Bij een oncologisch ulcus is het rode weefsel in de wond tumorweefsel. In tegenstelling tot de niet- oncologische wond is hier niet of nauwelijks sprake van een genezingstendens. Zwart weefsel in een wond is necrose. Bij wonden ontstaan door benigne oorzaken is de grens tussen necrose en gezond weefsel goed zichtbaar.
Zwart betekent dat zich in de wond dood (necrotisch) weefsel bevindt. Het hoeft niet altijd zwart te zijn maar kan ook een bruine, grijze of gele kleur hebben. Dit dode weefsel houdt de wondgenezing tegen. Het is daarom goed om dit uit de wond te halen.
Necrotisch weefsel moet worden verwijderd door de wond te debrideren, zodat zich nieuw weefsel kan vormen en het wondbed kan bedekken, waardoor granulatie wordt gestimuleerd en de bioburden van de wond worden verminderd.
Een oncologisch ulcus is een wond die ontstaat als een kwaadaardige tumor of een uitzaaiing (metastase) onder de huid zit en door de huid heen naar buiten groeit. De wond ziet er meestal grillig en paddenstoelachtig gevormd uit.
De meest voorkomende oorzaak van ulcus cruris is chronische veneuze ziekten zoals : Spataders. Post-trombotisch syndroom (PTS) Verminderde pompfunctie.
Roken en meeroken vormen het grootste risico op kanker. Tabaksproducten en de rook ervan bevatten stoffen die het DNA in lichaamscellen kunnen beschadigen.
Een zwarte wond bevat necrotisch (dood) weefsel dat meestal verwijderd moet worden. Dit kan op verschillende manieren. Necrose belemmert de wondgenezing en dient daarom meestal te worden verwijderd (debridement). Als de wond droog is kan ervoor gekozen worden om deze droog te houden tot de korst loslaat.
Necrose betekent afsterven van weefsel: deze vorm van infectie gaat gepaard met belangrijk weefselverlies. Hierbij komen toxische stoffen vrij, waardoor men zich algemeen ziek voelt en koorts krijgt. De oorzaak is een besmetting met dezelfde bacteriën als bij cellulitis.
Als er nauwelijks doorbloeding is, is de kans op wondjes en infecties groot. Wanneer deze infectie zich uitbreidt kan het weefsel afsterven, wat zich uit in donkerblauwe of zwarte verkleuringen. Dit wordt necrose (bij een droge wond) of gangreen ( koudvuur , bij een natte wond) genoemd.
De voornaamste symptomen van avasculaire necrose in de heup zijn: Plotse hevige pijn in de heup zonder duidelijke oorzaak.Typische nachtelijke pijn.
Het afsterven van cellen, weefsels of organen.
Klachten door oncologische wonden
Bij een oncologische wond is de huid beschadigd. Rond de wond kan de huid een bobbelig oppervlak hebben of anders van kleur zijn. Er kan ook zwelling optreden door vochtophoping (oedeem).
Necrose is vaak schadelijk voor het organisme aangezien de celinhoud niet meteen verwijderd wordt, en zo omliggende cellen kan aantasten. Eerst zwelt de cel en daarna barst de cel open (cytolyse). Immuuncellen worden ingeschakeld om de boel op te ruimen, maar ook die kunnen de omgeving aantasten.
De overgang tot necrose kan enkele uren tot dagen duren, afhankelijk van de hoeveelheid bloedvoorziening die er nog is. Wanneer de necrotische plek geïnfecteerd wordt door bacteriën, kan droog gangreen overgaan tot nat gangreen.
Met madenbehandeling kan een goed scheidingsvlak tussen dood en levend weefsel worden bereikt, en wordt beginnend granulatieweefsel niet iatrogeen beschadigd. Zwarte, droge necrose kan niet worden behandeld met maden (zie pagina over madentherapie).
Madentherapie is de behandeling van necrotische en/of geïnfecteerde wonden met behulp van laboratorium gekweekte, steriele maden. De maden die gebruikt worden zijn steriel gekweekte maden van de goudvlieg. Madentherapie kan als alternatief worden ingezet voor een chirurgisch debridement.
In de gele laag zitten celresten en samengeklonterde eiwitten. Deze laag moet worden verwijderd om de wondgenezing in gang te zetten. Het doel van de behandeling is het reinigen van het wondbed en absorptie van overmatig exsudaat. Ook gele wonden bevinden zich in de reactiefase.
De huid rondom zal warm, rood en pijnlijk zijn, wat duidt op een ontsteking. Deze vorm van necrose dient beslist verwijderd te worden, zodat de onderliggende ontsteking behandeld kan worden. Alleen dan kan de wond verder genezen.
Enzymatische necrose-oplossers bevatten enzymen die necrotische weefselresten oplossen. Deze weefselresten worden vervolgens bij de wondreiniging verwijderd (spoelen met kraanwater). Bij het gebruik van necroseoplossers moet er wel sprake te zijn van een vochtig wondmilieu.
De oorzaak is meestal een zeer klein wondje waar net de verkeerde (huid)bacterie in terecht komt. Deze huidbacterie draagt iedereen bij zich en is principe onschuldig. Vaak staat het opgelopen wondje niet in verhouding met de pijnklachten die mensen ervaren.
Dit herstel verloopt in een viertal fasen: hemostase, inflammatiefase, regeneratiefase en remodellering.
Alvleesklierkanker heeft de slechtste overlevingscijfers van alle soorten kanker in Nederland. Het is bovendien de enige kankersoort waarbij de overleving in afgelopen decennia niet of nauwelijks is verbeterd.
Alvleesklierkanker is de dodelijkste vorm van kanker; na vijf jaar leeft nog vier procent van de patiënten. Dat percentage is de afgelopen decennia nauwelijks gestegen.