Het perifere zenuwstelsel heeft twee soorten zenuwen: motorische en sensorische zenuwen. De motorische zenuwen geven informatie vanuit je
Met behulp van de motorische zenuwen van het animale zenuwstelsel maakt het organisme bewuste bewegingen. De sensorische zenuwcellen van het animale zenuwstelsel vangen prikkels op uit het milieu van het organisme.
Sensorische informatieverwerking wordt ook wel prikkelverwerking genoemd. Bij sensorische informatieverwerking worden prikkels die je via je lichaam binnen krijgt verwerkt in je hersenen. Deze prikkels komen binnen via je zintuigen. Prikkels van buiten je lichaam komen binnen via geur, smaak, tast, je ogen en oren.
Sensorische berichten
Deze signalen geven informatie over het gevoel en worden ergens vanuit je lichaam verzonden, bijvoorbeeld vanuit je hand, naar het ruggenmerg.
De motorische zenuwen brengen de impuls vanaf het ruggenmerg naar de spieren, waarin ze zich vertakken. De overdracht van de prikkel naar de spieren vindt plaats in eindplaatjes. Een chemische stof zorgt ervoor dat de spier samentrekt. De sensibile zenuwen geven waarnemingen uit de huid, spieren en gewrichten door.
Een sensorische zenuw wordt ook wel afferente zenuw genoemd. Deze leidt prikkels naar het centrale zenuwstelsel toe. De motorische zenuw of efferente zenuw werkt de andere kant op en geeft signalen vanuit het centrale zenuwstelsel door.
De sensorische zenuwen geven juist informatie door vanuit je lichaam aan je hersenen. Deze informatie komt uit je zintuigen. Sensorische zenuwen geven bijvoorbeeld pijn, warmte, kou en de positie van je lichaam door aan je hersenen.
Sensoriek wil zeggen: het opdoen van prikkels met de zintuigen; horen, ruiken, voelen, proeven en zien.Motoriek is het vermogen te kunnen bewegen. Samen zorgen ze voor het kunnen uitvoeren van vaardigheden, bijvoorbeeld het vangen van een bal: je ziet de bal aankomen, steekt je armen uit en vangt de bal.
Het woord 'sensorisch' betekent dat de pijn te maken heeft met een gevoel ergens in ons lichaam.
Verstoorde samenwerking tussen zintuigen en beweging
Voorbeeld: Een kind met sensomotorische problemen is onhandig met bijvoorbeeld gymnastiek. Hoewel alle spieren het goed doen en het kind gewoon diepte kan zien, botst het tegen toestellen aan en zien bewegingen er slordig uit.
De therapie wordt in spelvorm gegeven, waarbij veel verschillende zintuiglijke prikkels (bijv.evenwichts-, huid- en visuele prikkels) tegelijkertijd worden aangeboden. Door het spelen voorop te stellen is er zo veel afleiding, dat het kind heel direct op de prikkels reageert en geen tijd krijgt hierover na te denken.
Een sensorische zenuw vervoert impulsen vanaf een zintuigcel (receptor) richting het centraal zenuwstelsel. Motorische zenuwen versturen impulsen vanuit het centraal zenuwstelsel richting een effector, spier of klier. Een zenuwcel bestaat ook uit uitlopers.
Maar het komt ook voor dat een kind of volwassene overgevoelig is voor bepaalde prikkels. Of dat een kind juist op zoek is naar meer prikkels op een bepaald vlak. In deze gevallen spreken we van sensorische informatieverwerkingsproblemen. Teveel prikkels kunnen dan leiden tot overprikkeling, een zogenaamde meltdown.
Motoriek is het vermogen om te bewegen. Dit kan het menselijk lichaam of dat van een dier betreffen. Meestal maakt men voor de mens onderscheid tussen grove en fijne motoriek. De grove motoriek bestaat uit grote, grove bewegingen die men met (grote delen van) het lichaam maakt, bijvoorbeeld lopen, zwemmen of schoppen.
De basis motorische vaardigheden van een mens zijn: snelheid, kracht, coördinatie, lenigheid en uithoudingsvermogen. Het zijn de vijf bouwstenen van een gezonde ontwikkeling. Kinderen die actief zijn, doen deze vaardigheden spelenderwijs op.
Je kind leert kruipen, staan, zitten, lopen, fietsen, skaten, enzovoort. Hierbij gaat het om grote bewegingen met de romp, armen en benen. Dit noemen we ook wel de grove motoriek. Bij fijne bewegingen, zoals een kraal vastpakken, knippen en een potlood gebruiken, hebben we het over de fijne motoriek.
Soms kiest de neuroloog ervoor om de zenuw te (laten) blokkeren door een injectie met een verdovingsmiddel in combinatie met een ontstekingsremmer vlakbij de zenuw. Langdurige zenuwpijn wordt tegenwoordig ook behandeld met elektrische zenuw- of ruggenmergstimulatie.
Aandoeningen waarbij zenuwpijn centraal staat, gaan vaak gepaard met gevoelens van angst en somberheid. Alhoewel neuropathische pijn een lichamelijke oorzaak heeft, lijken dus ook psychologische factoren een rol te spelen. Psychologische behandelingen kunnen deze factoren beïnvloeden.
De motorische ontwikkeling is het proces waarin een kind controle krijgt over de spieren en deze leert gebruiken. Vanaf de geboorte ontdekken baby's nieuwe bewegingen stap voor stap en meestal in een vaste volgorde. Als ouder kun jij je baby helpen zich veilig te ontwikkelen.
Voorbeelden zijn schrijven, veters strikken, hinkelen, fietsen en schrijven, maar ook nog meer complexe vaardigheden zoals piano spelen. Deze ontwikkeling loopt door tot in en gedurende de volwassenheid.
Sensomotorische therapie is een lichaamsgerichte behandeling van trauma's en hechtingsstoornissen. De therapie bouwt voort op traditionele psychotherapeutische technieken zoals hypnotherapie en mindfulness therapie, maar zet het lichaam centraal in de therapie.
Goed om te weten is dat pijn altijd pas ontstaat in ons brein! In deel één en twee van ons pijncentrum (sensoren en ruggenmerg) is het slechts een signaal. Pijn zit dus inderdaad tussen de oren, bij iedereen! De gebieden vanuit de pijnmatrix kunnen de mate van pijn verhogen of verlagen.
De cellichamen van de meeste sensorische zenuwcellen liggen in de zenuwknoop van het ruggenmerg vlak bij het centrale zenuwstelsel. Een sensorische zenuwcel heeft een lange dendriet, het perifere deel van het pseudo-unipolaire axon, en een kortere axon, feitelijk het centrale deel van het axon.
Voor pijn heeft je lichaam speciale sensoren in de zenuwuiteinden. Je hersenen geven een betekenis aan het signaal dat binnenkomt en beslissen of je daadwerkelijk pijn voelt of niet. Het hele signaal tot aan je hersenen is dus nog geen pijn.