Sommige kinderen hebben 's nachts continu epileptische activiteit in hun
Een aanval kan komen door spanning, stress en slaaptekort. Meestal is er geen duidelijke aanleiding. Het is niet mogelijk om na één aanval te zeggen of u epilepsie heeft. Vraag de mensen in uw omgeving goed op te letten als u weer een aanval krijgt.
Het belangrijkste onderzoek is het EEG-onderzoek. Hiermee kunnen elektrische verstoringen in de hersenen worden gemeten. Ook kunnen röntgenfoto's of een hersenscan nodig zijn. Soms is de uitslag van de EEG en/of scan zodanig dat de neuroloog er na één aanval vanuit kan gaan dat het om epilepsie gaat.
Epileptische aanvallen zijn grofweg onder te verdelen in drie typen, namelijk focale aanvallen (voorheen partiële aanvallen genoemd), gegeneraliseerde aanvallen en aanvallen met een (vooralsnog) onbekend begin.
Als je op een eeg niks ziet, wil dat nog niet zeggen dat je geen epilepsie hebt. Als je epilepsie hebt, heb je bij een eerste eeg maar ongeveer 50% kans om die epileptische fenomenen te vangen. Dan kun je nog eens het eeg herhalen, dat gebeurt ook vaak.
Soorten aanvallen en oorzaken
Epilepsie is een aandoening van de hersenen waarbij aanvallen optreden. Er zijn verschillende soorten epileptische aanvallen. Er zijn ook aanvallen die op epilepsie lijken, maar het niet zijn. Zoals wegrakingen door flauwvallen, of psychogene niet-epileptische aanvallen.
Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
Hoewel het zeldzaam is, kan een heftige epileptische aanval ook tot hersenschade leiden. Bij langdurige aanvallen (status epilepticus) die meer dan 30 minuten duren kan schade aan de hersenen ontstaan.
ESES staat voor epilepsie met elektrische status epilepticus in slaap. Het is een soort kortsluiting in het brein, waardoor het herstel in de slaap niet goed gaat.
Een veelvoorkomend symptoom van conversiestoornis is PNEA (Psychogene Niet-Epileptische Aanvallen)* of spanningsaanvallen. Dit betekent dat je aanvallen hebt die erg lijken op epilepsie, maar ze gaan niet samen met epileptiforme activiteit in de hersenen.
Een aura is een kleine (focale) aanval vlak voor de grote aanval. Dan ben je nog bij bewustzijn, maar krijg je bijvoorbeeld een opstijgend gevoel vanuit je maag. Of ervaar, ruik of proef je iets vreemds. Op zo'n moment kun je een rustige of veilige plek opzoeken.
Als je jarenlang veel aanvallen hebt, kan het geheugen minder goed gaan werken. Dat risico is groter bij mensen met epilepsie die aanvallen hebben door een hersenbeschadiging. De kans op geheugenstoornissen is groter als de aanvallen ontstaan vanuit de temporaalkwab ook wel slaapkwab genoemd.
In eerste instantie moeten omstaanders proberen ervoor te zorgen dat een persoon met een epileptische aanval zich geen pijn doet (en zich bijv. niet stoot aan scherpe voorwerpen of deuren). Bij een eerste aanval of een langdurige aanval (>5 minuten) moeten steeds de hulpdiensten (112) verwittigd worden.
Een status epilepticus is een aanval die langer dan 10 minuten aanhoudt. Het herstel na een gewone epileptische aanval is meestal volledig. Bij een langdurige aanval en zeker bij een status epilepticus neemt de kans op een hersenletsel met blijvende handicap en overlijden aanzienlijk toe.
De aanvallen hebben een psychische oorzaak, zoals spanning, overbelasting of een trauma. Net als hartkloppingen of een hoge bloeddruk kun je PNEA zien als een uiting van emoties of spanningen.
Medicijnen kunnen de aanvallen meestal onderdrukken. Medicijnen kunnen epilepsie niet genezen. Het kan een tijdje duren voordat duidelijk is welke medicijnen bij u het beste (samen)werken en welke hoeveelheid (dosis) medicijnen nodig is.
Enkele uitlokkende factoren zijn: Overmatig alcohol-, drugs- en medicijngebruik. Dit kan gelden bij zowel langdurig alcoholmisbruik als bij éénmaal veel te veel drinken. Een overdosis drugs of medicijnen – bijvoorbeeld antidepressiva en amfetamines – kan ook een aanval uitlokken.
Bijvoorbeeld als je in bad gaat of gaat zwemmen. Zorg dat er dan in ieder geval iemand in de buurt is. Vermijden van gevaarlijke situaties; zoals vissen aan de waterrand, hoog klimmen in een klimrek, alleen fietsen naar school. Alledaagse situaties kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen met epilepsie.
Roken vergroot de kans op een epileptische aanval niet. Wel bestaat het risico dat iemand tijdens een aanval met bewustzijnsverlies een sigaret of sigaar uit zijn hand laat vallen en zo brand veroorzaakt. Stress en hevige emoties kunnen aanvallen uitlokken bij mensen die daar gevoelig voor zijn.
In geval van epilepsie is aangetoond dat bij een uitgebalanceerde vetrijke voeding met weinig koolhydraten het lichaam overschakelt op vetverbranding waardoor ketonen ontstaan. Dit zogenoemde ketogeen dieet kan een positieve invloed hebben op de epilepsie.”
Bij een epilepsieaanval beginnen hersencellen heel snel allerlei seintjes af te geven. Denk aan een groot kruispunt, waarbij alle stoplichten tegelijk op groen springen. Alle seintjes vliegen door elkaar heen, waardoor je hersenen niet meer normaal kunnen werken. Op dat moment is er een epileptische aanval.
De ziekte is progressief, wat betekent dat de klachten in de loop van de tijd toenemen. Hoe de ziekte zich ontwikkelt, is onzeker. De levensverwachting is sterk verkort. Kinderen overlijden vaak als gevolg van een complicatie zoals een longontsteking of hartproblemen.