Aller (gaan) is een onregelmatig werkwoord dat vooral gebruikt wordt om beweging aan te geven of om te zeggen hoe iemand zich voelt.
Aller betekent ' gaan '. Het is niet alleen een van de meest voorkomende werkwoorden in de Franse taal, maar het is ook handig om een van de toekomstige tijden in het Frans te vormen. Het is ook een onregelmatig -er werkwoord, dus let goed op de speciale vervoeging!
In principe is een werkwoord niets anders dan een woord dat aangeeft wat je doet. Er wordt een activiteit mee aangegeven. Voorbeelden van werkwoorden zijn: 'lopen', 'rennen', 'fietsen', 'duiken', 'springen' en 'vliegen'. Niet ieder werkwoord is overigens even makkelijk te herkennen.
We richten ons op de meest voorkomende Franse werkwoorden en hun vervoegingen in vier tijden: présent (tegenwoordige tijd), passé composé (voltooid tegenwoordige tijd), imparfait (onvoltooid verleden tijd) en futur simple (toekomende tijd).
We maken een onderscheid tussen tegenwoordige, verleden en toekomende tijden. We maken ook een onderscheid tussen onvoltooide en voltooide tijden: tijden zonder voltooid deelwoord tegenover tijden met een voltooid deelwoord (zoals gesnurkt, gebleven).
Zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord en koppelwerkwoord.
Werkwoorden vertellen altijd de tijd (ook wel de tijd genoemd) van de zin. De makkelijkste manier om een werkwoord in een zin te vinden is door de tijd van de zin te veranderen en het woord te vinden dat verandert .
De categorie werkwoorden die eindigt op -re is de kleinste categorie werkwoorden in het Frans, met ongeveer 50 regelmatige werkwoorden en ongeveer 100 onregelmatige werkwoorden . De regelmatige -re werkwoorden zijn vrij eenvoudig te vervoegen, waarbij de nous, vous en ils/elles vormen dezelfde uitgangen gebruiken als -er werkwoorden.
De ene betekent ergens heen gaan en de andere betekent een plek (of iets) zoals water betreden . Va à Montréal (Aller à Montréal) - Ga naar Montreal.
Aller (gaan) is een onregelmatig werkwoord dat vooral gebruikt wordt om beweging aan te geven of om te zeggen hoe iemand zich voelt.
Eenvoudige toekomstige Aller-vervoeging
Het vervoegen van de simple future vorm van aller volgt een meer regelmatige structuur. Je moet de werkwoordstam " ir " gebruiken en dan gewoon de vervoegde uitgangen toevoegen. De simple future wordt gebruikt om te praten over dingen die op een bepaald moment in de toekomst zullen gebeuren.
Een werkwoord is een woord dat aangeeft welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Voorbeelden van werkwoorden zijn gaan, slapen, blijken, zijn en veranderen. Werkwoorden geven aan in welke tijd de zin staat: de verleden tijd, de tegenwoordige tijd of de toekomende tijd.
Wat is een werkwoordsvorm? Een werkwoordsvorm is een manier waarop een werkwoord wordt gevormd of aangepast om te passen bij de context die spreekt over een actie die op een specifiek moment wordt uitgevoerd . De vijf werkwoordsvormen in het Engels zijn wortelwerkwoord, derde persoon enkelvoud tegenwoordige vorm van werkwoord, tegenwoordig deelwoord, eenvoudig verleden en voltooid deelwoord.
Het woord zou staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Als er een hoofdpersoon "je/jij" voor het werkwoord staat, dan gebruik je de stam+t.Als er een hoofdpersoon "hij/zij/u/het" voor of achter het werkwoord staat, dan gebruik je de stam+t.
Een hulpwerkwoord is een werkwoord dat als 'hulp' bij het hoofdwerkwoord van de zin staat. In tegenstelling tot een zelfstandig werkwoord kan een hulpwerkwoord nooit zelfstandig voorkomen. Het komt altijd voor in combinatie met een ander werkwoord (een zelfstandig werkwoord of een koppelwerkwoord).
onvoltooid tegenwoordige tijd, o.t.t. (taalkundige term) De onvoltooid tegenwoordige tijd wordt gevormd door aan de stam van het werkwoord een uitgang toe te voegen. Voorbeelden van de onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.) zijn: ik werk, jij denkt, hij gaat, wij wandelen, jullie eten, zij dromen.
Tener – hebben
Wanneer 'tener' gevolgd wordt door 'que', betekent het 'iets moeten doen', bijvoorbeeld: 'tienes que hacerlo' (dat betekent: 'je moet het doen'). De vervoegingen zijn in elke werkwoordstijd onregelmatig, zoals je hieronder ziet.