Armoede die voor de samenleving niet goed zichtbaar is en die veelal veroorzaakt wordt doordat mensen niet of onvoldoende gebruikmaken van inkomensondersteunende voorzieningen.
Een deel van de huishoudens waar financiële problemen spelen, is onzichtbaar. Deze zogeheten verborgen armoede komt vaker voor dan veel mensen denken. In elke laag van de bevolking leven mensen in armoede. Ook mensen met een goed inkomen kunnen in de financiële problemen belanden.
Om te bepalen welke huishoudens risico lopen op armoede, hanteert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de lage-inkomensgrens. In 2020 lag deze grens op € 1.100 voor een alleenstaande. Het gaat hier om het bedrag dat een eenpersoonshuishouden te besteden heeft na aftrek van belastingen en premies.
Armoede of pauperisme is volgens de definitie van de Verenigde Naties het niet kunnen voorzien in de primaire levensbehoeften, noodzakelijk om een menswaardig bestaan te kunnen leiden. Primaire levensbehoeften zijn schoon en drinkbaar water, voedsel, kleding, huisvesting en gezondheidszorg.
We spreken in Nederland over absolute armoede als mensen leven onder de lage-inkomensgrens en bv. niet beschikken over (gezond) voedsel, huisvesting, toegang tot gezondheidszorg (bv. een zorgverzekering) of geen mogelijkheden hebben om verder te leren na de verplichte schoolperiode.
De lage- inkomensgrens heeft in 2020 een waarde van 13.247 euro.
We maken onderscheid tussen twee vormen van armoede, namelijk relatieve armoede en absolute armoede. Relatieve armoede betekent dat iemand arm is in vergelijking met de welvaartsstandaard van de omgeving waarin hij leeft.
Armoede heeft vergaande gevolgen voor iemand zijn leven. Armoede zorgt bijvoorbeeld voor minder kans op een opleiding, heeft betrekking op je woonsituatie en je gezondheid. Schaamte, sociaal isolement, eenzaamheid, stress en depressies kunnen een gevolg zijn van armoede.
Hoeveel geld is genoeg per maand? Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) deed een poging om een bedrag te noemen dat 'genoeg' is. En genoeg wil dan zeggen dat je geld genoeg hebt om van rond te komen. Volgens het SCP ligt het basisbehoeftenbudget van een zelfstandig huishouden op 971,-.
Een minimuminkomen ligt in 2022 rond 1.700 euro bruto per maand. Een modaal inkomen ligt in 2022 rond 3.100 euro bruto per maand.
De armoede uit zich onder meer in (zeer) beperkte financiële middelen, sociale uitsluiting, gezondheidsproblematiek en beperkte toegang tot onderwijs. In 2020 leefden ruim 900.000 mensen in een huishouden onder de lage-inkomensgrens, van wie 376.000 al ten minste vier jaar achtereen.
In Nederland ben je arm als je maandelijks minder dan 1.036 euro te besteden hebt (als alleenstaande) of minder dan tweeduizend euro (als paar met twee kinderen).
Mensen uit een huishouden met een inkomen onder de armoedegrens leven gemiddeld ongeveer 5 jaar korter dan mensen met een hoger inkomen. Het verschil in gezonde levensjaren bedraagt zelfs 14 jaar.
Iemand is arm wanneer hij onvoldoende inkomen heeft voor bijvoorbeeld voeding of een goede woning. Het SCP gaat daarbij uit van een minimale levensstandaard, dus van beperkte uitgaven aan deze posten. Iemand is niet arm als hij voldoende inkomen heeft, maar dat aan iets anders uitgeeft.
Als alleenstaande wordt je als 'arm' bestempeld als je moet rondkomen van minder dan 1042 euro per maand. Voor een echtpaar met twee kinderen ligt de grens op 1960 euro. Dat verklaart ook het verschil tussen de cijfers van het CBS en het SCP.
Volwassenen met een bijstandsuitkering leven vaker met een lager inkomen dan werkenden en hebben het meeste risico op armoede. Zelfstandigen hebben een groter armoederisico dan mensen in loondienst. Daarnaast hebben niet-westerse migranten en statushouders vaker een laag inkomen en risico op armoede.
Het percentage van de bevolking dat in armoede leeft is volgens de Wereldbank het hoogst in Madagaskar (82 procent), Burundi (78 procent) en de Democratische Republiek Congo (77 procent). Maar ook in veel andere Afrikaanse landen leven nog steeds veel mensen in armoede.
Rotterdam had het hoogste aandeel arme inwoners (10,9%), direct gevolgd door Amsterdam (10,5%) en Den Haag (10,3%). Deze hoge armoedepercentages hangen samen met de bevolkingssamenstelling in de drie steden.
De armoedegrens in Nederland ligt op 1090 euro voor alleenstaande, 1660 euro voor eenoudergezin met twee minderjarige kinderen, 1530 euro voor een paar en 2080 euro voor een paar met twee minderjarige kinderen. Iets meer dan één miljoen mensen leven in Nederland onder de armoedegrens.
Het percentage huishoudens − met of zonder kinderen − met een inkomen onder de lage-inkomensgrens is in 2020 ten opzichte van 2019 opnieuw iets gedaald. In 2020 leefde 6,8 procent van alle particuliere huishoudens minstens een jaar onder de lage-inkomensgrens. In 2019 ging het om 7,5 procent.
Volgens de Wereldbank ben je arm als je minder dan €1,70 per dag te besteden hebt. Dit heb je in ontwikkelingslanden nodig om minstens elke dag wat te eten te kunnen kopen en een dak boven je hoofd te betalen.
diploma, sociaal netwerk, inkomen uit arbeid,…). Maar door tegenslagen zoals echtscheiding, werkloosheid, ziekte, overlijden van een gezinslid, (meestal een combinatie van factoren waarbij een sneeuwbaleffect ontstaat…) komen ze in armoede terecht.