De verzameling van alle breuken (rationale getallen) noemt men Q. In het bijzonder zitten daar ook de hele getallen in, want die kun je ook als breuk schrijven.
De verzameling van de rationale getallen bevat alle getallen die te schrijven zijn als een deling van twee gehele getallen. Deze verzameling noem je Q .
Je kent al de verzameling van de natuurlijke getallen (N), die van de gehele getallen (Z) en die van de rationale getallen (Q). In die laatste zitten breuken en decimale getallen die of eindig (begrensd) zijn of die repetitief (repeterend) zijn. Al diegenen die hier niet bij horen zijn de reële getallen (R).
Alle getallen die je als breuk kunt schrijven worden rationale getallen genoemd. De gehele getallen horen daar dus ook bij want die zijn als breuk te schrijven: 2 = 2/1.
Rationale getallen (ℚ)
∩: Snijpunt van twee verzamelingen.
Het snijpunt laat zien welke items worden gedeeld tussen categorieën.
Voorbeelden en valkuilen:
32 en 758 zijn voorbeelden van rationale getallen. 1/3 en 40/5 zijn breuken en ook voorbeelden van rationale getallen.
Rationale getallen zijn alle getallen die te schrijven zijn als een breuk. De teller en de noemer zijn gehele getallen. De noemer kan nooit 0 zijn.
Maar ook de reële getallen hebben een beperking: de wortel van een negatief getal kan niet worden uitgedrukt als reeël getal.
Getallen die je als een breuk kunt schrijven, heten rationale getallen.Getallen zoals wortel 2 of pi, waarvoor dat niet kan, heten irrationale getallen.
Q1 is de mediaan van de eerste helft en Q3 is de mediaan van de tweede helft. Aangezien de twee helften elk een even aantal waarden bevatten, zijn Q1 en Q3 het gemiddelde van de middelste waarden.
De straal is de helft van de diameter en loopt vanaf het middelpunt naar de buitenrand van de cirkel. De straal weergeven we met het symbool r.
De rest is het gedeelte van een geheel getal dat bij geheeltallige deling door een tweede geheel getal overblijft. Het resultaat van de deling van twee gehele getallen is gewoonlijk niet uit te drukken in een geheel getal, maar alleen als breuk.
Een deling is een wiskundige bewerking van twee getallen en ziet er als volgt uit: deeltal : deler = quotiënt. Het deeltal is het getal dat door een ander gedeeld wordt. De deler is het getal waardoor gedeeld wordt. De quotiënt is de uitkomst van de deling.
Een vermenigvuldiging heet in de wiskunde een product.Een deling heet in de wiskunde een quotiënt. Als je 2 getallen bij elkaar optelt dan heet dat in de wiskunde een som. Als je 2 getallen van elkaar aftrekt dan heet dat in de wiskunde het verschil.
rationaal bijv. naamw. Verbuigingen: rationalerVerbuigingen: rationaalst 1) volledig berekenbaar, meetbaar 2) op redelijke overwegingen gebaseerd, rationeel, redelijk, verstandig Bron: WikiWoordenboek.
Het grootste negatieve getal is het meest richting de 0. Dus het minst negatief. -1 ligt het dichts bij de 0 en is dus het grootst.
Het getal googol een 1 is met 100 nullen. Maar googol is niet het grootste getal. Als je namelijk twee keer googol doet, heb je 2 googol. Het allergrootste getal dat bestaat is 'oneindig', waarvoor het symbool ∞ wordt gebruikt.
De wortel uit een getal is altijd positief. Omdat er uit een kwadraat geen negatief getal kan komen, kan een wortel van een negatief getal dus niet bestaan.
Er zijn verschillende tekens voor vermenigvuldigen. Het maalteken, de vermenigvuldigingspunt en de asterisk (sterretje) worden alle drie weergegeven met de asterisk. Daar waar geen expliciet vermenigvuldigingsteken staat, wordt dat ook niet toegevoegd.
In de wiskunde
Vijf is het derde priemgetal, het enige priemgetal dat lid is van twee priemtweelingen en het is een primoriaal priemgetal. Het is het kleinste evenwichtig priemgetal: 3–5–7.
De V is trouwens een wiskundige notatie voor “of”. Het is dus nuttig om D eerst uit te rekenen, maar je mag hem ook vervangen door (b2 - 4ac) in de ABC-formule.
Een irrationaal getal is een getal met oneindig veel cijfers achter de komma, die zichzelf niet herhalen. een irrationaal getal. Bij een irrationaal getal hoort een breuk die niet-repeterend en oneindig is. Alle irrationale en rationale getallen samen vormen de reële getallen.
Kommagetallen worden ook wel decimale getallen genoemd. 4 is dus geen decimaal getal, maar 4,2 wel. De cijfers achter de komma noem je decimalen. 7,21 is een getal met 2 cijfers achter de komma, dit is dus een getal met 2 decimalen.
In Nederland en België wordt een komma gezet tussen 'hele getallen' en decimalen (die niet voor niets ook wel 'de cijfers achter de komma' genoemd worden). Het decimaalteken wordt gebruikt in geldbedragen, maar ook in andere getallen. Voorbeelden: (1) Jan Douwe is 1,96 m lang.