Vroege piepers oogst Aardappelshop over het algemeen onrijp.Halfvroege en late aardappelen pas zodra het loof verdord is. De halfvroege pieper oogst u het beste tussen augustus en eind september. De late variant mag wat langer staan.
Echt vroege aardappelrassen die Aardappelshop aanbiedt zijn frieslander, doré en première. De eerste nieuwe aardappelen worden over het algemeen in Zeeland gerooid. Twee á drie weken later zijn ook de aardappelen hier in de Betuwe groot genoeg om te rooien.
Zoals reeds aangehaald, kan je bladgewassen als voor- of nateelt zetten op andere percelen. Hoofdgewassen waar geen voor- of nateelt mogelijk is, zijn: winterwortel, witloof, knolselder, pastinaak, schorseneer, rode biet en late aardappelen. Aardbeien worden in het najaar gepland, dit kan na een aardappelteelt.
Vroege aardappels zijn aardappelen die eigenlijk al zo'n 3 maanden na het poten (dit gebeurt in april) geoogst kunnen worden. Meestal in juni en juli. Vroege aardappels zijn echter erg kwetsbaar. De schil kun je er met de nagels vanaf schrapen.
Halfvroege tot middellate aardappelen
Planten: de halfvroege kunnen geplant worden vanaf midden maart tot eind april. De middellate worden geplant in april. Oogsten: de halfvroege worden eind juli tot eind september geoogst. Bij de middellate is de oogst de hele maand september.
Voor je aardappelteelt volstaat een flinke bemesting met verteerde stalmest of met compost. Vervolgens moet je er voor zorgen dat je grond rijk is aan kalium (kali of tuinpotas) en magnesium (kieseriet). De kalium zorgt voor een betere vruchtvorming en de magnesium voor een mooier en sterkere loof.
kalk strooien op aardappelland wordt afgeraden, aardappelen vertonen dan eerder schurftplekken op de schil. Dit is overigens niet gevaarlijk voor de consumptie.
Hoeveel aardappels kunnen we oogsten van een enkele aardappelplant? 3 tot 25. Het hangt onder meer af van het ras, de grootte van het pootaardappel dat we gebruiken (pootgoed) en de plantafstanden.
Hoeveel pootaardappelen je nodig hebt, hangt af van hoeveel plaats je vrij hebt in de moestuin en hoeveel kilogram je wenst te oogsten. Gemiddeld mag je rekenen op ongeveer 4 kg oogst per vierkante meter geplante pootaardappelen.
Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
Pootaardappels. Aardappels teel je uit speciaal gekweekte aardappelknollen: de zogenaamde pootaardappels. De pootaardappels worden in het voorjaar geplant en na twee tot drie weken komen de stengels boven de grond. De plant ontwikkelt ook ondergrondse stengels, zogenaamde stolonen, waaraan zich de nieuwe knollen vormen ...
Plant de aardappelen in rijen.
Zorg voor voldoende afstand tussen de rijen (± 70 cm), zo kan je je aardappelplanten achteraf gemakkelijker aanaarden. Maak plantgaten van zo'n 5 cm diep. In lichte grond (zandgrond) mogen ze zelfs iets dieper zijn (tot 10 cm). Respecteer een afstand van 30 tot 50 cm tussen de plantgaten.
Maak voor het poten ondiepe geulen van 5 cm diep op kleigrond of 10 cm diep op zandgrond. Tijdens de groei van de aardappel schuif je steeds meer grond tegen de planten aan. Haal hiervoor de grond tussen de rijen weg. Op deze manier maakt de aardappelplant meer ondergrondse stengels en aardappels.
De allerlekkerste frietjes maak je van bloemige aardappelen. Bintjes, bijvoorbeeld. Dat zijn vrij grote, lange aardappelen die voldoende zetmeel bevatten om je frietjes lekker goudbruin en krokant te maken. Andere rassen die geschikt zijn, zijn Agria, Désirée, Première en Santé.
Het Bintje is een kruising tussen verschillende aardappelrassen. Het is een zogenoemde middelvroege aardappel.
Frieslander Aardappelen. De Frieslander is een aardappel die eigenlijk tussen vast en bloemig in zit met een lekkere smaak. Ook is het een vroege soort, die meestal verkrijgbaar is van juni tot en met januari. Na het koken krijgt de Frieslander een lichtgele kleur.
Waar halverwege de vorige eeuw nog vele handen hielpen bij het looftrekken van aardappels om het blad te doen afsterven, wordt loof tegenwoordig vooral doodgespoten. Met metingen kan de hoeveelheid gif beter worden afgestemd op de fase waarin de plant zich bevindt.
Het wordt dus nog belangrijker om pootaardappelen met een goede houdbaarheid te kiezen. Wij hebben alvast enkele toppers voor je geselecteerd: Frieslander, Vitabella (Bio), Texla, Victoria, Sevilla (Bio) & Nicola.
Dat pootaardappeltje maakt spruiten, vormt een nieuwe plant en er groeien in de grond nieuwe aardappelen aan, soms wel 8 of 10 stuks. Die nieuwe aardappelen moet je dan weer uit de grond halen, dat heet aardappelen rooien.
Je kunt de aardappels ook in de grond laten zitten, ondergronds blijven ze namelijk best goed. In dat geval is het een kwestie van het loof verwijderen en maaltje voor maaltje de piepers uit de grond halen.
Je kunt ook uitgelopen aardappelen die je in de supermarkt heb gekocht gebruiken: snijd de aardappel in vier stukken en leg ze een paar dagen in de zon totdat ze beginnen uit te lopen. Week de aardappelen niet voor: het benodigde vocht voor het uitlopen zit in de aardappel zelf. Weken geeft een grote kans op rotting.
Om een mooie aardappelplant te bekomen, zet je een aardappel met uitlopers in de grond. Die uitlopers worden het begin van je nieuwe plant. Wanneer je de uitgelopen aardappel met aarde bedekt en water geeft, groeit hij vanzelf naar het licht.
Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
Aardappelen worden vaak in richels of heuvels geplant omdat dit zorgt voor een goed gedraineerde, goed beluchte omgeving voor een sterke gewasgroei. In koudere bodems verhogen de richels de bodemtemperatuur waardoor sneller kieming en vroege groei mogelijk zijn.
De hoeveelheid bijbemesting is afhankelijk van de hoeveelheid stikstof die u al heeft gegeven. In de periode van opkomst tot een vol gewas heeft aardappel in totaal circa 150 kg/ha N nodig.