Jouw kijk op het leven noemen we een levensvisie. Daaronder vallen onder andere jouw normen en waarden, dus wat je belangrijk vindt in het leven.
Levensbeschouwing gaat over het hebben van een bepaalde visie of filosofie op het leven. Jouw levensbeschouwing kan voortvloeien uit religieuze oriëntaties, culturele tradities maar kan ook een persoonlijke seculiere opvatting over het leven zijn.
Voorbeelden van religieuze levensbeschouwingen zijn christendom, islam, jodendom, hindoeïsme en boeddhisme. Dit zijn tevens de 5 wereldgodsdiensten. Voorbeelden van seculiere levensbeschouwingen zijn liberalisme, socialisme, feminisme en humanisme.
Wat maakt het leven de moeite waard om geleefd te worden? Heeft het leven zin? Wat is belangrijk in het leven? Hoe kun je met ziekte, ouderdom of naderende dood omgaan?
Levensbeschouwingen hebben van oudsher antwoorden gegeven op levensvragen, waar je in dit hoofdstuk naar op zoek gaat. Een groot aantal komt aan bod zoals het christendom, het jodendom en de islam; het hindoeïsme en het boeddhisme en het humanisme.
Bijvoorbeeld: welvaart, gezondheid, liefde, warmte, naastenliefde en eerlijkheid. Een waarde is dus een heel belangrijk uitgangspunt, een principe. Antwoorden op deze levensvraag kun je individueel geven maar ook gemeenschappelijk. Gemeenschappelijke levensbeschouwingen hebben ook belangrijke zaken.
Als mens willen we voelen dat ons leven ertoe doet. Vooral op momenten dat het leven geen steek lijkt te houden, is het gevoel dat jouw leven iets betekent een houvast. Betekenis zien in je leven is dus belangrijk voor je geluk, maar ook voor je veerkracht: zeker in moeilijke tijden gaan mensen op zoek naar betekenis.
Met een levensbeschouwelijk onderwerp wordt bijvoorbeeld bedoeld: trouw, dood, liefde, racisme, respect, vriendschap, haat, God. Onderwerpen die bepalen op welke manier mensen in het leven staan, wat voor hen belangrijk is en waar zij in de samenleving mee te maken krijgen.
Een kerkgenootschap is een bijzondere rechtspersoon. Je kan die ook oprichten zonder notaris. Ook kan je een kerk inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Je kan een geloof ook uitoefenen via een stichting of een vereniging.
Het hindoeïsme komt uit India en is de oudste godsdienst op aarde. De hindoes vereren veel goden en godinnen. Ze denken dat alle goden eigenlijk verschillende vormen van één goddelijke oerkracht zijn. De heilige boeken zijn de Veda's.
Van 'Wat maakt het leven de moeite waard? ' tot 'Wat maakt deze dag de moeite waard? '. Levensvragen worden ook wel bestaansvragen, zinvragen of 'trage vragen' genoemd.
In Nederland mag je zelf je geloof of je levensovertuiging kiezen. Je mag ook aan anderen laten zien wat jouw geloof of levensovertuiging is. Er zijn natuurlijk wel regels. Als je dingen doet die horen bij je geloof, maar volgens andere regels niet mogen, dan ben je strafbaar.
De katholieken vormen de grootste groep met 20 procent van de bevolking, gevolgd door de protestanten (15 procent) en de moslims (5 procent). Bijna 6 procent rekent zich tot een overige gezindte. Ook het aandeel dat regelmatig een religieuze dienst bijwoont, is geslonken: van 16 procent in 2017 naar 14 procent in 2019.
Het kerkgenootschap is een bijzondere rechtspersoon waarin een religieuze gemeenschap is georganiseerd. De leden houden zich bezig met godsdienstige activiteiten. Een dergelijke geloofsgenootschap moet uit meer dan één persoon bestaan.
Christenen worden ook wel volgelingen van Jezus Christus genoemd. Zij proberen te leven zoals Jezus dat heeft aangegeven. Het christendom legt daarom nadruk op goed gedrag, mededogen, dienstbaarheid aan de mensheid, geloof in God en geloof in een leven na de dood in het hiernamaals (de hemel).
Een kruisje, hoofddoek, baard, keppeltje, … Het zijn maar enkele van de symbolen waarmee mensen hun geloof tonen of een religieuze of levensbeschouwelijke verplichting nakomen.
Levensbeschouwing is een manier van kijken tegen het leven. Je kunt een godsdienst hebben, maar er zijn ook levensbeschouwingen zonder een geloof in God of in goden, zoals het humanisme (dat uitgaat van de mens en geen uitspraak doet over God) of een atheïstische ideologie zoals het communisme.
levensbeschouwelijke identiteit = De godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag van de school. Voorbeelden zijn openbare, katholieke, protestants-christelijke, evangelische, reformatorische, islamitische, hindoeïstische, joodse, humanistische en algemee... pluriform = pluriform bijv.
Bij levensbeschouwelijke ontwikkeling staat de bron niet centraal, maar het kind dat betekenis geeft, vragen heeft, ruimte nodig heeft om betekenis te geven. De bron heeft het kind iets te vertellen, zonder dat van te voren vast ligt wát de bron te vertellen heeft.