Voorbeelden: Ongelijke machtsverdeling: mensen met meer macht hebben meer hulpbronnen zoals geld en connecties. Ongelijke verdeling van bezit (schaarse en hooggewaardeerde zaken): verschillen in kennis en vermogen (geld) Mensen met een hogere status worden anders behandeld dan mensen met een lagere status (minder luxe)
Sociale ongelijkheid is de ongelijke verdeling over personen en groepen van zaken die belangrijk worden geacht in een samenleving en de ongelijke waardering en behandeling van hen op basis van maatschappelijke positie en leefstijl. Ook rechten en plichten zijn niet gelijkelijk verdeeld.
Vergeleken met andere Europese landen is de ongelijkheid in inkomen relatief laag in Nederland. Vergeleken met eerdere decennia is de inkomensongelijkheid in Nederland vrijwel gelijk gebleven. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) houdt dit al jaren bij en kan deze waarden dus vergelijken.
Het inkomen, opleidingsniveau en bijvoorbeeld het woningbezit bepalen waar iemand zich bevindt op de ladder en waar er bewegingsruimte zit. De mate waarin iemand kan klimmen op de maatschappelijke ladder wordt sociale mobiliteit genoemd.
Ongelijkheid is volgens hen slecht voor de gezondheid, zorgt voor meer geweld, meer criminaliteit, meer tienerzwangerschappen, meer obesitas, meer depressies, meer wantrouwen, meer kindersterfte, meer stress en minder sociale mobiliteit. Ongelijkheid is niet alleen slecht voor arm, maar ook voor rijk.
Migratie en mobiliteit van mensen moet beter en veiliger georganiseerd worden. Ook moet er een einde komen aan discriminerende wetten en praktijken die ongelijkheid alleen maar groter maken. Iedereen moet gelijke kansen hebben en betrokken worden bij alle sociale, economische en politieke aspecten van de maatschappij.
De oorzaken van vermogensongelijkheid
Het gemiddelde rendement op bijvoorbeeld aandelen ligt vele malen hoger dan de economische groei. De mensen waarvan een groter deel van het inkomen bestaat uit vermogensinkomsten profiteren hiervan. Ook overerfbare ongelijkheid is een belangrijke oorzaak.
Sociale ongelijkheid is de ongelijkheid tussen verschillende bevolkingsgroepen binnen een land. Met sociale ongelijkheid kan worden gekeken of de welvaart in een land wel eerlijk over de mensen is verdeeld. Vaak wordt dit een model afgebeeld, een Lorenzcurve.
Grote verschillen in welvaart tussen groepen mensen noemen we sociale ongelijkheid. In Brazilië verdienen de meeste mensen in het zuidoosten prima, maar het noordoosten is even arm als veel gebieden in Afrika. Wanneer er tussen gebieden grote verschillen zijn in welvaart, dan noem je dat regionale ongelijkheid.
Verschillen tussen leerlingen uit lagere en hogere sociale milieus zijn substantieel, en blijken in deze periode nauwelijks te veranderen. Dit contrasteert duidelijk met het beeld van een snel groeiende ongelijkheid in het Nederlandse onderwijs dat de laatste jaren is ontstaan.
Regionale ongelijkheid is de ongelijkheid tussen verschillende regio's binnen een land. Regionale ongelijkheid wordt vaak weergeven door middel van kaarten met de deelgebieden van een land. De deelgebieden hebben dan vaak een kleur die het bruto regionaal product weergeven in vergelijking met elkaar.
De rijkste 10 procent bezat op 1 januari 2020 ongeveer 60 procent van al het vermogen (1830 miljard euro), tegen 70 procent in 2015. Bij de rijkste 1 procent gaat het om 26 procent van het totale bezit in Nederland, tegenover 32 procent in 2015.
Indeling van mensen hun maatschappelijke positie, bepaald door macht, status en inkomen. Zo staan bovenaan de maatschappelijke ladder beroepen als artsen, advocaten en directeuren, terwijl meer onderaan de maatschappelijke ladder beroepen staan als vakkenvullers, schoonmakers en vuilnismannen.
'Sociale cohesie gaat om zaken als sociale steun, wederkerigheid, wederzijds respect en de verbondenheid binnen en tussen groepen. In een individualistische maatschappij als de onze blijven dergelijke onderwerpen te vaak onderbelicht.
Ongelijke verdeling van bezit (schaarse en hooggewaardeerde zaken): verschillen in kennis en vermogen (geld) Mensen met een hogere status worden anders behandeld dan mensen met een lagere status (minder luxe)
In de hoofdstuk 3 worden de vijf dimensies van sociale cohesie gepre- senteerd: (3.1) Gelijkheid (3.2) Veiligheid (3.3) Sociaal contact (3.4) Leefomgeving en (3.5) Betrokkenheid en vertrouwen. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 het belang van het schaalniveau benadrukt in vraagstukken rond sociale cohesie.
Op zowel meso- als macroniveau hebben socialisatie en acculturatie invloed op het ontstaan van een gemeenschappelijk referentiekader. Via sociale controle en sancties worden de cultuur, normen en waarden in de samenleving overgedragen en/of afgedwongen. Hierdoor wordt de sociale cohesie behouden of versterkt.
De rijkste 1 procent bezit 30 procent van het vermogen. Daarmee is China een van de meest ongelijke landen ter wereld. China heeft officieel de armoede uitgeroeid, maar 600 miljoen Chinezen verdienen nog steeds minder dan 130 euro per maand. Zij zien hun leven weliswaar verbeteren, maar dat gaat steeds trager.
Het antwoord van de onderzoekers: varkens, paarden en runderen. In Eurazië werden die gedomesticeerd en gebruikt om landbouwgrond te ploegen en te bemesten, waardoor de grondopbrengst steeg. Omdat vooral rijken zich zo'n upgrade konden veroorloven, werden die nog rijker, terwijl de armen arm bleven.
Sociale stratificatie is het indelen van groepen mensen in maatschappelijke lagen waartussen een ongelijkheidsverhouding bestaat. Het indelen gebeurt op basis van sociale categorieën, zoals geslacht, opleidingsniveau of etniciteit.
In Bulgarije is de inkomensongelijkheid het grootst met een Ginicoëfficiënt van 0,40 en een ratio 80/20 van 8,2. Dit laatste betekent dat de 20 procent hoogste inkomens over ruim 8 keer zo veel inkomen beschikken als de 20 procent laagste inkomens.
Arm betekent dat je niet rijk bent. Je hebt dan weinig geld. Als je rijk bent heb je juist genoeg geld om goed van te kunnen leven. In Europa is er een kloof tussen arm en rijk binnen de verschillende landen.