Met een kruimelvergunning kan een bouwplan afwijken van een bestemmingsplan. Op de kruimellijst staan elf gevallen waarin van het bestemmingsplan mag worden afgeweken, zonder dat daar lange procedures voor nodig zijn.
De Kruimelgevallenregeling biedt de mogelijkheid om een omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik met de snelle(re) reguliere procedure voor te bereiden. De Kruimelgevallenregeling is onder meer van toepassing op het in afwijking van het bestemmingsplan wijzigen van het gebruik van een bestaand bouwwerk.
Binnenplanse afwijking
Een voorbeeld van een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid is de regel dat B&W bevoegd zijn om een omgevingsvergunning te verlenen voor overschrijding van de maximale maatvoering van bouwwerken met 10 %.
De gemeente kan een omgevingsvergunning verlenen met als doel af te wijken van het bestemmingsplan. Dit wordt ook wel een “buitenplanse afwijking” genoemd. Voor deze afwijking moet een goede ruimtelijke onderbouwing aanwezig zijn.
Met de omgevingsvergunning buitenplanse afwijking (art. 2.12 lid 1, sub a onder 3o Wabo), het vroegere projectbesluit, kan worden afgeweken van het bestemmingsplan. Er moet gemotiveerd worden dat de omgevingsvergunningsaanvraag voldoet aan een goede ruimtelijke ordening.
Aan een omgevingsvergunning ligt een concreet project ten grondslag en er kunnen geen algemene regels in worden opgenomen. In een bestemmingsplan worden daarentegen regels opgenomen die voor herhaalde toepassing zijn.
Gemeenten zijn verplicht voor hun gehele grondgebied te beschikken over actuele bestemmingsplannen. De verplichting om iedere 10 jaar een nieuw bestemmingsplan vast te stellen geldt niet als: het bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar is via Ruimtelijke plannen.
In een bestemmingsplan zijn vaak al een aantal afwijkingsmogelijkheden opgenomen, zoals een afwijking met 10 % van de maximale goothoogte of een afwijking van 1 meter. Meestal zijn er voorwaarden verbonden aan een binnenplanse afwijking. De procedure is hetzelfde als die van een passend plan.
Voor een wijziging in het bestemmingsplan moet u een aanvraag indienen bij de gemeente. Houdt u er rekening mee dat dit een vrij moeilijke en dure procedure kan zijn. Alleen de aanvraag kost op dit moment in de meeste gemeenten tussen de 10.000 en de 12.000 euro.
Het bestemmingsplan kan ook gewijzigd worden vastgesteld. De gemeenteraad beslist binnen twaalf weken na de termijn van terinzagelegging van het ontwerpbesluit over de vaststelling van het bestemmingsplan.
Ja, in de Wet ruimtelijke ordening is vastgelegd dat een bestemmingsplan elke tien jaar opnieuw moet worden vastgesteld. Dat kan door een heel nieuw bestemmingsplan vast te stellen, maar ook door het nemen van een verlengingsbesluit.
Een omgevingsvergunning wordt getoetst op het bestemmingsplan, de bouwverordening, de welstand en het bouwbesluit. Als de plannen voldoen aan alle gestelde eisen, moet de gemeente de vergunning verlenen.
In een bestemmingsplan staat hoe de grond in een gebied en de gebouwen die daarop staan, gebruikt mogen worden. Wanneer u grond of een gebouw op een andere manier wilt gebruiken dan in het bestemmingsplan staat, vraagt u een omgevingsvergunning strijdig gebruik aan. Met deze vergunning mag u uw plannen toch uitvoeren.
Een bouwvergunning (tegenwoordig ook wel omgevingsvergunning genoemd) is onherroepelijk als er 6 weken na het bekend maken van de vergunning geen bezwaar is ingediend. Zodra iemand bezwaar heeft aangemaakt tegen jouw bouwvergunning is de vergunning pas onherroepelijk na het finale oordeel van de rechter.
Bij vergunningvrij bouwen op grond van artikel 2,van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht ( Bor ) blijft het bestemmingsplan buiten toepassing. De bouwwerken die onder artikel 2 vallen zijn vrijgesteld van de omgevingsvergunning voor de activiteiten 'bouwen' en 'strijdig gebruik met het bestemmingsplan'.
Voor (ver)bouwen is meestal een omgevingsvergunning voor bouwen nodig. Soms heeft u geen omgevingsvergunning nodig. Bijvoorbeeld voor gewoon onderhoud of het plaatsen van een dakkapel aan de achterkant van uw woning.
U betaalt ook de kosten voor het aanpassen van het bestemmingsplan. Hoeveel dit is, is afhankelijk van de uren die de gemeente eraan moet besteden. Bestemmingsplannen kosten meestal tussen de €10.000,00 en € 20.000,00.
Verjaring kan een rol spelen bij de vaststelling van een bestemmingsplan. Er moet dan echter wel sprake zijn van een evidente privaatrechtelijke belemmering.
Bestemmingsplanprocedure. De procedure voor het bestemmingsplan wordt vanuit het Besluit ruimtelijke ordening, de Wet ruimtelijke ordening en afdeling 3.4 Awb doorlopen. De doorlooptijd, zonder voortraject, is op basis van de wettelijke termijnen 26 tot 31 weken.
Er is geen landelijke wetgeving omtrent de maximale afmeting voor een overkapping. Wel hanteren veel gemeentes voor overkappingen groter dan 30 m² of 50% van het 'achtererfgebied' (je achtertuin) een meldingsplicht of vergunningsaanvraag.
Op een bebouwingsgebied gelijk aan of kleiner dan 100m2mag je 50% bouwen. Dat is dus niet heel lastig te onthouden. Bij een gebied van 90m2mag je dus 45m2 en bij een gebied van 30m2mag je 15m2bouwen. De oppervlakte die je mag bebouwen is 50m2 bij een gebied groter dan 100m2 en kleiner of gelijk aan 300m2.
Als een gemeente een bestemmingsplan niet tijdig actualiseert en dat bestemmingsplan dus ouder wordt dan tien jaar, mag die gemeente geen leges meer heffen voor vergunningen die op basis van het verouderde bestemmingsplan worden verleend.
Om beroep in te stellen moet u uw zienswijze kenbaar hebben gemaakt tijdens de ontwerpfase van de bestemmingsplanprocedure. Heeft u dat niet gedaan? Dan kunt u alleen beroep aantekenen tegen wijzigingen die de gemeenteraad heeft aangebracht ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan.
Als de bestemming van een pand of perceel moet worden veranderd, dan heeft de gemeente beleidsruimte bij de beoordeling van het verzoek daartoe. Dat betekent dat de gemeente mag beoordelen of zij het wenselijk vindt dat de bestemming wordt aangepast.