Kuilgras, ook wel voordroog genoemd, bestaat uit gras dat in een sleufsilo, graskuil of in balen door melkzuurgisting wordt geconserveerd.
Kuilvoer, ook wel persvoer, is een type veevoer, ook wel ruwvoer genaamd, van gewassen die door fermentatie zijn geconserveerd tot het punt van verzuring. Vele soorten voeder kunnen worden ingekuild, maar de meest voorkomende kuilvoeders zijn kuilgras en snijmais.
Kuilgras is een ruwvoer en wordt gemaakt van een smakelijk mengsel van gedroogde grassoorten. Het gras wordt een dag korter gedroogd dan normaal hooi en is dus wat vochtiger van karakter. Hierdoor staat het ook bekend als voordroog hooi, het gras wordt namelijk gebaald voordat het helemaal droog is.
De prijzen van kuilgras per ton
Kuilgras is vaak voordeliger dan stro en hooi op basis van voederwaarde. De prijzen variëren gemiddeld tussen de 50 en 120 euro per ton. Tijdens de zomerperiode stijgen de prijzen doorgaans door de droogte die in die periode kan optreden.
Goed kuilgras ruikt licht zuur en fris. Hoewel sommige mensen kuilgras per definitie vinden stinken, is een afwijkende geur goed herkenbaar. Een muffe, zure en/of bedwelmende geur duidt op de (al dan niet zichtbare) aanwezigheid van schimmels en/of rotting.
Kuil moet daarom binnen 4-5 dagen opgevoerd worden. Schimmel kan bij paarden koliek en diarree veroorzaken. Kuilgras is relatief energierijk. Voor paarden hoort het drogestof (DS) gehalte van kuilgras tussen de 55 en 65% te liggen.
Kuilgras is vooral op maneges en pensionstallen een veelgebruikt ruwvoer. Omdat het een minder bewerkelijk proces is, is kuilgras vaak goedkoper dan hooi en bovendien goed buiten op te slaan. Toch kent kuilgras ook belangrijke aandachtspunten en is het bepalen van de kwaliteit voor aankoop meestal niet te doen.
Kuilgras is zwaarder dan hooi en bevat meer water, dus een paard heeft ca. 2 - 2,5 kg per 100 kg lichaamsgewicht kuilgras nodig om de spijsvertering gezond te houden.
Vers geoogst hooi mag pas worden gevoerd na een opslagperiode van ten minste 6 weken. De reden ligt in het restvocht van het hooi: tijdens het droogproces kunnen bacteriën en ziektekiemen zich sterk vermeerderen.
Een kuil maken in de zomer
Het heet inkuilen of kuil, omdat het een manier van het conserveren van eten is. Net als een weckpot thuis.
Mais inkuilen wordt vaak gedaan door loonwerkers en af en toen door boeren zelf. Het inkuilproces bij mais speelt een belangrijke rol omdat het voer uiteindelijk zo fris en goed mogelijk uit de kuil moet komen. Het voer wordt immers door vee omgezet in vlees en melk en dat lukt het beste met de juiste kwaliteit.
Gras: van april tot oktober, wanneer de koeien overdag op de weide lopen, eten ze vers gras (40 tot 60 kg (!) per dag). Dat grazen ze zelf.
In de kuilhoop of kuilbalen ondergaat het ingekuilde product een biochemisch proces (fermentatie): de melkzuurbacteriën zetten de suikers in het product om naar melkzuur en azijnzuur. Dit melkzuur zorgt na verloop van tijd voor een stabiele zuurgraad in de kuil waardoor het geoogste veevoeder lang houdbaar blijft.
120 kilo stikstof is voldoende voor 4.000 kilo droge stof met 16 % eiwit bij een grashoogte van 29 centimeter. Maai je gras niet te kort af. Maai het gewas af op een hoogte van vijf centimeter. Lager maaien belemmert een snelle hergroei en vergroot het risico op grond en mestresten in de graskuil.
De graskuil wordt afgedekt met plastic, waarop autobanden of grond wordt aangebracht. Door de werking van bacteriën daalt de pH in de kuil en zorgt zo voor een goede conservering. De kuil mag niet te warm worden, omdat anders de boterzuurbacteriën de overhand krijgen en het gras verrot.
Je paard heeft behoefte aan aanvullende aminozuren!” Doffe vacht, beperkte spieropbouw, slechte hoeven, huidproblemen; zomaar een aantal signalen dat je paard een tekort aan aminozuren kan hebben. Terwijl je paard goed eet, voldoende hooi krijgt en goed wordt getraind.
De hoeveelheid ruwvoer die je geeft kan je uitdrukken in hoeveelheid energie of gewicht. Je kan je paard teveel energie geven zonder de maximale hoeveelheid in gewicht te overschrijden. Dit uit zich dan in gewichtstoename van je paard.
Kuilgras bevat meer eiwitten die minder goed verteerbaar zijn voor een paard en de kwaliteit van kuilgras kan zeer wisselend zijn met name tussen verschillende sneden/partijen. Hooi bevat meestal weinig eiwitten en heeft een hoog vezelgehalte. Door het grote volume van het hooi worden de darmen langer gestimuleerd.
Het hooi mag geen zichtbare schimmel bevatten en als je het hooi uit elkaar schudt dan is het niet gewenst dat er grote stofwolken uit komen. Let ook op de structuur van het hooi. Hooi met veel stengels en weinig blad bevat een lage voedingswaarde.
Door de grootte zal hooibroei in het binnenste sneller optreden doordat de warmte de baal niet kan verlaten. Deze balen worden daarom vaak in plastic verpakt zodat er geen zuurstof bij het warme hooi komt waardoor het niet kan ontbranden.
Dit begint bij het afdichtzeil mét watersysteem dat het kuilgras perfect afsluit. De met water gevulde slangen (in de winter te vullen met zout water) zorgen voor de juiste stretch én een strakke afsluiting. Dus, geen opwaaiend zeil en geen lucht in de kuilbult.
De voedingswaarde, vooral kijkende naar eiwitten, is bij voordroog gunstiger dan bij hooi. Suikers zijn vaak vergelijkbaar en in de Zwitserse studie was fructaan duidelijk lager in voordroog dan in hooi. (4) Conclusie is dat voordroog qua voedingswaarden gunstig is voor veel paarden.