Kinderen zijn over het algemeen vrij flexibel, maar als ze hun knieën of ellebogen ver kunnen overstrekken, met gestrekte benen hun handen plat op de grond kunnen leggen, hun duim tegen hun pols aan kunnen leggen of vingers meer dan negentig graden kunnen doorstrekken, dan is er mogelijk sprake van
Als je hypermobiel bent, zijn je gewrichtsbanden en pezen te soepel. Je gewrichten krijgen daardoor niet genoeg steun en worden te beweeglijk. Meestal merk je dat je hypermobiel bent aan je vingers en knieën en aan je wervelkolom. Deze kun je waarschijnlijk verder strekken dan andere mensen.
De oorzaak van hypermobiliteit is een afwijking in het bindweefsel (collageen) van de gewrichtsbanden en pezen waardoor die niet genoeg stevigheid bieden. De spieren moeten deze functie gedeeltelijk overnemen en raken daardoor ook overbelast, met als gevolg pijn en vermoeidheid.
Hypermobiliteit wordt vastgesteld door van enkele gewrichten de bewegingsmogelijkheid te testen. Daarnaast wordt de motoriek uitgebreid bekeken. Aan de hypermobiliteit zelf is niets te doen. Soms blijft het kind dit zijn hele leven houden, andere kinderen groeien er overheen.
Hypermobiliteit kan, zoals eerder genoemd, in sommige sporten een voordeel geven. Naast sporten waarbij deze lenigheid duidelijk zichtbaar is (turnen, ballet), zijn er bijvoorbeeld ook voordelen voor zwemmers bij de vlinderslag en een werper bij honkbal.
Pijn negeren en door blijven gaan is echter ook niet goed. De spieren blijven overbelast en zullen daardoor ook pijn blijven doen. Ook zullen de spieren zo overbelast zijn dat ze de bewegingen niet goed kunnen coördineren en je gewrichtspijn erger kan worden.
Doordat het hypermobiliteitssyndroom nog een vrij onbekende chronische aandoening is, zijn geen gegevens bekend over het aantal personen dat hier last van heeft. Wel is bekend dat het HMS vaker bij vrouwen voorkomt dan bij mannen en bij Aziaten en Afrikanen meer voorkomt dan bij mensen van Europese afkomst.
Zelf kunt u niet veel doen tegen hypermobiliteit. Mocht u klachten ervaren, dan kunt u uw spieren gaan versterken, zodat deze de functie van de gewrichtsbanden deels gaan overnemen. Hierdoor wordt het gewricht stabieler. Dit kan bijvoorbeeld door te gaan fitnessen.
Ongeveer 1 op de 10 kinderen heeft gewrichten die beweeglijker zijn dan gemiddeld, maar dit hoeft lang niet altijd tot klachten te leiden. Zowel jongens als meisjes kunnen, in meer of mindere mate, last krijgen van hypermobiliteit.
Doordat de oorzaak bij hypotonie vaak echt een beschadiging is in het lichaam is het echter lastig om het probleem helemaal op te lossen, maar door fysiotherapie kunnen de klachten wel verminderd worden. Een veelgebruikt onderdeel van de behandeling bij hypotonie zijn krachtoefeningen.
Symptomen EDS
De meest voorkomende symptomen zijn: hypermobiliteit (hierdoor kunnen gewrichten een grotere bewegingsuitslag maken dan gewenst), zwakte van het bindweefsel, rekbare zachte huid, vertraagde wondgenezing en het snel krijgen van blauwe plekken.
Je hebt dan heel soepel bindweefsel en bent overmatig beweeglijk. De pezen, gewrichtsbanden, kraakbeen, bot en tussenwervelschijven zijn zwakker en rekbaarder. Doordat de banden om de gewrichten langer zijn dan “normaal” is de bewegingsuitslag van de gewrichten extra groot.
Meestal stelt een kinderarts de diagnose EDS op basis van de combinatie van de typische kenmerken, waaronder in ieder geval gewrichtshypermobiliteit en zachte, kwetsbare en overrekbare huid. Deze kenmerken zijn altijd aanwezig, maar er is grote variatie in aanwezigheid van andere symptomen per kind en type EDS.
Het syndroom van Marfan is een erfelijke aandoening waarbij je lichaam niet goed bindweefsel aanmaakt. Door het syndroom wordt het bindweefsel zwakker en kan het makkelijk kapot gaan. In het hart kan daardoor de aorta wijder worden of de hartklep gaan lekken.
Wat is Hyperlaxiteit? Hyperlaxiteit of hypermobiliteit is een (erfelijke) aanleg. Door veranderingen in het bindweefsel krijgen de gewrichtsbanden en het kapsel meer elastische eigenschappen. De banden zullen bij belasting niet strak opgespannen maar juist wat meerekken.
Collageenziekten zijn vrij algemeen voorkomend. De meest voorkomende aandoeningen zijn Systemische lupus erythematodes (SLE), sclerodermie, dermatomyositis, syndroom van Sjögren, hypermobiliteitssyndroom en polyarteritis nodosa.
Gewrichten worden minder stijf wanneer u in beweging blijft. Wanneer u langere tijd stilzit in huis of op uw werk, is het van belang om korte pauzes te nemen en even te bewegen. Daarnaast is het goed om te doen aan bewegingsvormen waarin veelzijdig wordt bewogen met lage intensiteit zoals wandelen, fietsen of zwemmen.
Door DNA onderzoek te doen wordt meestal duidelijk dat het om het marfansyndroom gaat.
EDS staat voor Ehlers-Danlos Syndromen, een verzamelnaam voor een zeldzame groep erfelijke bindweefselafwijkingen. Er zijn dertien verschillende typen benoemd binnen de nieuwste classificering uit maart 2017. De meest voorkomende typen zijn Klassieke EDS (cEDS) en hypermobiele EDS (hEDS).
Ze heeft erg 'losse' gewrichten (hypermobiel) in haar rug, knieën, voeten en enkels. She is very "loose-jointed" (hypermobile) in her spine, knees, feet, and ankles.
Bij artrose verandert het kraakbeen in een gewricht. Klachten zijn pijn en stijfheid in het gewricht, vooral bij het opstaan. Artrose ontstaat meestal in de heup, knie of duim.
Hypermobiliteit. Deze paarden vertonen vaak een vergrote beweeglijkheid in de gewrichten in hun lichaam. Ze hebben dus meer beweging in de gewrichten van hun benen, maar ook in de gewrichten in hun hals of rug. Dit betekent dat ze veel moeite hebben met het stabiliseren van hun lijf.
De ziekte van Bechterew begint met pijn en stijfheid, vooral laag in de rug. Na de rugwervels raken ook de gewrichten van schouder, heup en knieën ontstoken. Patiënten met de ziekte van Bechterew zijn vaak moe. In een latere fase kunnen ook de ogen, hart en andere organen ontstoken raken.
Bij bindweefsel- of systeemziekten treden gewrichtsontstekingen op. Maar ook ogen, bloedvaten, huid en interne organen kunnen ontstoken raken. Voorbeelden van systeemziekten zijn reumatoïde artritis, ziekte van Sjögren en sclerodermie.
Secundaire fibromyalgie werd gedefinieerd als fibromyalgie bij reumatoïde artritis, artrose van knieën of handen, lage-rugpijnsyndromen en cervicale syndromen; controlepatiënten voor deze groep hadden wel laatstgenoemde reumatische aandoeningen, maar geen fibromyalgie.