Om de melkproductie goed op gang te brengen, is het belangrijk regelmatig te kolven: minstens 7 keer per 24 uur, waarvan één keer in de nacht. Het is belangrijk om minstens 7 keer per dag te blijven kolven. De melkproductie neemt geleidelijk toe. Een volledige productie van 750 ml is normaal.
Dit hangt af van het gewicht van je baby, het aantal voedingen en de samenstelling van de gekolfde melk. Een baby drinkt per dag gemiddeld ongeveer 150 ml per kilo lichaamsgewicht. Een baby van 5 kilo heeft dus elke dag 750 ml moedermelk nodig. Als hij zes voedingen krijgt is dat ongeveer 110 ml per voeding.
Baby's hebben voor iedere kilogram lichaamsgewicht tussen de 100 en 150 ml moedermelk per dag nodig. Hoe ouder je kindje wordt, hoe minder melk per kilogram lichaamsgewicht hij nodig heeft.
Hoe vaak je op een dag kolft, hangt ervan af hoe vaak je baby nog bij je drinkt. Je kolft namelijk net zo vaak als dat je kindje bij je zou drinken wanneer jullie wel samen zijn. Bij veel vrouwen komt dit neer op drie keer per dag kolven, gedurende een volle werkdag.
Kolf aan dezelfde frequentie als de voedingen van je baby met een minimum van 8 keer per 24 uur. Dag en nacht kolven kan, naast het pendelen naar je baby in het ziekenhuis, best pittig zijn. Durf hulp te vragen bij de huishoudelijke taken, zodat je zelf ook af en toe kan ontspannen.
De richtlijn is als volgt. Geef je kind op een dag ongeveer 150 milliliter voeding per kilo van zijn gewicht. Als je kind 5 kilo weegt, heeft het op een dag dus ongeveer 750 milliliter voeding nodig. Dat zijn dus bijvoorbeeld 10 flesjes van 75 ml, of 9 flesjes van 80-85 ml.
Hoe vaker je kolft, hoe meer je de melkproductie stimuleert. Door minder vaak te kolven zal de melkproductie afnemen. In principe stimuleer je de melkproductie het beste als je om de twee à drie uur kolft. 's Nachts mag er wat langere tijd tussen zitten.
Het is niet verstandig vaak kleine beetjes af te kolven. Soms wordt moeders verteld dat ze voor iedere voeding de spanning van de borsten moeten afkolven. Maar hierdoor neemt de productie juist toe. Heel af en toe zo ver mogelijk leeg kolven werkt beter.
Als uw baby ook aan de borst drinkt kolf dan na de voeding. In het begin lijkt kolven wel een dagtaak. Als kolven een gewoonte wordt, kost het u waarschijnlijk minder moeite. Als u een keer in tijdnood komt, kunt u aanhouden dat na ongeveer 1 uur de borsten voldoende melk hebben aangemaakt om weer te kunnen kolven.
Kijk hoeveel je kindje op dat moment drinkt en pas daar de voorraad op aan. De voorraad blijft op peil doordat jij kolft terwijl jouw kindje ergens anders een flesje afgekolfde melk krijgt. Twee kolfmomenten per acht uur zijn in principe genoeg om je productie op peil te houden en je melkvoorraad bij te houden.
Om een voorraadje op te bouwen kolf je tussen 2 voedingen door of geef je de ene borst en kolf je de andere. Afkolven duurt in principe even lang als voeden. Dubbelzijdig kolven duurt gemiddeld 10 tot 15 minuten. Langer kolven om meer melk te krijgen heeft geen zin.
Kolf bij je eerste kolfsessie gedurende ten minste 15 minuten. Maak je geen zorgen als je in het begin niet veel melk opvangt – een regelmatige extra zuigstimulans zou je borsten snel moeten aanzetten om meer melk te produceren.
Bijvoorbeeld 's morgens de ene borst afkolven terwijl de baby uit de andere drinkt. Of als er een voeding wegvalt, kolf je die af. Goed ontbijten voordat je aan het werk gaat, dat verhoogt je kolfopbrengst. Als je kolvende collega's hebt, organiseer samen te gaan kolven.
Meestal heb je in de ochtend de meeste melk, dus is het handig om na de eerste ochtendvoeding na te kolven. Dit kun je ook nog een keer 's middags of 's avonds doen. Sommige baby's slapen in de avond al wat langer achter elkaar door, dan kun je ook kolven voordat je gaat slapen.
Beide borsten aanbieden
Het is goed om in de eerste periode beide borsten tijdens iedere voeding aan te bieden. Zo komt de voeding sneller op gang en het zorgt ervoor dat je minder last zult hebben van stuwing.
Het is belangrijk om minstens 7 keer per dag te blijven kolven. De melkproductie neemt geleidelijk toe. Een volledige productie van 750 ml is normaal. Bedenk dat je baby in een normale situatie ook 's nachts zou drinken en dat te volle borsten de toeschietreflex en de melkproductie belemmeren.
De 'leegheid' van een borst is daarnaast afhankelijk van de opslagcapaciteit ervan. Een borst die 100 ml kan bevatten is veel eerder 'leeg' dan een borst die 400 ml kan bevatten. De eerste borst zou zich dus weer sneller opvullen als de baby 80 ml eruit heeft gedronken.
Kolven vergt veel van de moeder, het is onnatuurlijker en veel minder bevredigend dan het kind aan de borst hebben en het is ook erg vermoeiend. Anderzijds vinden veel moeders het erg belangrijk om moedermelk te kunnen geven.
Het is normaal dat je borsten niet meer vol aanvoelen als je al een tijdje borstvoeding geeft, omdat je lichaam raakt afgestemd op de hoeveelheid melk die de baby drinkt. Deze aanpassing kan plotseling en al vrij vroeg voorkomen (twee weken na de geboorte of zelfs vroeger). Een borst is echter nooit helemaal leeg.
De voedingstijd aan de borst varieert per moeder-kindpaar maar zal ongeveer 15-20 minuten aan de eerste borst zijn en ongeveer nog 10 minuten aan de tweede borst. Ook het aantal voedingen per 24 uur varieert per kind, ook afhankelijk van de leeftijd en behoeften.
Een keer een voeding uitstellen of overslaan zal meestal niet direct een probleem opleveren. Maar als je dat meerdere voedingen of dagen achter elkaar doet, kan het zijn dat je melkproductie achteruit gaat, waardoor je kind minder vaak bij je wil of kan drinken. Je bent dan onbewust aan het afbouwen.
Afgekolfde melk kan worden toegevoegd aan reeds ingevroren moedermelk, maar alleen als de melk die je wilt toevoegen van tevoren is gekoeld in de koelkast.
Je borsten voelen slap en soms beurs aan, alsof er geen melk meer in zit. Het is goed om je te bedenken dat je borsten op deze dagen juist meer melk aanmaken. Ook is het zo dat je borsten in principe nooit helemaal leeg zijn, dus je hebt juist wel voldoende voeding.