Het vwo bestaat uit twee opleidingen: het gymnasium en het atheneum. Beide opleidingen hebben hetzelfde niveau, duren allebei zes jaar en bereiden je voor op het wetenschappelijk onderwijs (WO), de universiteit. Het belangrijkste verschil tussen de twee opleidingen is dat je op het gymnasium Grieks en Latijn leert.
Er is geen niveauverschil tussen atheneum en gymnasium. Echter, het enige verschil is dat je op het gymnasium extra vakken krijgt: klassieke culturele vorming, Latijn en Grieks. Op het gymnasium moet je ook in een van de twee klassieke talen eindexamen doen.
Het atheneum is één van de twee onderwijssoorten van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). Bij deze zesjarige opleiding wordt soms Grieks of Latijn als keuzevak aangeboden. De andere onderwijssoort in het vwo is het gymnasium.
Het voortgezet onderwijs heeft zes verschillende niveaus: vwo, havo, vmbo-t (mavo), vmbo basis, vmbo kader en praktijkonderwijs. Het schooladvies in groep 8 bepaalt op welke niveau de leerling instroomt in het voortgezet onderwijs.
Het atheneum is een richting binnen het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). Het vwo duurt in principe altijd zes jaar. Met een vwo-advies kan je naar het atheneum of gymnasium. Vergeleken met het gymnasium volg je op het atheneum niet de vakken Grieks en Latijn.
Je kunt worden toegelaten tot de bachelor Geneeskunde met een: vwo-diploma natuur & gezondheid + natuurkunde; vwo-diploma natuur & techniek + biologie; vwo-diploma natuur & gezondheid en natuur & techniek.
Studenten kunnen naar het mbo (niveau 1 t/m 4), naar het hbo (in de vorm van een 2-jarige associate degree, een hbo-bachelor en/of een hbo-master) of naar de universiteit voor een wo-bachelor en/of wo-master. De hoogste graad in het onderwijssysteem is een PhD.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Er wordt binnen het hoogst behaalde onderwijsniveau een onderscheid gemaakt naar vijf categorieën, namelijk de categorie basisonderwijs, de categorie vmbo, havo-, vwo-onderbouw en mbo1, de categorie havo, vwo en mbo2-4, de categorie hbo- en wo-bachelor en de categorie hbo- en wo-master of doctor.
Het vwo is niet veel moeilijker dan havo
De meerderheid vindt het vwo niet veel moeilijker dan de havo, al neemt de moeilijkheidsgraad wel iets toe naarmate je verder komt. Er wordt dieper op de stof ingegaan en je hebt meer inzicht nodig, ondervond Hugo.
Het vwo bestaat uit twee opleidingen: het gymnasium en het atheneum. Beide opleidingen hebben hetzelfde niveau, duren allebei zes jaar en bereiden je voor op het wetenschappelijk onderwijs (WO), de universiteit. Het belangrijkste verschil tussen de twee opleidingen is dat je op het gymnasium Grieks en Latijn leert.
De prestaties van leerlingen op categoriale gymnasia verschillen niet veel van die van vwo-leerlingen op scholengemeenschappen, zo blijkt uit een recente analyse. De gymnasiasten doen het over de hele linie zowel op het schoolexamen (SE) als op het centraal eindexamen (CE) een fractie beter.
Het vwo+ bestaat meestal uit meer (minimaal twee) vakken dan het reguliere vwo en beslaat zes jaar, gelijk aan het reguliere vwo. Omdat meer vakken binnen dezelfde tijdsduur doorlopen worden, is vwo+ een zwaardere opleiding dan het reguliere vwo (atheneum en gymnasium).
havo: rekenen 3F en taal 3F; vwo: rekenen 3F en taal 4F; mbo niveau 1/entreeopleiding, mbo niveau 2 en niveau 3: taal 2F (het onderdeel fictionele, narratieve en literaire teksten uitgezonderd) en rekenen 2F; Let op: Het is de entreeopleidingen ook toegestaan om onder niveau 2F te examineren.
Je kunt instromen in een universitaire bacheloropleiding met een vwo-diploma. Bepaalde opleidingen hebben extra instroomeisen; je moet bijvoorbeeld een bepaald profiel of bepaalde vakken hebben gevolgd. Ook kan er een numerus fixus of selectieprodecure zijn, check de selectieve bachelors.
Als ik zak voor het gymnasium, krijg ik dan automatisch een atheneumdiploma? Het antwoord hierop is: nee (helaas!). Als jij als gymnasiast het examen maakt kun je na vaststelling van de uitslag ook alleen maar een gymnasiumdiploma overhandigd krijgen.
Ten eerste gaat een hbo-opleiding je gemakkelijker af omdat je als vwo'er de stof sneller begrijpt. Ten tweede hebben sommige hbo-opleidingen een programma voor vwo'ers. Dan is het bijvoorbeeld mogelijk om sneller je hbo-bachelor te halen. Tot slot bieden vrijwel alle hbo-opleidingen honoursprogramma's aan.
Met een havodiploma, een vwo-diploma of een mbo 4-diploma kunt u een opleiding gaan volgen aan een hogeschool. Voor toelating tot een universiteit heeft u een vwo-diploma of een propedeuse (eerste jaar) van een hbo-opleiding nodig.
Vwo-leerlingen volgen meer vakken en meer onderwerpen per vak. Dit komt vooral tot uiting in de bovenbouw. In de onderbouw zijn de inhoudelijke verschillen klein en bestaat er een grote overlap in de tussendoelen voor havo en vwo.
Een Master is een van de hoogst haalbare graden in het onderwijs. Deze opleiding kun je dan ook pas volgen na het behalen van een Bachelorsdiploma. De Master opleidingen van NCOI duren standaard 24 maanden. Binnen deze tijd specialiseer jij je als student in een bepaald vakgebied.
Het landelijk slagingspercentage voor het vwo examen is 92,0%. En daar wil jij natuurlijk bij horen!
In Nederland heeft bijna 40 procent van de 15- tot 75-jarigen een havo- of vwo-diploma of een afgeronde mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4. Deze groep middelbaaropgeleiden is al jaren de grootste groep en blijft door de jaren heen in omvang vrij stabiel.
Doctor of Philosophy (PhD);Doctor honoris causa (dr.h.c.).
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Geneeskunde
Al jarenlang en nog altijd het meest populair: de studie Geneeskunde.