oudoom of oudtante
Voorbeeld: `Anna is mijn achternicht. `
Er wordt gesproken van consanguïniteit als (huwelijks)partners door afstamming van een of meer gemeenschappelijke voorouder(s) verwant zijn aan elkaar. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om neef en nicht (gezamenlijke grootouders), of om achterneef en achternicht (gezamenlijke overgrootouders).
Derde graad
achterkleinkinderen; neven en nichten (kinderen van broers of zussen); ooms en tantes (broers of zussen van de ouders).
Dat is niet vreemd want het woord ''stief'' betekent oorspronkelijk 'beroofd van de bloedband/ iets missend'. Dat klinkt niet echt positief, toch is ''stief'' de term die we het meest gebruiken als onze ouder een nieuwe partner krijgt.
Hoewel de nieuwe moeder hier stiefmoeder heet, zijn de zussen dus geen stiefzussen maar halfzussen, omdat er sprake is van een gemeenschappelijke vader.
[familie] een dochter van iemands broer of zus. [familie] een dochter van iemands schoonbroer of schoonzus. [familie] een dochter van iemands oom of tante.
[familie] de moeder van de grootvader of de grootmoeder.