Er wordt onderscheid gemaakt in 'warme dystrofie', dat geldt voor 95% van de patiënten, waarbij de huid rood is en warm aanvoelt. Bij 5% van de patiënten is er vanaf het begin sprake van een 'koude dystrofie', de hand voelt koud aan, de huidskleur is blauwig en de doorbloeding is gestoord.
De verschijnselen kunnen zijn: de huidtemperatuur van het aangedane lichaamsdeel kan warm of koud zijn (warm bij warme dystrofie, koud bij koude dystrofie) pijn, die bij inspanning toeneemt. een zwelling van een lichaamsdeel.
In een team van handchirurgen en handtherapeuten worden de beste resultaten behaald. Het is belangrijk dat de pijn bestreden wordt, omdat pijn de dystrofie in stand kan houden. Ook is het belangrijk dat de eventuele onderliggende oorzaak, zoals bijvoorbeeld een zenuwbeklemming, behandeld wordt.
Wat kan u zelf doen bij dystrofie van de voet? Rust is belangrijk, het lichaamsdeel waar de aandoening zich heeft gemanifesteerd moet tot rust komen. Een goede schoen die stevig is aan de hak zorgt ervoor dat de voet goed omsloten wordt en de bewegingsvrijheid ingeperkt wordt.
De oorzaak van spierdystrofie ligt in het DNA en is een aangeboren afwijking. Dit betekent dat je een foutje in het DNA van één of beide ouders hebt geërfd. Waar het fout gaat bij de overerving verschilt per spierdystrofie. Soms ligt het foutje op het X-chromosoom, zoals bij de ziekte van Duchenne.
Een klein deel van de patiënten met posttraumatische dystrofie geneest niet meer en zal restklachten behouden. Gelukkig geneest het grootste gedeelte snel van de aandoening en hebben daarna geen last meer van de symptomen.
Becker spierdystrofie kan niet genezen. Iemand komt bij verschillende dokters en specialisten. Met een behandeling proberen die om de kenmerken en klachten minder te maken. Iemand kan bijvoorbeeld medicijnen krijgen voor het hart en de fysiotherapeut kan helpen om zo goed mogelijk te blijven bewegen.
Het is een aandoening die kan ontstaan in een arm of been na letsel of een operatie. Bij posttraumatische dystrofie zijn de zenuwen beschadigd, wat zorgt voor klachten zoals pijn, roodheid en zwellingen. Het komt alleen voor in de armen, benen, handen of voeten.
Naar schatting hebben in Nederland 20.000 mensen last van een vorm van dystrofie of CRPS. Vrouwen hebben 3,4x vaker kans op dystrofie dan mannen (het is onbekend hoe dit komt).
Myotone dystrofie (MD 1) is een erfelijke ziekte die even vaak voorkomt bij mannen als bij vrouwen. Als een van de ouders de ziekte heeft, heeft elk kind een kans van 50% dat het de aandoening ook heeft.
In de beginfase van CRPS en ook wanneer ontstekingsverschijnselen en pijn op een later moment weer optreden, komen de volgende medicijnen in aanmerking: Paracetamol. ontstekingsremmende pijnstillers zoals ibuprofen, naproxen, diclofenac of arcoxia.
Voorkomen is beter dan genezen
Onderzoek wijst uit dat het preventief slikken van vitamine C PD bij polsbreuken kan tegengaan (lees hierover meer onder het kopje behandeling). Posttraumatische dystrofie (PD) is een ziektebeeld dat kan ontstaan na een operatie of letsel aan een van de ledematen of andere gewrichten.
Myotone dystrofie (ook wel ziekte van Steinert genoemd) is een spierziekte waarbij de spieren steeds zwakker worden en organen worden aangetast. Hierdoor kunnen onder meer maagdarmstoornissen, hartklachten en concentratieproblemen ontstaan. De levensverwachting is beperkt.
De meeste patiënten genezen binnen enkele weken of maanden van Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS). Als een behandeling lang op zich laat wachten of niet goed aanslaat, is de kans op volledig herstel kleiner. Een klein deel van de patiënten houdt klachten.
Vier vormen MD 1 en de verschijnselen
de klassieke vorm met langzaam toenemende spierzwakte in gezicht, kauw-, keel-, halsspieren en onderarmen en -benen; de ernstiger kindervorm, met bijbehorende vertraagde verstandelijke ontwikkeling, spraakproblemen en spierzwakte; de ernstigste vorm bij baby's: de congenitale vorm.
De negen officiële soorten musculaire dystrofie: Becker musculaire dystrofie (BMD) Congenitale musculaire dystrofie (CMD) Duchenne musculaire dystrofie (DMD)
Iemand met CRPS ervaart hevige pijn in het getroffen lichaamsdeel. Meestal gaat het om een brandende, vage en kloppende pijn die niet overgaat. De minste aanraking doet pijn. Zelfs temperatuurschommelingen worden als pijnlijk ervaren.
De pijn is branderig en wordt erger bij beweging. Afhankelijk van de ernst kan deze fase enkele weken tot maanden duren. In deze fase wordt de pijn heviger en vager. De zwelling kan zich verspreiden en de huid wordt bleek en verschrompeld.
Er kan ernstige invaliditeit en moeilijk te behandelen pijn optreden. Jaarlijks krijgen 8.000 mensen deze complicatie na een letsel. In enkele gevallen ontstaat posttraumatische dystrofie spontaan. Het overgrote deel van de 8.000 mensen geneest binnen korte tijd, veelal zonder restverschijnsel.
Dit is gekenmerkt door aanhoudende pijn, door een dunne atrofische huid, overmatige haargroei, afbrokkelende nagels, huidverkleuring (blauw of rood), abnormaal zweten en verandering van de lichaamstemperatuur t.h.v. het getroffen lichaamsdeel (warm of koud).
We onderscheiden twee typen CRPS: Type I ontstaat na een vorm van letsel, zoals een breuk of een weke-delenletsel. Type II ontstaat na beschadiging van een zenuw.
De symptomen kunnen zich uitbreiden tot een groter gebied dan door het letsel beschadigd was. De röntgenfoto kan – na langere tijd – een veranderde botdichtheid laten zien.
De dan geleidelijk optredende spieratrofie wordt pas na enige weken tot maanden – en soms alleen door het verschil de gezonde en vaak dan meer gebruikte hand – visueel goed waarneembaar zijn, en zeker vergeleken met de gezonde hand.
Dystrofine is van groot belang voor een goede opbouw van spieren; het verbindt het celskelet met de extracellulaire matrix. De N-terminus van dystrofine bindt aan F-actine en de C-terminus bindt aan dystrofine-geassocieerde-proteïne-complex (DAPC) ter hoogte van het sarcolemma.
ALS begint vaak met zwakke spieren in uw armen of benen. Het kan ook beginnen met problemen met slikken of praten. De eerste klachten zijn meestal niet zo duidelijk: U bent wat onhandig: u struikelt bijvoorbeeld vaker of u kunt knoopjes niet meer goed dichtmaken.