Als je een negatief getal ergens van aftrekt moet je het getal er juist bij optellen, dit zou je dus gewoon kunnen zien als een optelsom. Als er twee minnen (- -) naast elkaar staan, veranderen ze in een plus (+). Bijvoorbeeld: 5 – – 3 = 8.
Dit artikel gaat over het bijwoord 'plusminus' en het wiskundige teken. Voor de statistiek in het ijshockey, zie Plus/minus; voor het muziekalbum, zie + -. Plusminus komt van het Latijn en betekent in het Nederlands dagelijks spraakgebruik min of meer of ongeveer.
Plus gedeeld door plus is plus
Als er een even aantal mintekens staat in een deling, is de uitkomst positief. Als er een oneven aantal mintekens staat in een deling, is de uitkomst negatief.
Twee negatieve getallen met elkaar vermenigvuldigen geeft ook een positieve uitkomst. Een positief getal met een negatief getal vermenigvuldigen geeft een negatieve uitkomst.
Dus: de vermenigvuldiging van twee negatieve getallen, geeft je een positief getal. Min keer min is plus.
Een positief getal delen door een negatief getal geeft een negatieve uitkomst. Een negatief getal delen door een positief getal geeft een negatieve uitkomst.
Voor het vervangen van een accu is niet veel gereedschap nodig. Begin altijd met het losmaken van de min- klem en dan pas de plus+ klem, als u weer monteert doet u precies het tegenovergestelde, eerst de plus-klem en dan pas de min-klem vast.
met optellen geldt: - + - blijft min + + + blijft plus - + + ligt eraan, je begint met een min getal en telt hier de plus bij op, oftewel hetzelfde als + - - + + - wordt gewoon een min som Succes!
2 min-getallen vermenigvuldigen is dus positief. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor 4, 6, 8, .. min-getallen. 3 min-getallen vermenigvuldigen is dus negatief. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor 5, 7, 9, .. min-getallen.
Het getal 0: het is zowel wel/niet positief als negatief, je kan er niet door delen, vermenigvuldigen met 0 levert ook niets op. Maar waarom is 0 dan zo belangrijk in de wiskunde, in de ICT, etc?
Een plusteken is een symbool dat wordt gebruikt om een optelling of een positief getal aan te duiden. Het bestaat uit een korte horizontale en verticale lijn die elkaar in het midden snijden: +. Het woord 'plus' komt uit het Latijn en betekent 'meer'.
Vermenigvuldigen is een onderdeel van het rekenen en geeft het aantal malen aan, dat je hetzelfde getal optelt. Bijvoorbeeld 3 x 5 (spreek uit 3 keer of 3 maal 5). Dat is een andere manier om 5 + 5 + 5 te schrijven. (Dat laatste spreek je uit als 5 en 5 en 5, of ook wel gezegd 5 plus 5 plus 5).
Positief = 'goed' en negatief = 'slecht'
In de dagelijkse praktijk zijn positief en negatief geen neutrale termen. Positief heeft dan betrekking op iets goeds, bijvoorbeeld: We hebben een positieve reactie op onze aanvraag gekregen. Mijn opa en oma staan heel positief in het leven.
In de wiskunde wordt het symbool ∀ gebruikt voor de universele kwantor.
> betekent groter dan. ≤ betekent kleiner dan of gelijk aan. ≥ betekent groter dan of gelijk aan.
1 is alleen deelbaar door 1. 1 is alleen deelbaar door 1. Het is dus geen priemgetal technisch gezien, omdat het maar 1 deler heeft. 1 zichzelf, maar om een priemgetal te zijn, heb je dus precies 2 delers hebben, 1 heeft maar 1 deler.
Een keersom is het vermenigvuldigen van getallen
In plaats van een '+' of '-' staat er nu ineens een 'x' tussen de getallen. Je kind leert dat dit symbool betekent dat hij de twee getallen keer elkaar moet doen. Dit noemen we ook wel vermenigvuldigen. Een voorbeeld van een keersom is 3 x 5.
Het getal 4 past dus 4 keer in 16, dus 16 : 4 = 4.
Het tegengestelde van een getal wordt het tegengestelde teken van dat getal. Als je positief drie hebt hier, het tegengestelde is negatief drie. Als je begint met negatief vier, het tegengestelde is positief vier. Op een andere manier, het krijgt dezelfde absolute waarde, maar met een ander teken.
het plusteken
plustekens (meerv.) [wiskunde] het symbool + om een optelling of een positief getal aan te duiden.
Wiskunde (minder gebruikelijk: mathematiek, mathematica of mathesis) is een formele wetenschap die onder andere getallen, patronen en abstracte structuren bestudeert. De wiskunde komt voort uit het rekenen en de meetkunde, maar omvat veel meer dan dat.
In de wiskunde worden getallen, patronen en structuren bestudeerd. Wiskunde gaat dus ook over: afstanden, vormen, verhoudingen en perspectief. 'Wis' betekent zeker en 'kunde' wetenschap. Wiskunde is dus de wetenschap van het zeker weten.
Het bleek dat er verschillende opvattingen waren. De regel: Meneer van Dalen... is een overblijfsel uit vroeger tijden, waarvoor tegenwoordig geen plaats meer is. De volgorde van bewerkingen wordt bij toepassingen door de context en door de gebruikte rekenapparatuur bepaald. Bij twijfel plaats je haakjes.
Haakjes hebben voorrang op alles; Machten (en wortels) hebben voorrang op vermenigvuldigingen (en delingen); Vermenigvuldingen (en delingen) hebben voorrang op optellingen (en aftrekkingen); Optellingen (en aftrekkingen) hebben voorrang op niets.