Het grootste verschil is echter dat langebaanschaatsers traditioneel alleen tegen de klok rijden (massastart uitgezonderd) terwijl shorttrackers juist tegen elkaar racen en doet de eindtijd er minder toe.
Bij shorttrack wordt echt loeihard geschaatst. Topschaatsers rijden zo'n 50-55 kilometer per uur. De schaatsers van coach Benny rijden 40-45 kilometer per uur. Deze talenten zijn echt de top-shorttrackers van de toekomst.
Welke schaats voor jou geschikt is, hangt af van jouw niveau en persoonlijke wensen. Voor shorttrack heb je een aparte shorttrack schaats: Shorttrackschoen: Het verschil met een langebaan schaats is dat deze schoen veel hoger en steviger (harder) is. Dit is om stevigheid te bieden met name voor je enkel.
Dat is gemakkelijk te verhelpen. Een glasplaat en slijpkorrels doen wonderen, strooi wat korrels op de glasplaat en beweeg de steen er overheen. De korrels slijpen de steen weer mooi vlak. De steen is vlak wanneer deze overal dezelfde kleur heeft en er weer als nieuw uit ziet.
Shorttrack is een vorm van hardrijden op de schaats op een 111,12 meter lang ovaal dat uitgezet wordt op een ijshockeybaan of baan voor kunstrijden.
Van elk team rijdt telkens één rijder een aantal ronden in de baan. Vervolgens komt de volgende rijder aan het einde van de bocht de baan in, waarna er afgewisseld wordt met een duw. Zo wisselen de rijders elkaar af, tot drie ronden voor het einde. De rijder die dan in de baan komt rijdt vervolgens de race uit.
Gele kaarten
Bij een zeer grove overtreding of onheus gedrag kun je ook een rode kaart krijgen.
De scherpte van de ijzers kan men controleren door met de nagel over de afzethoeken te bewegen. Als er schraapsel van de nagel op het ijzer achterblijft, is het mes nog scherp genoeg. Indien op natuurijs wordt geschaatst zullen de schaatsen eerder bot worden door het klunen en het relatieve vieze ijs. TIP !!
Shorttrack schaatsen bestaan uit 2 belangrijke onderdelen, namelijk de schoen en het ijzer. Het eerste wat dus opvalt is het ontbreken van een klapmechanisme.
Speciaalzaken hebben het nu extra druk met het slijpen van schaatsen. Gelukkig kun je het ook zelf doen. Hiervoor heb je een aantal dingen nodig: een slijptafel, een slijpsteen en een afbraamsteen. Deze zijn online of bij lokale schaatswinkels te koop.
Als je op vaste schaatsen niet goed zijwaarts afzet, dan ga je krassen in het ijs. Maar met de klapschaats is dat praktisch onmogelijk. Want als je op de klapschaats teveel met je punt afzet, als je teveel voorop hangt, dan klapt de schaats open, verlies je druk en zet je af in het luchtledige en kom je amper vooruit.
De meeste wedstrijdschaatsers dragen een bril ter vermindering van het uitdrogen van de ogen. Steeds meer schaatsers kiezen ervoor zonder sokken te rijden in zo nauw mogelijke schoenen. Dit vermindert de kans op schuiven van de voet in de schoen en dit zorgt voor meer 'contact' met het ijs.
Shorttrack vindt plaats op een ijshockeybaan, waarop een ronde van 111,11 meter wordt uitgezet. De schaatsers hebben hogere schoenen dan de rijders bij het langebaanschaatsen om zo beter door de bochten te kunnen.
Door de kanteling naar links (gele pijl) 'duwt' de afzetschaats naar 'rechts' tegen het ijs (rode pijl onder). Volgens het principe van actie is reactie zet het ijs de druk om in een afzetkracht in de tegenovergestelde richting, dus de bocht 'in' (blauwe pijl in figuur 2).
Voor de loting van de startvolgorde kan op basis van de resultaten van de selectiewedstrijden het deelnemersveld door het sectiebestuur in groepen worden verdeeld. Indien er een groepsindeling is, zal de groep met de beste rijders het laatst rijden. (deze bepaling is van toepassing bij alle kampioenschappen langebaan).
Rijders met een penalty worden automatisch laatste in de rituitslag. Ze mogen bij een wedstrijd volgens het "all-final"-systeem (zie wedstrijdverloop) nog wel starten in een eventuele volgende ronde, maar worden naar de lagere helft van het kwalificatieschema geplaatst.
Je kunt voelen of je schaatsen scherp zijn, door met je nagel langs het randje van je ijzer te gaan. Als er “slijpsel” achter blijft is het ijzer scherp. Het is handig als je op een paar plekken op het ijzer controleert of je ijzers scherp zijn.
Bij ijshockeyschaatsen en bij kunstschaatsen kun je deze ronding heel makkelijk zien, het ijzer loopt duidelijk in een boog. Ook noren worden echter geslepen met een ronding. Als men twee noren met de ijzers tegen elkaar aan houdt, dienen de boven- en onderkant wat van elkaar af te staan.
Dee meeste ijshallen waar ze schaatsen verhuren, en skate winkels kunnen schaatsen slijpen voor € 4 -8. De prijs van het door hen laten doen en het risico van de ijzers te verpesten als je het zelf doet, maakt dit het niet de moeite waard om het zelf te doen.
Het is een ingewikkelde regel, maar het heeft Nederland al eens een olympische medaille opgeleverd. De A- en B-finale in het shorttrack. TeamNL verloor in de halve finale door een valpartij van Suzanne Schulting en moest daardoor naar de B-finale, wat eigenlijk niets meer is dan een 'verliezersfinale'.
Het bewust hinderen of blokkeren van een andere rijder wordt bestraft met een penalty (diskwalificatie). Een rijder die in kansrijke positie wordt gehinderd, kan worden toegevoegd aan de volgende ronde (advancement).
Bij het langebaanschaatsen worden de blokjes gebruikt om de afzonderlijke banen voor de schaatsers aan te geven, terwijl de blokjes bij het shorttrack alleen de bochten markeren.
Handschoenen beschermen je handen tegen koude en ruwe plekken in het ijs. De belangrijkste functie is dat handschoenen bescherming kunnen bieden tegen snijwonden veroorzaakt door de ijzers van andere schaatsers. De beste bescherming geven handschoenen die gemaakt zijn van snijvaste materialen, zoals kevlar of dyneema.
Er wordt geschaatst op een standaardbaan (meestal een 400 meter-baan), bestaande uit twee gescheiden schaatsbanen met een baanbreedte van tenminste vier meter (liefst vijf) met bochten van 180 graden en een straal van de binnenbocht tussen de 25 en 26 meter.