Bij persoonlijke identiteit gaat het om de manier waarop de mens zich definieert door persoonlijke eigenschappen. Dit is een stuk biologisch (ik ben vrouw), maar kan ook psychologisch zijn (ik voel me vrouw). De sociale identiteit legt de focus op de interactie met anderen en het belang om tot een groep te behoren.
Je identiteit vormt zich door een heel scala aan dingen: karaktertrekken en aanleg, boodschappen van ouders en belangrijke anderen in je leven, ervaringen in het verleden en ervaringen in het heden.
Iemands persoonlijkheid is een unieke combinatie van aangeboren en aangeleerde eigenschappen en onze waarneming en interpretatie daarvan. Identiteit wordt grotendeels bepaald door onze relatie met anderen. Heel simpel gezegd is persoonlijkheid wie we van binnen zijn en identiteit wie we van buiten zijn.
Een persoon kan zich verschillend gedragen in verschillende sociale contexten, afhankelijk van de groep waartoe iemand behoort. Voorbeelden zijn lidmaatschap van een sportteam, familie in een ander land met een andere cultuur, de buurt waarin iemand woont en vele andere mogelijkheden.
Identiteit verwijst naar een niet veranderd en diep erva- ren en voelen van wie je bent, het gevoel van altijd dezelfde persoon te zijn. Persoonlijkheid daarentegen is het geheel van alle persoonlijke kenmerken, zoals iemands karakter, uiterlijk, behoeftes, interesses en ambities.
Baby's beseffen nog niet dat er een onderscheid is tussen henzelf en de omgeving, maar peuters beginnen dat verschil te ontdekken. Ze merken dat ze zelf een persoon zijn, met eigen gedachten en gevoelens. Dit hele proces gaat over de ontwikkeling van hun eigen identiteit.
Door je identiteit onderscheid jij jezelf van anderen, kunnen anderen zien wie jij bent en kunnen zij jou leren kennen in je totale eigenheid, vol bijzondere, opmerkelijke en bepalende eigenschappen. Identiteit gaat over verleden, heden en toekomst. Als iemand alleen jouw naam weet, betekent dat niet dat hij jou kent.
Wilt u uw voornaam laten veranderen? Dan moet u hiervoor bij de rechtbank een verzoekschrift indienen voor het wijzigen van uw voornaam. U heeft dan een advocaat nodig.
Een identiteitscrisis is een (tijdelijke) toestand van twijfel over wie je bent. Je voelt je volslagen onzeker over je gevoelens, gedachten, bewustzijn en overtuigingen. Je 'ik' is zoek en je twijfelt aan je kwaliteiten en wat je te bieden hebt. Het voelt alsof de bodem onder je is weggeslagen.
Etniciteit is een bijzondere vorm van een sociale identiteit. Het is een gevoel van eenheid en verbondenheid dat leden van een etnische groep hebben op grond van een gemeenschappelijke afstamming, cultuur en geschiedenis. Etnische identiteit is niet hetzelfde als een culturele identiteit.
Drie aspecten van identiteit
Er zitten drie verschillende aspecten van identiteit in de definitie, namelijk: persoonlijk, sociaal en collectief. Per- soonlijke identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft, zijn zelf- beeld.
Er zijn twee basisvoorwaarden om de identiteitsontwikkeling van leerlingen te ondersteunen. Leerlingen moeten de leerstof en leeractiviteiten als betekenisvol ervaren. “Dat kan door hen het nut te laten inzien van wat ze leren. Niet alleen breuken aanleren, maar ook uitleggen waarom dat handig is.
Eigenheid volgens mijn definitie
Eigenheid wordt gevormd door de mate waarin we onszelf in de ander herkennen – en de ander in onszelf. Het toont zich in de vorm van innerlijke rust, vreugde en betekenisgeving, kwetsbaarheid, kracht en onvoorwaardelijke liefde voor al onze guts & glory.
Bij identificatie gaat het om diverse manieren om iemands identiteit vast te stellen. Bijvoorbeeld via een identiteitsbewijs, het burgerservicenummer (BSN) of biometrie (zoals vingerafdrukken).
Een midlifecrisis gaat gepaard met veel onrust, onvrede en een drang om veranderingen door te voeren in werk, relatie en levensstijl. Dit zijn de meest voorkomende symptomen: Gevangen zitten in haar eigen leven en zich hier machteloos onder voelen. Neerslachtigheid en depressieve gevoelens komen vaak voor.
Crisis is van oorsprong een Grieks woord en betekent 'beslissen'. Je wordt gedwongen tot beslissingen tijdens een crisis. En ook het besluit geen beslissing te nemen is een beslissing op zich.
Er is sprake van een identiteitsprobleem wanneer de persoon zijn eigen structuur niet meer kent en daar geen gebruik van kan maken. Er heeft zich aangeleerd gedrag ontwikkeld, dat niet aansluit bij de oorspronkelijke, persoonlijke kenmerken van de persoon.
Identiteitsbeleving is in deze studie afgebakend als een geheel aan deelidentiteiten die (al dan niet) met elkaar samenhangen, en die zich uiten middels lange-ter- mijnoriëntaties, identificaties en gedrag in het dagelijkse leven.
Wat is dynamische identiteit? Bij een dynamische identiteit wordt bijvoorbeeld het logo aangepast aan het doel of de doelgroep. Eén vast logo, zoals het merendeel van de bedrijven heeft, is er dan niet.
4. Een imago heb je sowieso. Een imago is het beeld dat van je organisatie bestaat bij klanten, gebruikers, stakeholders, de publieke opinie en ja, ook bij medewerkers. Een imago dat afwijkt van de persoonlijkheid van een organisatie, brengt verwarring en vermindert het vertrouwen dat men in je organisatie heeft.
Identiteit en zelfbeeld zijn twee begrippen die veel met elkaar hebben te maken. Zelfbeeld is het geheel van gedachten en waarderingen die je over jezelf hebt. Het is een houding ten opzichte van jezelf waar een oordeel in zit en dat zit in het begrip identiteit niet.
Identiteit is de eenheid van wezen, volkomen overeenstemming en gelijkheid. Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, is het zelfbeeld of zelfconcept. Er zijn verschillende soorten van het begrip identiteit te onderscheiden, zoals persoonlijke, genetische, sociale, culturele en nationale identiteit.
Identiteit is alles wat een school tot die school maakt. Het pedagogisch klimaat, de vormgeving van de onderwijsvisie, het contact met de ouders. De manier waarop de medewerkers daadwerkelijk samenwerken en de wijze waarop leiding wordt geven en verantwoording wordt afgelegd.
De theorie van Erikson (1950) wordt veel gebruikt om de sociale en emotionele ontwikkeling van een persoon te begrijpen. Deze theorie, die geïnspireerd werd door Freuds' ideeën, deelt het leven op in 8 stadia. In elk stadium moet een psychosociaal conflict opgelost worden.