Hij is de onderwerpsvorm van de derde persoon enkelvoud.Die wordt gebruikt als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult.Hem is de voorwerpsvorm. Die vorm wordt bijvoorbeeld gebruikt als het voornaamwoord de functie van lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp vervult of na een voorzetsel staat.
Vervolgens spreken we de persoon aan op het man of vrouw zijn. Dat doen we haast automatisch. Naar een man verwijzen we met hij/hem/zijn, voor vrouwen is er zij/haar/haar.
Dat kan dan als volgt luiden: “My name is Jane Doe, my pronouns are he/him/his”- waarmee die persoon (vrouwelijk qua biologisch geslacht bij de geboorte) aangeeft zichzelf als mannelijk te zien (qua “gender identity”) en ook zo te willen worden aangesproken.
In 2016 heeft de transgemeenschap genderneutrale voornaamwoorden gekozen voor trans personen die zich man noch vrouw voelen. Gebruik in dit geval in plaats van hij/hem/zijn of zij/haar/haar: hen of die/hen/hun. Enkele voorbeeldzinnen om je op weg te helpen: Sacha stapt op hun fiets.
Je gebruikt hun als een meewerkend voorwerp, bijvoorbeeld in de zin: Ik geef hun nog een kans. Je gebruikt hen als een lijdend voorwerp, bijvoorbeeld in de zin: Ik geloof hen. Als je twijfelt, kun je in beide gevallen hun en hen vervangen door ze.
Genderqueer is niet nieuw
Het kan echter ook volgens zijn schaal dat men zich zowel man als vrouw voelt, maar ook man nóch vrouw. Men kan zich zelfs soms man, soms vrouw voelen.
Je gebruikt de persoonlijke voornaamwoorden waar de non-binaire persoon de voorkeur aan geeft. Dat kan 'die / diens / hen / hun' zijn, maar ook 'hij / hem / zijn' of 'zij / haar / haar'. Ken je de persoonlijke voorkeur van de non-binaire persoon niet, dan gebruik je 'die / diens'.
Bij transseksualiteit is iemand in het verkeerde lichaam geboren. Een transseksueel meisje is dus iemand die als jongen is geboren, maar zich eigenlijk een meisje voelt, Een transseksuele jongen is iemand die als meisje is geboren, maar zich eigenlijk een jongen voelt.
Als iemand geen keuze maakt in de genderidentiteit man of vrouw spreken we van non-binair. Non-binaire personen voelen zich een beetje jongen/man en meisje/vrouw, of juist geen van beiden. Of zij voelen zich soms jongen/man en soms meisje/vrouw. Dit heet genderfluïde.
Meer mensen in de non-binaire Facebookgroep gaven aan dat hun broers en zussen hen 'sibbe' of 'sibbel' noemden. Een andere creatieve oplossing voor broers en zussen van non-binaire mensen is om het om te draaien, en te zeggen: 'Ik ben de broer/zus van X.
Omdat de taal rondom gender en geslacht voortdurend in beweging is, is het moeilijk om een overzicht van alle mogelijke genders te geven. Volgens sommige experts bestaan er wel 100 genders. Hier is een overzicht van 65 genders: Agender.
Maar ook voor mensen die zich wél thuisvoelen in de hokjes man of vrouw zijn de genderneutrale 'hen' en 'die' een aanwinst. Op school, in de media of gewoon tijdens een praatje met de groenteman verwijzen we steevast met 'hij,' 'zij,' 'hem' of 'haar.
In je e-mailhandtekening, op je sociale media-profiel en tijdens je online vergadering kun je bijvoorbeeld kiezen uit zij/haar, hij/hem, hen/hun en die/diens. Op deze manier stellen we samen een positieve norm en creëren we ruimte om respectvol om te gaan met ieders identiteit.
“Hen” of “die”
Let op: 'hen' is voornamelijk bedoeld voor non-binaire mensen en niet als genderneutraal woord voor als je even niet weet of wilt benoemen hoe iemand zich identificeert. Daarvoor hebben we in het Nederlands nog niet echt een goede oplossing, hoewel 'die' in spreektaal wel in de buurt komt.
Puur omdat hij in zijn bio de pronouns hem/hij en hun/die (de onzijdige, non-binaire variant) heeft staan.
Zie jij het ook wel eens staan? 'Hij/hem' in een e-mailhandtekening, of 'she/her' op een Instagramprofiel: steeds meer mensen vermelden welke voornaamwoorden zij gebruiken.
Het geslacht wordt bepaald bij de geboorte. Het is vaak enkel en alleen gebaseerd op wat de artsen visueel waarnemen bij de geboorte, en wordt als zodanig vastgelegd op de geboorteakte. Hierbij hanteren artsen normen over hoe een lichaam er uit moet zien om een pasgeborene als jongen of meisje te registreren.
Zich androgyn voelen. Een persoon die zich niet mannelijk en niet vrouwelijk voelt, zich juist mannelijk én vrouwelijk voelt of iemand die gevoelsmatig tussen beide seksen staat. Androgyn zijn uit vrije wil. Een persoon die zich niet wenst te conformeren aan de tweedeling man-vrouw.
Queer (Q) of Questioning (Q)
Queer betekent letterlijk 'vreemd'. Mensen die deze term gebruiken staan voor een open, brede identiteit en seksualiteit, en willen zichzelf niet in een hokje plaatsen qua geslacht en/of seksuele voorkeur.
Sommige jongeren noemen zichzelf panseksueel. Dat betekent dat ze op mensen verliefd worden en dat het niet uitmaakt of iemand nou een meisje, een jongen of iets ertussenin is. 'Pan' betekent namelijk 'alles' in het Grieks. Meer over lesbisch, homo, bi.
De medische transitie is een langdurig proces. Momenteel zijn er lange wachtlijsten, soms wel van meer dan twee jaar. De gehele medische transitie kan, afhankelijk van de gekozen behandelingen, wel vijf jaar of langer duren.
Bij transgender mannen zijn dat operaties om de borsten, baarmoeder en eierstokken te verwijderen en een penis te creëren. Bij transgender vrouwen gaat het om het verwijderen van de penis en het creëren van een vagina.
Wat ook nog weleens verward wordt is androgyniteit met non-binariteit. Maar dat is echt iets anders, want androgyne-zijn is een gender-expressie en geen gender-identiteit. Je kunt er niet non-binair uitzien, want er is geen uiterlijk voor een non-binair persoon. Dat bestáát gewoon niet.
Non-binair en genderqueer
Je kunt je bijvoorbeeld non-binair noemen: dat betekent dat je niet het een of het ander bent; je ontstijgt de tweedeling. Genderqueer betekent eigenlijk ook dat je geen vaste genderidentiteit hebt, of dat je tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid beweegt.
Hen is het aanwijzend voornaamwoord en hun is het bezittelijk voornaamwoord. Veel mensen vinden het verwarrend dat hen/hun meestal naar meerdere mensen verwijst. Maar de werkwoordsvorm die je gebruikt is in principe wel enkelvoud. Als je toch duidelijk wilt maken dat het om één persoon gaat, kun je iemands naam noemen.