Kwartszand is het meestvoorkomende zand, er zijn echter ook nog vele andere soorten zand, allemaal met hun eigen ontstaansgeschiedenis. Strandzand bevat bijvoorbeeld ook vaak schelpengruis.Dat zijn die korrels die zo akelig kunnen blijven plakken als je op het strand gelegen hebt.
Het zand in de zee en op onze stranden is grotendeels door rivieren naar de zee meegevoerd vanuit de bergen. De zandkorreltjes zijn vergruisde rotsen. Het zand wordt uiteindelijk door zeestromingen meegevoerd richting strand. Daar blijft het achter als de zee zich bij eb terugtrekt.
Je kunt kiezen voor echt strandzand, maar dat is heel fijn, waardoor het makkelijk opstuift als het flink waait. Het is ook lastig stabiliseren tegen een berm; kies liever voor fijn rivierzand zoals Scheldezand, of meng wit zand met gebroken schelpen, dan zit je ook meteen goed qua vakantiesfeer.
Een zand dat vrijwel geheel uit kwarts bestaat wordt schoon zand of glaszand genoemd. Een meestal gebruikte term in Nederland is zilverzand. Andere mineralen die veel voorkomen zijn veldspaat, mica, calciet, gips en vulkanische gesteenten.
Dat is dus ook het grootste nadeel van zand toepassen in de tuin. Uitgedroogd zand (dus zand wat onvoldoende vocht bevat) zal altijd gaan stuiven. Ongeacht de zandsoort. Fijne zandsoorten zullen iets eerder gaan stuiven dan grof zand.
Vulzand is zeer goed te verdichten. Brekerzand wordt gebruikt om straatwerk af te strooien. Door brekerzand over het straatwerk te verspreiden, en vervolgens in de voeg te vegen ontstaat er een stevig geheel. Brekerzand heeft een hoekige eigenschap waardoor het goed vast gaat zitten tussen de voegen van uw straatwerk.
Korrelgrootte groter dan 210, maar kleiner dan 300 mu: Matig grof zand. Korrelgrootte groter dan 150, maar kleiner dan 210 mu: Matig fijn zand. Korrelgrootte groter dan 105, maar kleiner dan 150 mu: Zeer fijn zand. Korrelgrootte groter dan 63, maar kleiner dan 105 mu: Uiterst fijn zand.
Zoet zand is gewonnen uit zoetwater, zoals rivieren, daar waar zoutzand gewonnen is uit de zee. In de toepassing van zand kan het wel degelijk verschil maken of u gebruikt maakt van zout of zoet zand. Zout zand kan er namelijk voor zorgen dat straatwerk eerder verkleurt door het zout.
Met hun sterke bek schrapen zij algen van koraalrotsen af, waarbij soms ook brokken koraal worden verorberd. De vermalen, onverteerbare kalkskeletten zinken als fijn wit zand naar de bodem. Dat zand spoelt aan op stranden en voilà: je krijgt de prachtige, witte zandstranden die je in reisgidsen voorbij ziet komen.
Het verbetert hiermee de stabiliteit en dus ook de levensduur van het straatwerk. Bijkomend voordeel van zilverzand is ook dat onkruid moeilijk groeit tussen de voegen. Iets wat grote meerwaarde biedt aan het genot van het gelegde straatwerk.
Zand dat vrijwel geheel uit kwarts bestaat noemen we kwartszand. Dit zand is wit tot geel van kleur. De gele kleur wordt vaak veroorzaakt door een klein laagje roest (ijzeroxide) dat om korrels heen zit. Wanneer zand voor meer dan 99,6% uit kwarts bestaat, spreken we van zilverzand.
Zand bestaat korter dan andere delfstoffen zoals aardolie of aardgas, namelijk nog 'maar' 2 miljoen jaar. Elke zandkorrel is eigenlijk een steen die afgeschuurd en vermalen is. Zand, grind, maar ook klei zijn eigenlijk niks anders dan hele kleine stukjes steen. Op grote hoogte zijn de bergen bedekt met sneeuw.
Door de stroming botsen stukjes steen en zand alsmaar tegen elkaar op waardoor ze nog kleiner worden. Onderweg verliest de rivier al heel veel zand en grind en dat zand wat overblijft komt in de zee terecht. De golven en stroming zorgen er uiteindelijk voor dat het een strand wordt.
Zand is steenstof. Het woord is mogelijk afgeleid van het Germaanse woorddeel "sund-" wat 'uiteen, stuk' betekent. De oorspronkelijke betekenis zou dan 'wat kleingemaakt/verbrijzeld is' kunnen zijn.
In het bezoekerscentrum naast het Glazen Huis te Lommel Centrum vindt men de grootste verzameling zandsoorten ter wereld, met meer dan 13.000 zandmonsters.... Zand is ongeconsolideerd (los), korrelig materiaal en een van de meest voorkomende natuurlijke stoffen op aarde.
10 tot 30 centimeter. In de regel wordt aanbevolen een zandbed aan te leggen van ten minste tien centimeter dik. Dit geldt dan voor plekken met een stevige ondergrond en waar de bestrating niet zwaar belast zal worden.
Deze verschillen hebben we hieronder kort op een rijtje gezet: Verschil tussen ophoogzand en brekerzand: brekerzand is gebroken zand. Het bevat een te groot aandeel kleine zanddeeltjes om goede metselmortel te kunnen maken. Conclusie: gebruik ophoogzand niet als brekerzand.
Voor het vullen is zand met een korrelgrootte van 0 tot 8 mm (max. 16 mm) toe te passen. De effectiviteit van zandzakken wordt bepaald door het juiste vullen van de zakken. Een propvolle zandzak kan bij de latere inbouw in de verbinding met andere zandzakken niet nauwsluitend worden ingevoegd.
Inveegzand. De meest simpele en goedkoopste oplossing om je bestrating mee in te vegen is inveegzand. Betonstenen en klinkers worden vaak ingeveegd met brekerzand. Brekerzand is een restmateriaal dat overblijft na het breken van natuursteen (grind).
Zowel vloerenzand als metselzand zijn geschikt voor het maken van een smeervloer. Vloerenzand is zand met een korrelgrootte variërend van 0 – 4 mm en wordt gebruikt voor het opvullen van bouwputten en als toeslagmateriaal voor het maken van cementdekvloeren.
Tuintegels invegen met inveegzand is heel eenvoudig, maar vergt wat geduld. Je snijdt de zak open en verdeelt de inhoud over de bestrating. Dit gaat het best met droog zand op een droog oppervlak, laat het zand indien nodig drogen in de zon. Veeg daarna het zand heen en weer over de tegels.
Bij droog zand eerst een beetje sproeien. Na het trillen moet het zandbed worden vlak getrokken met een rei, lange waterpas of rechte balk. Ook kunt u eerst nog even de hark pakken. Indien mogelijk het aantrillen na enkele dagen herhalen, zo heeft uw zandbed de tijd om in te klinken.