WATER, EEN VITAAL ELEMENT Zo is percentage lichaamsgewicht dat uit water bestaat bij een baby 74% en neemt, vanaf 50 jaar, af naar 50% bij een man en 47% bij een vrouw. Het gemiddelde percentage water in een volwassen lichaam is 65%, wat overeenkomt met ongeveer 45 liter water voor een sporter van 70 kg.
Het ideale percentage lichaamswater varieert.
Dit komt omdat vrouwen meer weefsel hebben dan mannen. Bij volwassen vrouwen schommelt het ideale percentage tussen 45 en 60%, terwijl het ideale percentage bij mannen 50 tot 65% van het totale lichaamsgewicht bedraagt.
Is de hoeveelheid water die door het lichaam wordt vastgehouden. Over het algemeen hebben mannen een hoger vochtgehalte dan vrouwen vanwege hun grotere spiermassa. Bij een vrouw hoort het vochtpercentage tussen 45 en 60 procent te liggen.Het juiste vochtpercentage voor mannen ligt tussen 50 en 65 procent.
Bij een gezond gewicht bestaat het vrouwelijke lichaam gemiddeld voor 52% uit vocht, voor mannen ligt dat rond de 65%. Dit lichaamsvocht is verdeeld over het lichaam en bevindt zich in en om cellen, weefsels en in ons bloed. Daar vrouwen doorgaans meer vetweefsel hebben, hebben zij verhoudingsgewijs minder vocht.
Een gezond percentage lichaamsvocht voor vrouwen ligt tussen de 45% en 60%.Bij mannen is dit tussen de 50% en 65%. Een gezond lichaamsvochtpercentage vermindert het risico op gezondheidsproblemen en zorgt ervoor dat het lichaam goed functioneert.
Over het algemeen bestaat het menselijk lichaam voor ongeveer 40% tot 50% uit spiermassa. Bij volwassen mannen bestaat het lichaam doorgaans uit ongeveer 42% tot 50% spiermassa, terwijl bij volwassen vrouwen het percentage spiermassa meestal tussen 36% en 42% ligt.
Gezonde spiermassa voor mannen ligt tussen de 40% en 48% van de totale lichaamsmassa. Voor vrouwen ligt dit wat lager; deze moet tussen de 34% en 44% van de totale massa liggen.
Het gemiddelde spiermassa percentage van vrouwen ligt tussen de 34% en 44%. Bij mannen is dat tussen de 40% en 48%.
Wat is een goede vochthuishouding? De manier waarop je vocht binnenkrijgt en weer loslaat, heet je vochthuishouding. Als alles goed met je gaat, is die vochthuishouding in balans: er komt net zoveel vocht je lichaam binnen als er weer uitgaat, dagelijks zo'n 2 tot 3 liter.
Bij mannen ligt het gemiddeld spierpercentage tussen de 37% en 55%. De verschillende waarden per leeftijd zijn: 20-29 jaar: 42-54% 40-49 jaar: 40-50%
Dit komt doordat mannen gemiddeld genomen een hogere spiermassa hebben. Hierover lees je meer in het hoofdstuk 'vochtpercentage man'. Bij volwassen vrouwen schommelt het vochtpercentage tussen 39 en 63%, terwijl het ideale vochtpercentage bij mannen 47 tot 67% van het totale lichaamsgewicht bedraagt.
De relatieve vochtigheid geeft aan hoeveel waterdamp de lucht bij de heersende temperatuur bevat, dus hoe vochtig het is. Een waarde van 100 procent wijst op een maximale hoeveelheid waterdamp. De lucht is dan verzadigd.
De globale verdeling van je lichaamsgewicht is als volgt: Spiermassa: 40-50% Orgaanweefsel: 25-30% (inclusief de huid) Skelet (botten): 15-20%
De snelste en makkelijkste manier om te weten of je voldoende drinkt, is door je urine te checken. Heldere urine wijst op een goede hydratatie. Als je urine sterk geel is van kleur, is dat waarschijnlijk omdat je onvoldoende hebt gedronken.
Simpelweg gezegd is dit joggen, fietsen, aerobics of een andere vorm van cardio. Dit zorgt voor een verhoging van de hartslag en zetten de zweetklieren in werking. Dit vergroot de dorst en houdt de vochtbalans in je lichaam onder controle, wat essentieel is bij het voorkomen van vochtretentie.
Ons lichaam bestaat voor gemiddeld 70% uit water. Een deel van dat water zit in ons bloed, is intercellulair; het overige gedeelte is nodig voor de werking van onze organen. 90% van de hersenen, 79% van hart en longen, 76% van de spieren, 70% van de lever, 22% van de beenderen en zelfs 10% van de tanden is water.
Hierdoor kunnen klachten ontstaan, zoals benauwdheid, opgezette enkels, voeten en handen en een opgezet gezicht. Als u meer plast dan u drinkt, blijft er te weinig vocht achter in uw lichaam. Dit noemen we een negatieve vochtbalans. U kunt dan uitdrogen.
Voor je nieren is 1,5 tot 2 liter vocht genoeg. Door voldoende te drinken help je je nieren natrium, ureum en gifstoffen af te voeren. Dit zorgt er ook nog eens voor dat je minder risico loopt op het krijgen van chronische nieraandoeningen. Let er op wel dat te veel drinken juist schadelijk kan zijn.
Nee, het is niet erg om 3 of 4 liter per dag te drinken. Je nieren kunnen maximaal 0,7 tot 1 liter water per uur verwerken. Je kan dus over een hele dag gemakkelijk 3 of 4 liter water drinken. Het is wel belangrijk om verschillende drinkmomenten te hebben zodat je nieren het kunnen verwerken.
Een waarde tussen 1 en 6 wijst erop dat je een gezond viscerale vetwaarde hebt. Tussen 7 en 12 moet je gaan opletten en boven de 13 is een te hoge waarde. Te veel orgaanvet kan namelijk gaan drukken tegen de organen, waardoor je een drukkend gevoel kunt ervaren, kortademig kunt worden en jij je lusteloos kunt voelen.
De lichaamsanalyse botmassa, in het Engels (Bone Mass), is een belangrijke meting om te analyseren of onze botten gezond zijn. Het exacte gewicht of massa van onze botten verschilt per persoon, waardoor het slim is om op regelmatige basis te controleren of onze botmassa gezond is.
De manier om je vetpercentage thuis te meten zijn weegschalen inclusief vetmeting. De weegschalen zijn populair, maar niet betrouwbaar. De Consumentenbond onderzocht 11 weegschalen. Conclusie: degene die wil weten hoeveel vet hij heeft, kan maar beter niet op een weegschaal gaan staan.
De dichtheid (ofwel de massa per volume) van spiermassa bedraagt gemiddeld 1,06 gram per kubieke cm. De dichtheid van vetmassa bedraagt 0,9 g/cm3. Spieren zijn dus voor hetzelfde volume ongeveer 15% zwaarder. Niet vreemd dus dat je gewicht niet meteen daalt als je meer begint te sporten.
De naam zegt het al: het vetpercentage geeft aan hoeveel procent van jouw lichaam uit vet bestaat. Als jouw vetpercentage 20% is, betekent dat dat jouw lichaam voor 20% uit vet bestaat, en de overige 80% uit spieren, botten, organen en water.
Een mannelijke natural bodybuilder kan in zijn leven maximaal 10 tot 18 kg spiermassa winnen door middel van krachttraining (gemiddeld 13 kg). De precieze hoeveelheid is afhankelijk van lichaamstype en andere genetische omstandigheden.