Als iemand overleden is, moet er altijd een lijkschouwing plaatsvinden. Het doel hiervan is om te onderzoeken of een verklaring van overlijden kan worden afgegeven. Volgens de wet mag zo'n verklaring worden afgegeven door een behandelend arts of door een gemeentelijk lijkschouwer (forensisch arts).
Als iemand is overleden, onderzoekt een arts het lichaam; de zgn. lijkschouw. De arts stelt daarbij vast of iemand een natuurlijke dood is gestorven, of dat er sprake kan zijn van een ongeluk of misdrijf.
Een schouwarts onderzoekt een sterfgeval en stelt vast of iemand inderdaad is overleden. Dit proces noemt men ook wel de lijkschouwing. Bij de lijkschouwing onderzoekt de schouwarts of er sprake is van een natuurlijke doodsoorzaak. Als de arts hierover twijfelt, moeten er specifieke stappen ondernomen worden.
Bij elk overlijden moet worden vastgesteld waaraan iemand is overleden: de zogenaamde lijkschouw. Dit gebeurt door de huisarts, behandeld arts (in een ziekenhuis) of door de gemeentelijke lijkschouwer. De wet schrijft voor dat het lichaam van de overledene door een arts moet worden onderzocht.
Bij een verwacht overlijden (en geen aanwijzingen voor een nnd) in een verpleeghuis mag tot de schouw niet afgelegd worden, maar kunnen wel verzorgende handelingen worden verricht, zoals het wegvegen van slijm of braaksel, het naar een andere ruimte brengen of starten met koelen, indien het moment van overlijden bekend ...
Mensen hoeven niet bang te zijn dat hun naaste pijn lijdt. Er kan soms een korte pijnsensatie optreden bij het inspuiten van de thiopental, dat valt ondanks een verdovend middel niet geheel uit te sluiten.
Bij het overlijden van een patiënt, dient de behandelend arts het lichaam te schouwen. Als hij niet overtuigd is van een natuurlijke doodsoorzaak moet een arts specifieke stappen ondernemen. De wet maakt verschil tussen natuurlijke en niet-natuurlijke dood.
Na het overlijden begint het lichaam af te koelen; ongeveer 12 uur na het overlijden voelt het lichaam koud aan (het lichaam neemt de temperatuur van de omgeving aan).
Geachte heer of mevrouw, Artikel 3 van de Wet op de lijkbezorging regelt: "Lijkschouwing geschiedt, zo spoedig mogelijk na het overlijden, door de behandelende arts of door een gemeentelijke lijkschouwer." Een jurist zal dus zeggen dat een arts 's nachts zijn bed uit moet komen om een overledene te schouwen.
Lijkvlekken zijn de eerste 24 uur reversibel; lijkstijfheid begint na 1-2 uur en is na 6 uur voltooid; na 72 uur neemt lijkstijfheid weer af.
Bij een vermoeden van een nietnatuurlijke dood neemt de politie het lijk inbeslag op grond van bepalingen in het wetboek van Strafvordering. Artikel 94 SV geeft dit aan.
Verlof tot begraving of verbranding
Pas na het afgeven van dit verlof mag het lichaam legaal begraven of gecremeerd worden. Bij een niet-natuurlijke dood wordt dit verlof pas afgegeven wanneer het onderzoek op het lichaam volledig afgerond is.
Wat gebeurt er? Eerst krijgt de patiënt een slaapmiddel waardoor hij in diepe slaap raakt. Daarna krijgt hij een middel dat de spieren verlamt, ook de ademhalingsspieren en de hartspier. De patiënt overlijdt dan onmiddellijk.
Bij een niet-natuurlijke dood of twijfel aan de natuurlijke aard van het overlijden schakelt de arts direct de gemeentelijk lijkschouwer in. De richtlijn geeft aan wanneer en hoe de behandelend arts samenwerkt met de gemeentelijk lijkschouwer en de politie.
Lijkvinding in de zin der wet betreft een lijk dat is gevonden of uit zee of binnenwater is aangebracht en waarbij na de lijk- schouw de datum en/of de plaats van overlijden niet of onvoldoende nauwkeurig kan worden vast- gesteld.
Bij zelfdoding of dood door geweld is sprake van een niet-natuurlijke doodsoorzaak en wordt de politie ingeschakeld. Na een eerste bezoek door dienstdoende agenten stelt de recherche een onderzoek in. Als u niet zelf het slachtoffer hebt gevonden, zal de politie u inlichten.
Lijkstijfheid of rigor mortis is het verstijven van het lichaam na het overlijden. Na het overlijden begint het lichaam koud te worden. Vanaf zo'n twee tot zes uur na overlijden beginnen de spieren te verstijven, waarschijnlijk doordat de actine- en myosinefilamenten van de spier in elkaar schuiven.
De opleiding tot forensisch arts is één van de profielen van de medische specialisatie maatschappij en gezondheid. Deze opleiding bestaat uit twee fasen van elk twee jaar. Na de zesjarige opleiding geneeskunde volgt na de eerste fase van de opleiding een registratie in het deelprofiel forensische geneeskunde.
Overleden dierbaren die overgegaan zijn naar het Licht, kunnen en komen op bezoek. Veelal zoeken ze contact. Je ervaart dan warmte, liefde en niet meer de onverwerkte emoties en trauma's van die persoon. Vaak kiezen zij ervoor om als tijdelijke gids bij je te blijven en je te ondersteunen.
Na de verzorging kan men bij een intacte huid van zowel de overledene, als nabestaande of verzorger, iemand zonder problemen aanraken. Voor het sluiten van de ogen, is het vaak al voldoende ogen direct na het overlijden met de vingers dicht te strijken.
Het lichaam laat methaanthiol vrij gedurende het ontbindingsproces. Methaanthiol ruikt naar zweetvoeten en rotte witte kool. Dimethyldisulfide is een stinkend gas dat voortkomt via vele bronnen, zoals bacteriën, schimmels, planten, en dieren.
Het overlijden van een persoon door een ziekte of aandoening. Daarbij worden directe, intermediërende en onderliggende (primaire) doodsoorzaken onderscheiden.
Er is in ieder geval sprake van een 'niet-natuurlijke dood' bij een overlijden als direct of indirect gevolg van een ongeval, geweld of een andere van buiten komende oorzaak, een misdrijf of zelf- moord.
De gemeentelijk lijkschouwer onderzoekt dan het lichaam (alleen uitwendig) en de omstandigheden rondom het overlijden. Dit gebeurt vaak samen met de politie/technische recherche. Op deze manier wordt de eventuele niet natuurlijke doodsoorzaak achterhaald en wordt het tijdstip van overlijden vastgesteld.