Zandgrond is het meest voorkomende grondsoort in Nederland. Het is te herkennen aan zijn lichte kleur en losse vorm. Het zand plakt niet aan elkaar en is gemakkelijk te bewerken. Tussen de korrels zit veel lucht waardoor water zich moeilijk vast kan houden aan de grond.
Je kunt eenvoudig testen met welke grondsoort je te maken hebt. Doe hiervoor wat van jouw grond in een glas, vul aan met schoon leidingwater, schud dit even flink en laat het dan ongeveer tien minuten staan. Op basis van wat er in het glas gebeurt, kun je vaststellen met wat voor soort bodem je te maken hebt.
Een grond die veel leem en klei (zeer kleine gronddeeltjes) bevat.
Van nature is kleigrond meestal neutraal tot basisch, dat wil zeggen kalkrijk. Zandgrond kan alle kanten op, aan de kust is de zandgrond vaak basisch, op de Veluwe meestal zuur. Veengrond is vrijwel altijd van nature zuur, dat wil zeggen kalkarm.
Een (bijna) gratis manier voor het meten van de zuurtegraad van de bodem is door rode kool te gebruiken. Het kleur van het sap van een rode kool geeft namelijk aan of een bodem zuur, basisch of neutraal is.
Onkruid. Wat ook lastig kan zijn op zware klei, zijn de vaak hardnekkige wortelonkruiden, bijvoorbeeld Riet, Kweek(gras), Zevenblad (ook wel Tuinmansverdriet genoemd), Heermoes of Heggewinde (Pispotjes). Het groeit alle kanten op en laat zich lastig verwijderen.
Je kunt kleigrond duurzaam verbeteren door er een flinke lading compost, organische mest of bladaarde doorheen te mengen. Werk die oppervlakkig in de toplaag en regenwormen doen de rest wel. De humusdeeltjes maken de bodem luchtiger, verbeteren de vochthuishouding en stimuleren het bodemleven.
Bosgrond wordt gekenmerkt door veel zand en organische delen. Dit zijn resten van afgestorven planten die als voedingsstoffen in de grond blijven. Bosgrond is licht zuur. Dat is uitstekend geschikt voor rododendrons en heide.
Er zijn twee uitersten: pH 1 is ontzettend zuur en pH 14 is verschrikkelijk kalkrijk, ofwel alkalisch. Bij pH 7 ligt het omslagpunt, dan is de grond even zuur als kalkrijk. De meeste tuinplanten, ook vruchtbomen, groeien liefst in iets zure grond. Ongeveer pH 6,5.
Het is te herkennen aan zijn lichte kleur en losse vorm. Het zand plakt niet aan elkaar en is gemakkelijk te bewerken. Tussen de korrels zit veel lucht waardoor water zich moeilijk vast kan houden aan de grond.
Indien de grond voor meer dan 25% bestaat uit lutumdeeltjes is er sprake van klei. Bij 25% tot 35% lutum is er sprake van lichte klei, bij 35% tot 50% is er sprake van matig zware klei en bij meer dan 50% lutum is er sprake van zware klei.
Let op: hortensia's , azalea's en heideplanten zijn zuurminnende planten. Voor deze planten is bekalken niet nodig. Overige planten als buxus, taxus, rozen, sierstruiken, etc.
Als bepaalde onkruidsoorten overheersen betekent dit dat uw bodem over de ideale groeicondities beschikt voor deze planten. Sommige soorten groeien vooral op een zure bodem, andere hebben een alkalische grond nodig of hebben behoefte aan voldoende vruchtbare grond, of houden van een bodem met een goede structuur.
De pH-waarde wordt uitgedrukt in een schaal van 1 tot 14; 7 is neutraal, daaronder zuur en daarboven basisch ofwel kalkrijk. Gewoonlijk is zandgrond lichtzuur en humus-arm met een pH onder de 6. Veengrond is humusrijk met een pH tussen 4 en 6. Bij klei zit je vaak boven de 6 tot wel 7,5 en hoger.
Tuingrond verbeteren: wel doen!
Werk 's winters een flinke hoeveelheid compost door de grond van je moestuin. Mulch in het voorjaar perken en borders met organisch materiaal. Dat helpt de grond om vocht vast te houden en onderdrukt onkruid. Gebruik organische mest in plaats van kunstmest.
Ja, de bosgrond is uw eigendom dus u mag er in principe kamperen. Echter is commercieel gebruik niet toegestaan, u mag bijvoorbeeld dus niet zomaar een eigen camping beginnen of grote activiteiten organiseren in uw eigen bos. Het verschilt per gemeente hoe er wordt omgegaan met kamperen op uw eigen (bos)grond.
Een bosgrond, een natuurgrond, is geen agrarisch perceel dat zo nodig regelmatig wordt bekalkt om de pH op niveau te krijgen, en te houden, om zo een optimale gewasproductie te realiseren. Maar misschien is onze natuur wel een herstelronde waard.
Een gezond bos bestaat dus uit verschillende soorten bomen, struiken en andere begroeiing. Zowel gezonde als ook dode. Daardoor kunnen er ook veel verschillende dieren een plek vinden om te leven. Dat er her en der ook afgebroken takken liggen is dus alleen maar goed.
Lava verbetert de structuur van de bodem
Vooral in zandgronden verhoogt lava de waterabsorberende kwaliteit van de grond. In natte periodes kan de lavakorrel het water vasthouden om het vervolgens tijdens droge periodes terug af te geven. Er is gewoon een grotere waterbuffer aanwezig.
Je kunt bladaarde maken op dezelfde manier als compost: je doet blad in een bak op de grond, en zet dat regelmatig om. Bij droogte geef je water. Gebruik je het niet voor zuurminnende planten, dan kun je een beetje kalk toevoegen. De bladaarde is 'rijp' wanneer de grond zwart en rul is.
De vorst moet ze tijdens de komende winter verkruimelen. U kunt er wel zand of compost over uitstrooien. Dat wordt dan ook automatisch in de grond gewerkt als de kluiten uit elkaar vallen. Zo wordt uw kleigrond (bijna) vanzelf minder zwaar en beter van structuur.
Kleigrond bevat voor een deel schelpen waardoor deze grond van zichzelf kalkhoudend is en dus een hogere zuurgraad heeft. Extra toevoegen van kalk is meestal niet noodzakelijk. Voor zandgrond is dat wezenlijk anders. Zandgronden zijn van zichzelf vaak zuurdere gronden.
Tuinieren op kleigrond lijkt lastig, toch bevat kleigrond eigenlijk heel veel waardevolle voedingsstoffen. Daardoor is de grond geschikt voor heel veel planten, bomen, struiken en heesters.
Tuinieren op klei is lastig…
In de zomer brokkelt de toplaag vaak af, doordat deze erg droog wordt. Toch blijft er wat dieper veel langer water beschikbaar voor planten. Daarbij is kleigrond erg voedzaam. Niet voor niets worden veel planten vaak een stuk hoger en groter op kleigrond.