Het type B aardlekschakelaar is een combinatie van type A en heeft een extra meetcircuit om DC stromen te kunnen meten. Het dubbel meetcircuit en het feit dat type type nog weinig wordt toegepast maakt dat een type B aardlekschakelaar prijzig is.
- Type A: De aardlekschakelaar met type A biedt bescherming tegen zowel sinusvormige- als aangesneden wisselstromen en pulserende gelijkstromen. - Type B: Naast detectie van lekstroomgolfvormen (zoals bij type A), worden type B-aardlekschakelaars ook gebruikt om vlakke DC-lekstromen te detecteren.
Een type B aardlekschakelaar is een combinatie van een type A en heeft een extra meetcircuit om DC stromen te kunnen meten. Type B Aardlekbeveiliging gebruik je bijvoorbeeld bij laadpalen en zonnepanelen met een DC lekstroom boven de 6mA.
Controle aardlekschakelaar
Voor de bescherming van mensen dienen aardlekschakelaars van 30 mA worden toegepast. Ook is het type AC niet meer toegestaan omdat deze alleen op sinusvormige lekstromen reageert.
Wat is het verschil tussen een type A en een type B type aardlekbeveiliging? Een type A-aardlekbeveiliging is gevoelig voor wissel- en/of pulserende gelijkstromen.Een type B- aardlekbeveiliging detecteert wissel-, pulserende gelijk- en vlakke DC-lekstromen.
Wat is het verschil tussen een B16 en een C16 installatieautomaat? Een B16 automaat schakelt direct uit indien er een kortsluitstroom van 80A wordt gemeten (5*In).Een C16 schakelt uit bij 160A kortsluitstroom (10*In). Een C16 wordt vaak toegepast bij machines met een hoge aanloopstroom.
Voor woningen geldt tegenwoordig de regel dat 30mA lekstroom de elektrische installatie achter de aardlekschakelaar moet uitschakelen. U heeft bij een woning dus een component met 30mA lekstroom nodig. De 300mA aardlekschakelaar is verplicht bij: Tijdelijke installaties in fabrieken.
531, Gebruik 4-polige aardlekschakelaars
Het wordt bijvoorbeeld afgeraden omdat bij het aansluiten van meerdere toestellen de optelsom van (HF-)lekstromen een zodanige waarde kan bereiken dat de aardlekschakelaar onbedoeld kan aanspreken.
Er geldt een maximaal aantal installatieautomaten (groepen) die achter de Aardlek mogen. Er mogen maximaal vier groepen worden beveiligd door één aardlekschakelaar.
Gangbaar is type A- aardlekschakelaars omdat elektroniche apparatuur wordt toegepast is in nagenoeg alle elektrische installaties. Echter, sommige toestellen waarbij een fout-gelijkstroom kan gaan lopen moeten beveiligd worden door een type B aardlekschakelaar.
Opmerking: differentieelschakelaars type B zijn bedoeld voor kringen op wisselstroom, waarvan de foutstroom een gelijkstroom kan zijn. Ze zijn niet bedoeld voor kringen die zelf op gelijkstroom werken. Er zijn toestellen op de markt, die gemaakt zijn om af te schakelen bij een foutstroom van 6 mA DC.
Wat is het verschil tussen B- en C karakteristiek? Een automaat met B karakteristiek wordt gebruikt in woningen omdat de uitschakelstroom lager is.Bij een hogere inschakelstroom is C karakteristiek nodig. Voorbeelden voor B karakteristiek zijn: verlichting, stopcontacten, een koelkast.
Omvormers uitgerust met een scheidings transformator mogen worden beveiligd met een aardlekschakelaar Klasse A (TYPE A). Omvormers zonder scheidingtransformator MOETEN worden beveiligd met een aardlekschakelaar Klasse B (TYPE B).
Voor residentiële installaties wordt er een 30mA, 100mA of 300mA type B alumat geadviseerd. Voor grotere installaties (niet residentieel) met 3-fase omvormers wordt een 300mA type B aangeraden. Zie ook het advies van de fabrikant. Houd er rekening mee dat er in de omvormer al een aardlekschakelaar functionaliteit zit.
Er zijn verschillende typen aardlekschakelaars, type A, type AC, type B en High Immunity. Deze typen zijn er in twee uitvoeringen: Elektromagnetische en Elektronische aardlekschakelaars. Zuiver sinusvormige wisselstromen zijn goed meetbaar.
Het grootste verschil tussen deze twee zit hem in het feit dat een aardlekautomaat óók over een installatieautomaat beschikt.Een aardlekschakelaar bevat geen installatieautomaat. Zo kan je de aardlekautomaat zien als een beveiliging die reageert op kortsluiting, lekstroom en overstroom.
Hoeveel groepen mogen maximaal in een groepenkast? Het aantal groepen in een 1 fase groepenkast is maximaal 12 groepen. Jouw type aansluiting kun je bijvoorbeeld nazien op de kilowattuurmeter. Vaak staat op de meter of het een 1 fase of een 3-fase meter betreft.
Wanneer je 5 of meer eindgroepen hebt is de som van de maximale acceptabele lekstroom zo hoog, dat deze waarde de schakelaar kan doen afslaan. Dit is de reden dat uit veiligheid en betrouwbaarheid er maximaal 4 groepen achter een aardlekschakelaar mogen.
Groepen aansluiten op een aardlekschakelaar
worden op de schakelaar. Elke groep kan een zogenaamde maximale acceptabele lekstroom aan om veiligheid en betrouwbaarheid te kunnen waarborgen. Ook de moedernorm NEN 1010 geeft aan om maximaal vier groepen te plaatsen achter deze schakelaar.
Omdat sommige omvormers een foutstroom hoger dan de standaard 30 mA-grens waarbij gebruikelijke aardlekschakelaars de stroomkring onderbreken, is het zinvol om de omvormer achter een aparte type B aardlekschakelaar van ten hoogste 300mA te plaatsen.
Bij huisinstallaties mogen maximaal vier groepen achter één aardlekschakelaar zijn aangesloten. Een hoofdschakelaar is verplicht in woningen waarvan de bouwvergunning na 1 september 2005 is afgegeven en bij installaties die na deze datum significant zijn gewijzigd.
Om tegen direct aanrakingsgevaar beveiligd te zijn moet de elektrische installatie voorzien zijn van een aardlekschakelaar volgens IEC 61008 of IEC 61009 met een aanspreekstroom van maximaal 30mA. Deze aardlekschakelaar schakelt aardlekstromen groter dan 30mA binnen een veilige tijd af.
Waar een aardlekschakelaar reageert op lekstromen, beschermt de installatie-automaat tegen overstromen. Bijvoorbeeld een installatie-automaat van 16 Ampère zal geactiveerd worden zodra er een stroom van méér dan 16 Ampère langs komt. Hiermee worden kabels beschermd tegen te grote stroom (gevaar voor oververhitting).
Dan mag je met een hoofdzekering van 3x25A de kabel zekeren en beveiligen met een aardlekschakelaar 300mA.
Verzamelnaam voor de in een bouwwerk aanwezige toiletten en badkamers en eventuele andere sanitaire ruimtes.