In een vruchtgebruik-testament kan je bijvoorbeeld vastleggen dat jouw kinderen eigenaar worden van hun deel van de erfenis (bijvoorbeeld het huis), maar jouw partner met wie je samenwoont het mag blijven gebruiken. Op die manier kan je voorkomen dat jouw partner ineens het huis uit moet.
In principe moeten de kinderen erfbelasting betalen over hun 'bloot eigendom' en moet de langstlevende erfbelasting betalen over de waarde van het vruchtgebruik. De waarde van het vruchtgebruik is afhankelijk van de leeftijd van de vruchtgebruiker en op basis daarvan wordt ook de waarde voor de kinderen bepaald.
Vruchtgebruik houdt in dat u gebruik mag maken van (de opbrengst van) vermogen dat niet uw eigendom is. U hebt bijvoorbeeld uw woning op naam gezet van uw kinderen, maar u blijft zelf nog in de woning wonen zonder dat zij daar een vergoeding voor krijgen.
Als vruchtgebruiker heb je “het genot” van de goederen die eigenlijk toebehoren aan de blote eigenaar. Jij mag ze gebruiken en beheren en er de inkomsten van innen. Een woning mag je zelf bewonen, zonder dat je huur moet betalen, of je mag ze verhuren én de huur opstrijken.
Wat bij overlijden? Vruchtgebruik dooft normaal gezien uit als de vruchtgebruiker overlijdt. Die laatste kan zijn recht dus niet legateren, aangezien hij de duur ervan niet kan verlengen tot na zijn dood. Zijn vruchtgebruik schenken kan wel (bij notariële akte).
De regel blijft dat de vruchtgebruiker de onderhoudsherstellingen aan het onroerend goed zelf volledig moet betalen. Het gaat om alle herstellingen die op korte of lange termijn nodig zijn om de waarde van het goed te vrijwaren, behalve in geval van normale slijtage, ouderdom of overmacht.
Als eigenaar geldt niet alleen iemand die het volledige eigendom heeft, maar bijvoorbeeld ook een erfpachter of vruchtgebruiker. Ook dan moet u belasting betalen.
In de overgrote meerderheid van de gevallen is de belastingplichtige wie op 1 januari van het aanslagjaar de eigenaar is van het onroerend goed. Als er een uitsplitsing is tussen naakte eigendom en vruchtgebruik, is de vruchtgebruiker de belastingplichtige.
Het vruchtgebruik duurt meestal maximaal 30 jaar. Er is echter een uitzondering: als het vruchtgebruik is gevestigd “in hoofde van” een rechtspersoon, dan kan dit voor een maximale duur van 99 jaar. De faillietverklaring en de ontbinding van de rechtspersoon betekent wel het einde van het recht van vruchtgebruik.
Als vruchtgebruiker mag je de eigendom(men) verkopen, maar enkel met een onderling akkoord tussen de vruchtgebruiker en de eigenaar(s). We raden aan om dit akkoord vast te leggen op papier. De eigenaar(s) die dan beschikken over een volle eigendom kunnen overgaan tot verkoop.
Zoon of dochter koopt de naakte eigendom, terwijl de ouders het vruchtgebruik kopen. De ouders gaan in het pand wonen tot ze overlijden, of verhuren het (bijvoorbeeld als ze naar een rusthuis gaan). Ze mogen zelf de huurinkomsten houden.
In een vruchtgebruik-testament kan je bijvoorbeeld vastleggen dat jouw kinderen eigenaar worden van hun deel van de erfenis (bijvoorbeeld het huis), maar jouw partner met wie je samenwoont het mag blijven gebruiken. Op die manier kan je voorkomen dat jouw partner ineens het huis uit moet.
U bezit het vruchtgebruik en uw kinderen de blote eigendom. Gaat het om een bankrekening, dan kan u de inkomsten (rente of dividenden) innen, maar mag u niet aan het kapitaal komen. Uw kind(eren) geniet(en) immers de blote eigendom van die tegoeden.
Een volle eigendom kan alleen maar verkocht of geschonken worden door de blote eigenaar, mits de vruchtgebruiker daarmee instemt. Deze laatste moet dan zijn vruchtgebruik mee verkopen of wegschenken. Vruchtgebruik is per definitie een tijdelijk recht.
Kan vruchtgebruiker verhuren? De vruchtgebruiker heeft inderdaad niet alleen het recht om zelf te wonen in het huis of het appartement. Hij mag het ook verhuren. De huurinkomsten zijn in dat geval volledig voor hem, hij moet die dus niet 'delen' met de naakte eigenaars.
Het vruchtgebruik afkopen of omzetten
Indien er geen andere erfgenamen zijn dan de kinderen, kan de omzetting van het vruchtgebruik, te allen tijde gevraagd worden door de langstlevende echtgenote of de kinderen. Vruchtgebruik afkopen of omzetten, betekent in wezen het einde van het vruchtgebruik.
Vanaf 1 september 2021 is de vruchtgebruiker verplicht het goed in volle eigendom te verzekeren voor de gebruikelijke risico's, in ieder geval tegen brand. De vruchtgebruiker moet het bewijs van de verzekeringspolis aan de blote eigenaar voorleggen op diens eerste verzoek.
Als de eigendom van een onroerend wordt verkocht waarop een recht van vruchtgebruik rust, en de blote eigenaar én de vruchtgebruiker dit samen verkopen, wordt de volle eigendom van het onroerend goed overgedragen. Zijn beide verkopers op voorhand niets overeengekomen, dan moet de verkoopprijs worden verdeeld.
Vruchtgebruik geeft het recht om bezittingen die van iemand anders zijn te gebruiken of de 'vruchten' daarvan te genieten. Zo kan vruchtgebruik bijvoorbeeld betekenen dat iemand in het huis van een ander mag wonen, of de rente van de bankrekening van iemand anders voor zichzelf krijgt.
U kan het vruchtgebruik erven: dit wil zeggen dat iemand anders (de blote eigenaar) na uw overlijden de volle eigenaar van het goed zal worden. Zolang u als 'vruchtgebruiker' in leven bent, mag u het goed echter gebruiken.
Vruchtgebruik – berekening Box 3
Zodra onroerend goed in Box 3 valt en in vruchtgebruik is, wordt het vermogen opgedeeld. De vruchtgebruiker betaalt vermogensrendementsheffing over de waarde van de 'uitkering'. In dit geval is de uitkering het genot van het gebruik van de woning.
Het kindsdeel is het deel van de erfenis dat volgens de wet naar het kind gaat als een van de ouders overlijdt en er geen testament is. Wanneer de andere ouder nog in leven is, krijgt hij of zij de hele erfenis.