Bij non-verbale intelligentie wordt gekeken of men in staat is om logisch-systematisch te redeneren. Is men in staat om oorzaak- en gevolgrelaties te doorzien en systematiek te ontdekken? Tevens wordt gekeken naar abstract-analytisch inzicht.
Bij een non-verbale IQ test is het niet nodig om gesproken of geschreven taal te gebruiken. Met een intelligentietest kan er worden gekeken hoe intelligent iemand is. De test is geschikt voor kinderen vanaf een jaar of twee en wordt doorgaans ook gebruikt voor volwassenen tot een jaar of veertig.
De test is met name geschikt voor het vaststellen van de intelligentie bij personen die beperkt zijn in hun verbale communicatie zoals doven en slechthorenden en personen met taal- en spraakstoornissen.
Doel. De SON-R 6-40 meet de algemene intelligentie van kinderen, jongeren en volwassen.
De redeneerschaal bestaat uit de subtests Categorieën, Situaties en Analogieën. De test bestaat uit de volgende onderdelen: Puzzels. Hierbij moeten een aantal legpuzzels, met of zonder voorbeeld, in elkaar worden gelegd.
Doorgaans wordt een IQ dat tussen de 85 en de 115 ligt gezien als een normaal of gemiddeld IQ. Een IQ dat hoger is dan 115 wordt gezien als een bovengemiddeld IQ. Bij een IQ van 130 of hoger is er sprake van hoogbegaafdheid. Wanneer het IQ lager is dan 85, dan is er sprake van zwakbegaafdheid.
Wat de verbaal-performaal kloof in de praktijk betekent
Wanneer de leerling sterker is in het verbale stuk, ligt het denken en redeneren in taal op een veel hoger niveau dan het praktische handelen.
Het verbale IQ zegt iets over het denken in woorden en het verbale geheugen. Veel begaafden hebben een hoog verbaal IQ: ze zijn taalgevoelig, denken snel, hebben een ruime woordenschat, etc. De verbale intelligentie is een aardige voorspeller voor schoolse resultaten.
Het gemiddelde IQ van een kind is 100. Een kind dat dus bij een intelligentietest een IQ scoort hoger dan 100, is intelligenter dan een 'gemiddeld' kind. Een lagere IQ score op de test betekent dan een kind minder intelligent is dan een gemiddeld kind.
Performale intelligentie heeft te maken met het oplossen van problemen en het praktisch denken. Hieronder valt ook het ruimtelijk inzicht, het plannen en de fijne motoriek. Het verbaal IQ, daarentegen, zegt iets over het denken in woorden en het verbale geheugen.
Bij studenten op een universiteit is het gemiddelde IQ 115. Ook voor deze groep geldt dat er studenten zijn die lager scoren dan het gemiddelde. In de normaalverdeling is heel goed zichtbaar dat er qua IQ een grote overlap is tussen studenten op een universiteit en het middelbaar onderwijs.
Men spreekt van een disharmonisch profiel wanneer het verbale IQ (dat betreft taalkundigheid en de mate van communicatie die je beheerst) van iemand sterk verschilt met het performale IQ (dat betreft de capaciteit om kennis toe te passen, de mate van ruimtelijk inzicht en de manier waarop je je gedraagt).
Als het gemiddelde intelligentieniveau gezakt is, betekent dat dus niet dat iemand niet slim meer is. Er kunnen érg grote verschillen bestaan tussen het VIQ en het PIQ. Als dat meer is dan 25 punten wordt er gesproken over een disharmonisch intelligentie profiel of de verbaal performaal kloof (V-P kloof).
Je IQ ligt minder vast dan gedacht. Veranderingen in het volume van bepaalde hersengebiedjes tijdens je pubertijd kunnen je intelligentiescore flink omhoog krikken – of juist omlaag. Je intelligentie, uitgedrukt in IQ, verandert gedurende je leven nauwelijks.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Bij (jong)volwassenen kunnen bijvoorbeeld een laag opleidingsniveau, een klein sociaal netwerk, een gebrek aan concrete vaardigheden als klokkijken en het hebben van wat meer kinderlijke hobby's en voorkeuren tekenen zijn dat er sprake is van een lvb of zwakbegaafdheid.
Veel mensen zien het als een manier om hun hoogbegaafdheid te kunnen bewijzen. Misschien voelt het alsof je dan pas mag vinden en zeggen dat je hoogbegaafd bent. Maar hoogbegaafdheid komt niet altijd naar voren in een IQ-test. Sommige hoogbegaafden scoren zelfs laag op een IQ-test, ook al hebben ze een hoog IQ.
Mensen met een IQ score tussen de 120 en 130 worden als begaafd gezien en een score tussen de 110 en 119 is bovengemiddeld. De grootste groep is die met een score tussen 90 en 109 en wordt met de term “normaal” aangeduid. Daaronder, tussen de 80 en 90, is de groep met een beneden gemiddelde score.
Naast het algemene IQ (totaal IQ of TIQ) worden in de meest gebruikte tests nog twee andere IQ's berekend: VIQ (verbaal IQ) en PIQ (performaal IQ). Beide worden becijferd aan de hand van de som van de ruwe score van een bepaalde groep subtests.
Verbaal is een manier van uitdrukken in woorden en geluiden. Het woord komt van het Latijn verbalis, wat mondeling betekent. Het woord verbaal heeft betrekking op het spreken en niet op het schrijven of gebaren.
Er is sprake van een disharmonisch profiel wanneer er significante verschillen bestaan tussen de verbale en de performale intelligentie. Dit is meestal een teken dat er iets aan de hand is waardoor de ontwikkeling van de verschillende soorten intelligentie niet harmonisch verloopt.
In theorie is een IQ score van 1 de laagst mogelijke score, echter is dit niet meetbaar met een IQ test. Het gemiddelde IQ van de mens ligt tussen de 85 en 115. Hoe verder je van het gemiddelde IQ afwijkt des te lastiger het wordt om je IQ door middel van een intelligentietest vast te stellen.
Intelligentieprofiel. De intelligentie bestaat uit een verbaal (talig) deel en een performaal (ruimtelijk-visueel-handelend) deel. Bij sommige kinderen zijn beide delen van de intelligentie even sterk ontwikkeld. Wij spreken dan van een harmonisch intelligentieprofiel.